Zet een Caers voor je raam vannacht

Gisteren is op de website van DBNL (zie hier) de Nederlandse vertaling verschenen van F.S. Sixma van Heemstra zijn roman Leafdedea, in het Fries geschreven onder de schuilnaam Homme Eernstma. Josse de haan attendeerde mij erop. De tekst is op drie manieren beschikbaar: als schermweergave in de digitale bibliotheek, als pdf van de originele tekst en als e-book. ‘Vertalend uit het Fries, herschreven door de auteur’, staat op de titelpagina. Van Heemstra heeft bij het vertalen de Friese tekst bewerkt. Maar ook mevrouw Agnes Caers heeft het een en ander aan de tekst veranderd. In een uitvoerig nawoord schrijft ze onder meer:

‘Ik heb nu de oorspronkelijke indeling aangehouden: 4 hoofdstukken, ieder in twee stukken onderverdeeld.’ De terugkeer naar de aanvankelijke, meer evenwichtige indeling vond plaats tijdens de Nederlandse herschepping, zoals de auteur zelf het in een brief heeft aangegeven: ‘Het laatste hoofdstuk heb ik laten vallen bij het maken van de Nederlandse vertaling, omdat ik toen van mening was dat dit laatste stukje er als los zand bijhing. Ik vond die Hemelvaart het meest passende slot.’ Het vijfde en laatste hoofdstuk was een nogal prozaïsche terugval; door het weg te laten kwam het accent aan het eind te liggen op de vergoddelijking van de hoofdfiguren in een paradijselijk leven, wat teruggrijpt naar het spel van de twee kinderen in de tuin van een State in Friesland aan het begin van het verhaal. Op die manier stijgt de roman in poëzie boven zichzelf uit. De lyriek wordt nog versterkt door het refreintje dat nu als leitmotiv door de roman loopt en het omvormen van de laatste zinnen van deel IV in een kort slotgedicht.’

Wie mevrouw Agnes Caers? Ze is een Vlaamse dame van veel woorden. Ik heb haar anderhalf jaar geleden leren kennen tijdens een lang, wat heet, tijdens een zeer lang telefoongesprek dat ik met haar had. Daarna werd ze heel boos op mij, nadat ze mijn artikel in De Moanne over de Friese heruitgave van Leafdedea van Homme Eernstma had gelezen. Ze dreigde mij als auteur, maar ook het tijdschrift De Moanne voor de rechtbank te roepen om publieke rechtzetting te eisen en schadevergoeding voor het ‘geleden leed’. Ik had geprobeerd zo objectief mogelijk een eigen oordeel te vellen over deze heruitgave, nadat ik daartoe was uitgenodigd door Ernst Bruinsma van De Moanne. Josse de Haan had eerder al een lang artikel geschreven (voor De Moanne wellicht te lang) en daarin felle kritiek geuit op deze hernieuwde uitgave en de verminking van de oorspronkelijke tekst. Na de publicatie van mijn stuk klom Josse de Haan andermaal in de pen en zijn oorspronkelijke artikel verscheen alsnog op de site van De Moanne. Kortom, de poppen waren aan het dansen.

Mevrouw Caers eiste rectificatie in De Moanne, omdat ik haar verkeerd geciteerd zou hebben, terwijl ik al haar uitspraken letterlijk aan de telefoon had genoteerd. Mijn stuk is overigens niet meer te lezen op de site van De Moanne. Kennelijk zijn ze daar wat benauwd geworden voor de juridische stappen waar mevrouw Caers mee dreigde. Deze dame kan echt grommen. Ook Teake Oppewal was boos, omdat hij mij door de telefoon iets gezegd had wat eigenlijk off the record was, en dat ik toch had opgeschreven. Ik heb nadien besloten om nooit meer interviews af te nemen. Zelfs als je dingen opneemt op tape, zijn mensen na afloop vaak boos, omdat ze menen dat ze het zo niet gezegd hadden, of op zijn minst zo niet bedoeld hadden. En als ze het al zo bedoeld hadden dan was het niet voor publicatie bestemd. Zo is er altijd wat.

Maar mevrouw Caers spande toch wel de kroon. Zo hoog van de toren heb ik een dame zelden zien blazen. Dit is pas echt surrealisme. De dood van Liefdedood of de verkrachting van een roman. Je moet een Belg zijn om het nog te kunnen vatten. Mevrouw Caers lijkt me ook niet echt een dame, hoewel ze toch uit alle macht probeert om een echte dame te zijn. Wat ze uiteindelijk geflikt heeft met de tekst van Leafdedea is bij de wilde spinnen af. Daarin heeft Josse de Haan gloeiend gelijk. Hoewel hij zelf  hier en daar ook een tikkeltje doordraaft, als je het mij vraagt. Maar wie ben ik? Ik hou er over op. Toch is het verhaal nog niet uit, vrees ik. Wie het allemaal nog interesseert kan de hele affaire hieronder nog eens nalezen.

Nog altijd strijd om Leafdedea

Reaksje Agnes Caers

Josse de Haan over Leafdedea

Josse de Haan over Agnes Caers

UPDATE, 11.00 uur.

Ernst Bruinsma van de Moanne liet mij per mail weten dat de redactie van De Moanne geen zelfcensuur heeft toegepast wat betreft mijn stuk over Leafdedea. Dat stuk heeft alleen in de papieren Moanne gestaan en niet eerder op de internet-site. Dat neemt niet weg dat mijn artikel van destijds  – gezien de  actualiteit – vandaag alsnog op de site van de Moanne komt te staan. ( zie hier)
Van Josse de Haan ontving ik vannacht nog een mail. Hij vindt dat ik de affaire ‘mooi beknopt’ heb weergeven. Een stuk van hem komt deze week in het boek dat Elikser uitgeeft. Volgens Josse zal Tresoar nu op zijn minst met een verklaring moeten komen: ‘Ze zijn gebruikt door Caers,’ stelt hij.  Afijn, de affaire gaat in ieder geval niet als een nachtkaars uit.