Het lied van Jacky

3698173_8d6b68a32c_b

Zelfs al ik ooit een keer in Knokke
Voor duizend pronte prostituees
De tango dans, vol vuur, langzaam
Een valse snik, de stem heel hees
Dan zou ik daar geen spijt van krijgen.
Al krijg ik dan een andere naam
Men mij een veer in de reet zou steken
Fuck off, als ik mijn pik zie stijgen
In al die blanke bergen vlees
Zelfs als ik me te buiten ga
Om weer eens echt macho te wezen
Voor vrouwen die heel graag pezen
Tot ik, ballen leeg, weer buiten sta –

Diep in mijn wanhoop zal ik weten
Hoe ik zelfs dan nog steeds zal heten
Ik zal het bittere lied weer zingen
Waarin ik mijn naam roep: Jacky!

(refrein)
Voor een uur, ach, maar een uur,
Een uur, een uur heel af en toe
Een uur slechts, kon ik maar een uur
Weer geil zijn, geil, en zot gelijk.

Al was ik prins in Macao
De grote man in ’t casino
Omringd door vaginaprinsessen
Zelfs als ik ’t zingen zat zou zijn
Een ander zong, en ik met wijn
schaamteloos mijn lust kon lessen
Zelfs als ik een moordenaar zou zijn
Vrachten drugs, vuile spuiten
Gif, heroïne, cocaïnelijn
Vuile flikkers, geile meiden
Puilden mijn zakken uit van ‘t geld,
Kocht ik de hele rotzooi op
Was ik voor iedereen een held
Kostte mijn woord de kut de kop

Als ’s avonds laat het bacchanaal
Zich langzaam vult met lust en wijn
Zou mijn liefste lied ook dan weer zijn
Waarin ik mijn naam roep: Jacky!

(refrein)

Als ik ooit in ’t lustparadijs
Aankom na een lange reis
En ik voor hoeren luid mag zingen
Als ik het halleluja schal
Word ik de Koning van ‘t heelal
Vergeet ik mijn herinneringen
Dan noemt men mij voortaan zelfs God,
Voel ik me zeker niet bezwaard,
Ik streel mijn goudgepunte zwaard,
Aanvaard mijn lust, mijn trieste lot.
Daar in ’t bordeel zal ooit mijn geest
Tot troost van alle mensen stralen
Alsof het steeds zo is geweest –
Maar ik weet dat elke nacht
Ik in mijn hoerenkast, heel zacht
De engelen in koor zal horen
Zij zingen daar mijn liefste lied
Waarin ik mijn naam roep: Jacky!

Voor een uur, ach, maar een uur,
Een uur, een uur heel af en toe
Slechts een uur, kon ik maar een uur
Weer geil zijn, geil, een zot gelijk.

(Tekst: Jacques Brel. Vrije vertaling: Huub Mous)