‘Het ligt in mijn bedoeling dat verhaal over die Plechtige Hoogmis nog verder te schrijven en – gesteund door de vele inzichten uit je boek Modernisme in Lourdes – onze diepere motieven nader te onderzoeken. Overigens Huib Schreurs is al weer enige jaren mede-eigenaar van een filosofische boekhandel in Amsterdam. Het zou mij niet verbazen als hij over je boek meteen een avond wil organiseren.’
Aldus schreef Jacques Klöters op 9 februari j.l. als reactie op mijn blog Popmuziek en katholieke nostalgie. Ik had daarin het verhaal verteld over de Heilige Mis die Huib Schreurs ooit in Paradiso als theaterstuk heeft opgevoerd. Gisteren kreeg ik Huib Schreurs zelf aan de lijn. Het plan om een avond te organiseren over mijn boek gaat inderdaad door. Dat wil zeggen, ik zal begin mei een lezing houden in de filosofische boekhandel Schreurs & De Groot aan de Weteringsschans in Amsterdam. Nadere berichten hierover volgen nog.
Het loopt raar met dat boek van mij. Telkens als ik me voorneem op de hele boel maar eens op te ruimen en er niet meer aan te denken, word ik weer gebeld of krijg ik een mail. Op een wonderlijke manier lijkt daarmee telkens weer mijn katholieke verleden terug te keren in het heden. Ook Huib Schreurs was ooit een klasgenoot van mij op het Ignatiuscollege. Niet in de eerste klas, maar later. De reünie van klas 1B van het Ig op 3 mei a.s is indirect ook voortgekomen uit mijn boek, omdat Hans Kraan, Kees Philips en Michel van Overbeek bij mijn presentatie in de OBA aanwezig waren. Op deze manier kom je nooit van je verleden af, terwijl het juist de bedoeling was dat dit boek een afsluiting was, een opening naar iets nieuws.
Gisteren heb ik al mijn katholieke parafernalia van mijn schoorsteen weggehaald en in een doos naar de zolder gebracht. Het is mooi geweest, al dat nostalgisch gedoe. Een schone lei. Een nieuwe lente. een nieuw geluid. En dan nu dit weer. Huib Schreurs bleef wel een half uur aan de lijn. We hadden het over echt en onecht, theater en waarheid. Over Reve – waar hij niets mee heeft – en over die Hoogmis als een theaterstuk. Ik denk dat ik mogen maar weer eens Zelf schrijver worden van Reve ga herlezen. Er is iets tussen kunst en religie, tussen schijn en werkelijkheid, tussen theater en waarheid, en dat alles is in het katholicisme ooit op treffende wijze samengevat. Maar als je zegt dat Reve dat altijd al gezegd heeft, dan willen veel mensen dat niet horen. Het moet onecht zijn, niet al te echt. Of het moet echt zijn, niet al te onecht. Hoe zit dit in godsnaam in elkaar? Wat is waarheid, als je het niet kunt voelen? Wat is het leven zonder intuïtie?
Ik wil er eigenlijk niets meer mee te maken hebben, al dat roomse gedoe. Maar op die manier is het nooit goed natuurlijk. Feit is dat ik weer opnieuw in de materie zal moeten verdiepen. Huib Schreurs wil niet dat ik met een standaardverhaal kom aanzetten. Ik zal moeten ingaan op een specifieke vraag die hij me heeft meegegeven. Hoe ‘echt’ was de bekering van Reve? Het kan zijn dat het een reeks van lezingen wordt over het katholicisme, waarvoor ook andere schrijvers worden uitgenodigd. Glorie en verdriet van het katholicisme. Dat is de werktitel. Maar dat is allemaal nog niet zeker, dus ik hou er maar over op.
Hoe dan ook, het onderwerp is hot. Er hangt kennelijk iets in de lucht, al zou ik bij God niet weten wat dat dan moge zijn. Het katholicisme is van alle tijden, ook al is het in Nederland zowat van de aardbodem weggevaagd. Is het een verlangen naar het mysterie? Heimwee naar mystiek? Of is het een pose die geen pose wil zijn? We leven in de tijd van de herontdekking van Spinoza. Het verstand is alles. Het gevoel is niks. Maar al die mensen, die die zo hoog opgeven van de ratio en de Verlichting, kunnen niet ontkennen dat er iets is wat nog altijd blijft knagen. Iets wat niet past in alles wat zo helder en duidelijk is. Maar wat?
Wat heb ik er zelf eigenlijk mee, als ik heel eerlijk ben? Niets en toch ook weer niet misschien. Lourdes is ontroering, ook al weet je dat het kitsch is. Maar ik heb ook niets met de reviaanse ironie, die voor veel revianen een alibi vormt om verder alles wat Reve over het katholicisme te melden heeft voor lief te nemen. Voor mij was het een serieus onderwerp, een spiegel voor mijn eigen verleden. Dat was het. Ik ben zoek gegaan en ik heb niets gevonden. Misschien moet ik niet verder zoeken, maar vinden wat voor het oprapen ligt. Ik wil dit alles achter me laten als een ladder die je achter je rug weggooit als je op een dak bent geklommen. Maar misschien is ook dat hoogmoed. Want eerlijk is eerlijk, hoogmoed is mij niet vreemd.