Afwezigheid

 

‘Dieu est absent des viIIes, des campagnes, des monts et des plaines. 
Il est absent des lois, des sciences, des arts, de Ia politique, de I’éducation et 
des moeurs. Il est absent même de Ia vie religieuse, en ce sens que ceux qui 
veulent encore être ses amis les plus intimes n’ont plus besoin de sa présence. 
Dieu est absent comme il ne Ie fut jamais … Cette absence est devenue I’un 
des Attributs de Dieu.’

‘God is afwezig in de steden, in de velden, in de bergen en 
op de vlakten. Hij is afwezig in de wet en in de wetenschap, in 
de politiek, in de opvoeding en in de zeden. Hij is zelfs afwezig 
in het leven der gelovigen, want zij, die nog zijn vrienden 
willen heten, hebben geen behoefte aan zijn aanwezigheid. God 
is afwezig als nooit tevoren … Afwezigheid is een der eigen
schappen van God geworden.’

Léon Bloy, Le fils de Louis XVI, 1900.