Freezing
Oranjesluizen in het IJ, 1964 (foto van mijzelf)
De aanlegplaats van het bootje naar Schellingwoude. En daar aangekomen, wandelen, naar Durgerdam, naar stompe toren van Ransdorp, genietend van het al door Nescio beschreven landschap. Na een lange wandeling en boottocht, weer thuis gekomen, kregen wij dan broodtaart. En vergeet vooral Holysloot niet, waar je alleen maar aan de waterkant kon zitten en niet verder kon. In die tijd fietste ik veel aan gene zijde van de Schellingerwouderbrug. Dan ging ik aan de dijk zitten om over het water van het IJsselmeer te kijken met de muziek van La Mèr van Debussy in het hoofd. ‘Jongens waren we, maar aardige jongens.’ De stompe toren van Ransdorp, die al op de etsen van Rembrandt te zien is, lijkt overigens verdomd veel op de Oldehove. Het enige verschil is dat hij recht staat en de Oldehove scheef. Ik droom vaak van de toren van Ransdorp en in mijn dromen verandert hij moeiteloos in de Oldehove. Een paar jaar terug ben ik nog eens naar Ransdorp gefietst. Het is een gigantische toren als je er vlak bij staat. Volgens mij zou hij hoger zijn geworden dan de Oldehove, maar durf ik geen eed op te doen. Nescio las ik overigens pas aan het eind van de jaren zestig. Hij woonde, dacht ik, aan de Linnaeusstraat, niet ver van de Muiderkerk, waar vroeger dominee Buskes preekte en nu alleen de toren nog overeind staat. Amsterdam Oost is Nescio, maar ook Reve. Reve had veel aan Nescio te danken. Ooit zei hij : ‘Ik voltooi eigenlijk geen bladzij, zonder dat ik tenminste een keer aan Nescio heb gedacht.’ Als je dat zo leest, ga je je afvragen of er soms iets in de grond zat in de Watergraafsmeer. Daar zijn trouwens wel theorieën over. De Watergraafsmeer is de op één na oudste polder van Nederland. Er schijnt daar rare straling in de grond te zitten. Al in de zeventiende eeuw zijn hier wonderlijke mensen geboren en opgegroeid, vaak excentriekelingen en autodidacten. Zo bezien is de Watergraafsmeer eigenlijk het Friesland van Amsterdam, maar laat niemand dat horen.