(foto’s: Jurriaan Mous)
Er werd gejuicht in de Blokhuispoort. Op naar de volgende ronde! Naast Eindhoven en Maastricht mag Leeuwarden door. Koen Eekma en ik hadden vooraf deze uitslag voorspeld. Maar het moet natuurlijk ook nog gebeuren. Ik moest commentaar geven voor de LC, het FD en live voor Omrop Fryslân radio, dus ik heb het idee, dat ik alles al drie keer verteld heb. Het laatste half jaar is er veel gebeurd. Een half jaar geleden had ik dit niet durven dromen. Nu is het zaak om door te pakken. Van outsider winnaar worden. Radicaal kiezen voor kwaliteit en professionalisering. Het huidige bidbook is een goede basis, maar er ontbreekt nog een echte samenhang, een x-factor, een dragend idee. Mienskip scoort kennelijk buiten Friesland, maar hoe geef je dit echt handen en voeten zonder terug te vallen in provincialistisch chauvinisme? Winst is nu het momentum, de euforie. Het kan dus kennelijk toch. Leeuwarden doet niet meer voor spek en bonen mee, maar is vanaf vandaag een serieuze kandidaat, die steden als Utrecht en Den Haag achter zich heeft gelaten.
Toch zal er nog heel wat moeten gebeuren. De kans is groot dat de jury in Brussel uiteindelijk toch kiest voor een echte cultuurstad, zeker na de onbeduidende steden die de laatste jaren culturele hoofdstad zijn geworden. Opvallende afwezigen vanavond waren de culturele instellingen. Ik zag eigenlijk alleen Koen Eekma (Afûk), Bert Looper (Tresoar), Arthur Oostvogel (De Harmonie) en Ben van der Knaap (Schouwburg Sneek), maar niemand van het Fries Museum, niemand van Keunstwurk, niemand van Tryater, niemand van Friesland Pop, niemand van het Filmhuis, geen kunstenaars ook, geen schrijvers… Die mentaliteit zal moeten veranderen. Wat mijzelf betreft, mijn rol als criticaster zal dezelfde blijven. Kritiek is ook een teken van betrokkenheid.
Maar vanavond is het feest. Eindelijk is hij daar. De zon!