De kleinste metropool van Europa!
‘Het Frysk Festival vond voor het laatst plaats in 2008. Er is ons bij herhaling – met name door gedeputeerde De Vries – als onderdeel van de aanloop naar de KH een nieuw Festival beloofd. Op 30 januari 2013 schreef Huub Mous nog op zijn weblog: “Waarom gaat festival in 2013 niet door?” We citeren de tekst van Huub Mous, want het is illustratief voor het steeds herhaalde proces van beloften doen, en vervolgens in gebreke blijven: “Ik garandeer je dat er om de zoveel tijd een feestje te vieren is. En bovendien , we zijn nog maar net in het Fries paardencentrum geweest”. Zo reageert Oeds Westerhof , directeur van Leeuwarden CH 2018 op de vraag: waarom is het zo stil? Er wordt gewerkt aan het bidbook. Wout Gerstel van GPTV vergat te vragen, waar toch dat plan is gebleven voor de grote culturele manifestatie in 2013 als opmaat voor 2018. Op 3 april vorig jaar ( 2012) , bij de presentatie van het projectplan in de Blokhuispoort, heb ik (= Huub Mous) voorzitter Siem Jansen hierover nog aan de tand gevoeld. Dit vragenuurtje verliep toen als volgt:…….’
Aldus staat vandaag te lezen in het artikel Schouder aan schouder voor de Grutto op de site van Liwwadders. Ook in het vervolg van het artikel wordt uitgebreid geciteerd uit mijn weblog. Het artikel werd geschreven door een ‘cultureel medewerker’. Voor alle duidelijkheid: dat ben ik dus niet. Ik schat in dat Luuk Inberg de auteur is van dit verhaal, maar het kan natuurlijk ook iemand anders zijn. Dat neemt niet weg dat de inhoud van deze tekst klopt als een zwerende vinger. Het heeft mij al tijden verbaasd dat het uitblijven van het aangekondigde Frysk Festival in 2013 niet tot kritische geluiden in de pers heeft geleid. Wat waren al die journalisten in het afgelopen jaar toch aan het doen? Waar was Asing Walthaus? Waar was Jacob Haagsma? Waar was Rob Leemhuis? Waar was Patrick van ’t Haar? Worden die mensen soms ook betaald uit de ruif van CH 2018? Kijk, dat die Wout Gerstel zich financieel heeft laten inpakken door de organisatie van dit festijn, is nog te begrijpen. Die jongen denkt: pik in, het is winter. Omroep Mercurius ligt op zijn rug, dan is de een zijn dood de ander zijn brood. Maar van ‘serieuze media’ als de LC en het Friesch Dagblad mag je toch iets meer kritisch, journalistiek vermogen verwachten.
Zaterdagmiddag was ik bij de opening van de tentoonstelling van Minne Velstra in het Grytmanshûs in Leeuwarden. Daar sprak ik Andries van Weperen, die hier terug was op oude grond, want het Grytmanshûs was ooit het onderkomen van bureau Noordplan dat in 1990 door Andries van Weperen en Rob Hoelen werd opgericht. Dat was in die tijd een sprong in het diepe, waarover in het culturele wereldje links en rechts wel eens om werd gegrinnikt. Wat wilden die twee ‘vrije jongens’ die hun goedbetaalde baan met uitzicht op een degelijke oudedagsvoorziening hadden opgezegd voor zo’n ongewisse onderneming op het terrein van cultuur en bedrijfsleven? In die tijd was dat iets nieuws, maar het was ook een tijd van grootse gebaren, hooggespannen verwachtingen en torenhoge ambities. In het FEC was dat jaar de tentoonstelling ‘Elf steden. Elf landen’ te zien, de grootste kunstmanifestatie die ooit in Leeuwarden georganiseerd is. De economie trok aan, de grenzen van Europa zouden open gaan, het Oostblok was gevallen en iedereen had met de blik op oneindig ‘zin in de toekomst’ .
Kom daar vandaag de dag eens om. Andries van Weperen was toevallig ook de zakelijk leider van het laatst gehouden Frysk Festival in 2008. Ik vroeg hem hoe hij de kansen inschat dat Leeuwarden culturele hoofdstad wordt. ‘ Fifty-fifty’ antwoordde Andries. Ik denk dat hij nog zeer optimistisch is. Ik vrees dat Leeuwarden zijn kans heeft gemist. Te lang was de blik naar binnen gericht en te laat begon men door te krijgen dat ‘kwaliteit’ het enige sleutelwoord is waarmee ze zo’n race kunt winnen. Het is opvallend dat Andries van Weperen nooit door de organisatoren is uitgenodigd voor een oriënterend gesprek. Ik ook niet trouwens. Noch door Henk Keizer, noch door Rudi Wester, noch door Oeds Westerhof. Men was kennelijk niet zo geïnteresseerd in de expertise uit het recente verleden. Ikzelf was artistiek leider van het Frysk Festival in 2000, dat parallel aan Simmer 2000 plaatsvond. Op 11 augustus vorig jaar publiceerde ik op dit weblog mijn plan voor een Fries Carnaval in 2018, dat op de valreep – op aandringen van Jannewietske de Vries – in het bidbook werd opgenomen. Ondanks mijn schriftelijk verzoek daartoe, heeft de organisatie daarna nooit met mij inhoudelijk over dit plan willen spreken.
Woensdag verschijnt het bidbook, althans een samenvatting daarvan, in de Leeuwarder Huis aan Huis-krant. Ik ben benieuwd. De oorverdovende stilte van de afgelopen maanden voorspelt weinig goeds. En dat is jammer, want als Leeuwarden deze kans mist, dan is er in de afgelopen jaren veel geld en energie verloren gegaan. Met een beetje goede wil had het ook anders gekund. Vorige week werd ik gebeld door Sjoerd Ybema. Hij is een van de mensen die werkt aan artikelen voor de speciale Huis-aan huis krant van woensdag a.s. Of ik nog een pakkende spreuk wist voor CH 2018, zo vroeg Sjoerd. Ik heb er even een nachtje over geslapen en toen het volgende bedacht: