De miskleun van Hubert-Jan Henket

‘Wie geen waardering had voor het ontwerp was kunsthistoricus Huub Mous. Mous verweet Van ‘t Veen een gebrek aan visie op de inhoud van het museum. ,,Ik zie geen enkele visie van de directie op een modern museum in de 21ste eeuw. Dit is een grote vergissing. Er is geen discussie geweest over het inhoudelijk concept terwijl dat de bevolking wel was toegezegd, zo fulmineerde Mous. Van ‘t Veen liet weten dat het publieke debat over de inhoud nog komt. Mous: ,,Dat is de verkeerde volgorde.’

Aldus stond te lezen in het Friesch Dagblad van 2 april 2004 (zie hier). Veel kritiek op plannen voor een nieuw Fries Museum op Zaailand, zo luidde de kop. De avond daarvoor was in Post Plaza in Leeuwarden een discussie gevoerd over de nieuwe bouwplannen van het Museum. Deze discussie werd geleid door Margreeth de Boer. Ook Hubert-Jan Henket, de architect van het nieuwe museum, was die avond aanwezig. Ik kwam laat binnen, toen het debat al bijna voorbij was, maar toen ik mijn hand opstak schoof Margeeth de Boer meteen de microfoon onder mijn neus, waarna ik losbrandde met mijn kritiek. Na afloop kwam Hubert-Jan Henket naar mij toe. Hij vertelde mij dat hij in Heerlen was geboren en daar ook was opgegroeid.  Als kind had hij tegenover een Jozef Mous gewoond, waar hij ook vaak over de vloer kwam, ‘Ben jij soms familie van die Jozef Mous?’ vroeg hij.

Het is augustus 1959. We zijn op vakantie in Zuid-Limburg, waar we logeren zoals elk jaar in pension Linckens in Valkenburg: mijn ouders, mijn zusters Trees en Lucie, en ik. Mijn vader wilde een dagje naar Heerlen en zo stonden we opeens stil voor een statig huis, zoals op de foto is te zien. De deur van dit huis is ooit door mijn vader met eigen handen gemaakt. We liepen er die dag zomaar langs, maar ik verdenk mijn vader er wel van, dat hij ons dit meesterwerk uit zijn jonge jaren graag aan ons wilde laten zien. Hij was er trots op dat hij ooit als timmerman was begonnen. Hij had ook een oom in Limburg: oom Jozef Mous. (zie: hier)  Diens dochter Bep ben ik nog eens tegen gekomen in Sneek. (zie hier) Die Jozef behoorde tot de ‘Limburgse tak’ van de Mousen. Bij die oom ben ik aan de hand van mijn vader een dag later op bezoek geweest. Mijn vader had een diep respect voor hem. Als enige Mous had oom Jozef het ver geschopt in het leven. Hij was directeur van de Staatsmijnen geworden, maar was toen al met pensioen.

Hubert-Jan Henket is een aardige man, maar de verkeerde architect voor de opdracht van een nieuw Fries Museum. Hij kan op een subtiele manier oudbouw met nieuwbouw combineren, zoals hij in bij het Teylersmuseum in Haarlem heeft laten zien. Maar het Zaailand had een krachtig architecturaal statement nodig dat eigen is aan deze tijd. Een uitgesproken gebaar dat op kan tegen de rafeligheid en de ‘verommeling’ van deze onbestemde omgeving. Met de keuze voor deze architect regeerde Bonnema op tragische wijze over zijn eigen graf heen. Het is zelfs de vraag of hij dit ooit zelf zo heeft gewild. (zie: hier) Dit museumplan is ontstaan uit economisch opportunisme en een conjunctie van platvoerse belangen, niet uit een innerlijke noodzaak, laat staan uit een visie op wat een museum in de 21ste eeuw zou kunnen zijn. Leeuwarden krijgt een slap aftreksel van een reeds bestaand gebouw. In een ingezonden brief in de Leeuwarder Courant van 6 mei 2006 heb ik hier al eens op gewezen. (zie hier) Nu de nieuwbouw op het Zaailand zijn voltooiing nadert, laat de miserabele werkelijkheid zien dat ik destijds helaas gelijk heb gehad.

UPDATE:  INGEZONDEN OM 0.35 UUR DOOR JOSSE DE HAAN

Voila Huub, mijn ontwerp van 2005. Een idee, want van techniek heb ik geen benul.

Ik zie dat de ronde omelet van een tijdje geleden nu een vierkante is geworden, waardoor alle suggestie van ruimte naar beneden wordt geslagen, met andere woorden doodgedrukt. Dat dak zou toch op zijn minst van kogelvrij glas moeten zijn, een aquarium waar vissen met pompeblêden in zwemmen.

Goenacht, Josse