Alles is economie
‘Alles wat met cultuur te maken heeft, inclusief wetenschap, komt voor uit de structuur van de maatschappij en met name de kapitalistische economie. ‘
Die zin las ik gisteren in de ochtendkrant en deed mij uit de ramen staren. Waar heb ik dit eerder gehoord? Het is de basis die altijd de bovenbouw bepaalt. Cultuur is slechts een weerspiegeling van de onderliggende klassenverhoudingen. Als je een historisch tijdvak wilt bestuderen, is het zaak om eerst na te gaan wie de productiemiddelen in handen had. Vanuit de machtsverhouding van meester en knecht, elite en proletariaat, kun je volgens de hele cultuur in kaart brengen. Dat was de bottomline van het historisch materialisme, de marxistische visie op cultuur en geschiedenis, waarmee ik in de jaren zeventig werd doodgegooid. Als je als student kunstgeschiedenis niet de bijbel van Arnold Hauser had gelezen – De sociale geschiedenis van de kunst (Uitgeverij Sun, Nijmegen, 1975) – dan telde je niet mee. Ik het boek destijds van begin tot eind doorgeploegd en werd er niet vrolijk van. En toch, had Marx dan helemaal ongelijk? Som begin ik te twijfelen.
Je moet altijd van onderop redeneren, wil je het hogere kunnen begrijpen, dat geldt niet alleen voor de mens zelf, maar ook voor de mens en zijn omgeving. Cultuur is in laatste instantie een product van economische omstandigheden. Door de geest telkens weer te reduceren tot zijn onderliggende mechanismen, kom je uiteindelijk bij de ‘basis van de basis’ terecht . ‘It’s the economy stupid!’ Dat riep Clinton al in de jaren negentig. Politiek bestaat inmiddels allang niet meer. Alles is economie geworden. Ook de cultuur en wetenschap. Deze domeinen van de geest vormen de collectieve kwebbeldoos van de economische hardware die al ons doen en laten bepaalt. Ideologie is een illusie. Elk maatschappelijk engagement is zelfbedrog. De zorgzame samenleving is een holle frase van politieke farizeeërs. Politiek is draaien en waaien met wind van de dag en er is niemand die daaraan ontsnappen kan.
We leven in een maatschappij die zich totaal heeft uitgeleverd aan het primaat van de economie. Politiek is nog slechts een vorm van narcistisch getuigen van goede bedoelingen tegen beter weten in. Links en rechts bestaan niet meer, en zeker niet meer in de politiek. Progressief is conservatief geworden en liberaal is progressief. Er zijn andere polariteiten ontstaan. Het gaat nu om de tegenstelling ‘constructief versus conservatief”, als we Barbara Baarsma mogen geloven. Het gaat om ‘hervormen of jezelf voor de gek houden met leuke dingen voor de mensen.’ Wie het tegenwoordig goed voor heeft met de wereld, denkt primair aan zichzelf, dat is het politieke engagement van vandaag.
Wie vandaag progressief is, stemt VVD. Wie conservatief is, stemt SP. Zelfs de PvdA heeft de omslag niet kunnen maken, ondanks het afwerpen van de ideologisch veren. Waar zijn die veren trouwens gebleven? Links houdt zichzelf nog altijd voor de gek met zijn fraaie praatjes voor de vaak. Zo is uiteindelijk ook de democratie een schijnvertoning geworden. We leven in een volkomen abstracte wereld die niemand meer snapt, ook al zijn er mensen die zichzelf graag doen geloven dat ze het anderen kunnen uitleggen. Wie het echt snapt heeft zijn schaapjes allang op het droge.
Er waait een linkse wind door Europa en zo gaat Europa naar de kloten. En toch stem ik bij de volgende verkiezingen gewoon weer SP. Gewoon, alsof er niets aan de hand is. Want je stem uitbrengen is slechts een vorm van morele getuigenis. Politiek is een vrijblijvend credo geworden. Het geeft je een mooi gevoel, ook al maakt het geen zak meer uit. Sterke nog, je blijft links stemmen, ook al werkt het averechts voor het doel dat je ermee wilt bereiken. Politiek is alleen voor de dommen. Ook dat fenomeen is uiteindelijk een product van de basis en niet van de bovenbouw. Alles is immers economie, zelfs de illusie om er ooit aan te kunnen ontsnappen.