Bovenaan, van rechts naar links: WIM JORDANS, JAN KNIESMEIER, KEES VAN ROOIJEN (uit Uithoorn), LEONARD VAN OUDHEUSDEN, links voor hem: LEO REUSER, en rechts vóór Leonard: MICHEL DE LANGE, tussen beiden: EUGÉNE VAN DER KAMP, en dan, naast PATER BREMER S.J. : ROB GOORHUIS.
Voor de balustrade: GEORGE MAISSANT, MIKE MAN, en dan de jongen wiens naam nog onbekend is (ROB?.. hij is al in het eerste jaar naar Rotterdam verhuisd). Dan: MICHEL VAN OVERBEEK, FILIBERT KINDT en PIETER HAVERMAN.
Op de voorste rij, van rechts naar links: CO OUD (uit Loenen), KEES PHILIPS, ROB DE JONG, CARLO KNÜPPE, HANS KRAAN, HUUB MOUS, met daarboven LOEK NIJMAN (uit Halfweg), en vooraan het klassenbestuur: JAAP DE HOOP SCHEFFER, NARD LOONEN en HUGO VAN DEN HOMBERGH.
‘In januari 1977 meldde zich de componist Rob Goorhuis, die een aantal ‘Geestelijke liederen’ op muziek wilde zetten. Zijn composities werden gepubliceerd door Donemus en zouden met zekere regelmaat uitgevoerd worden, op huisconcerten van de zanger Hans Zomer, maar ook op radio en televisie. Reve liet zich de composities voorzingen door Jan Meijer, een hoge Haagse ambtenaar die in de buurt zijn zomerhuis had. Hij vond het geen ‘seriële herrie’, maar ‘mensenmuziek’ , die tendeerde naar Hugo Wolf, de enige romantische componist helaas die hem niet zo erg lag.[1] Reve was niet te beroerd om de compositie van Goorhuis te promoten. Door zijn toedoen werd zij uitgevoerd bij de officiële opening( 30 september in Grijpskerk) van een reizende tentoonstelling over Reve die werd ingericht door de Centrale Bibliotheek Groningen.’
__________________________________
[1] Brief van Reve aan Wim Zaal van 8 mei 1977. De liederen werden voor het eerst openbaar uitgevoerd 0p 18 september 1977.
Uit: Nop Maas, Gerard Reve, Kroniek van een schuldig leven, De late jaren, 1975-2006 (2012), pagina 77-78.
In 2004 kwam ik intensief met het werk van Gerard Reve in aanraking. In het Frysk Festival van 2006 had een scala van activiteiten zijn beslag moeten krijgen rondom Gerard Reve, nota bene – zo bleek later – in het jaar dat Reve zou overlijden. Samen met artistiek leider Gryt van Duinen bezocht ik onder meer Antoine Bodar in februari van dat jaar. Bij die gelegenheid spraken wij over het bekeringsproces van Reve, dat zich volgens Bodar niet zozeer in Friesland had voltrokken, maar eerder in Amsterdam, rond de schuilkerk Ons’ Lieve Heer op Solder, waar Reve begin jaren zestig vaak kwam en de preken van zijn vriend Lambert Simon beluisterde. Het plan was als volgt. In veertien kruiswegstaties aan het wandelpad, dat langs de Aldegaester Brekken leidt en via Greonterp in Blauwhuis uitkomt, zou het leven en werk van Reve in beeld worden gebracht. Cees Bylstra kreeg van Gryt van Duinen de opdracht ‘een reviaanse Mis’ te componeren, maar overleed zelf korte tijd later op 18 april 2004. Het project van de reviaanse Mis is nooit uitgevoerd.