Gisteren las ik het artikel op de site van Nard Loonen over het orgel in de kapel van het Ignatiuscollege. (zie: HIER). Een zo zag ik een foto. Het is 9 juni 1965. Ik sta rechts, naast Nard links. Beiden met een stropdas om en een partituur in de hand. Nard kreeg de foto toegestuurd door Rolf Schoevaart (die er zelf ook op staat). Het was overigens niet – zoals ik dacht – de opname vooor de EP Ambrozijn en Groggelgijn (die was in de aula, en niet in de kapel), maar van de LP “Zijn liefde gaat…”.
Nard stuurde me ook nog deze foto uit de AVRO-studio in 1964. Ik was daar niet bij. Wonderlijk dat deze foto’s niet zijn opgenomen in het boek ‘n een eeuw IG’,het Ignatius in de jaren 1895 tot 1995 (1995).
Ik las onlangs de biografie die Wiel Kusters schreef over Kees Fens. De sfeer op het Ignatiuscollege in de oorlogsjaren is daarin heel herkenbaar. Het verschilt niet zoveel met de sfeer van 1965. Daarna pas kwam de grote omwenteling. Kees Fens heeft ook nog mijnheer Slijpen als leraar Nederlands gehad. (zie mijn blog De leraar van Kees Fens) Mijn zus Trees – zo hoorde ik van de week – zat met de dochter van mijnheer Slijpen op Fons Vitae. Zo kwamen de verhalen weer aan het rollen. Het wordt tijd dat het definitieve boek over het Ignatiuscollege gaat verschijnen. Of anders een roman. Voor mijn part een aflevering van Andere Tijden. De tijd verdwijnt. Voor je het weet is alles voorgoed verdwenen. We weten niet meer wat het was. Zelfs ik weet het niet meer.
Het bewustzijn waardoor ‘het niets’ in de wereld komt is een ‘val’ (‘une chute‘), heeft Sartre ooit beweerd. Waar het vandaan komt kan niemand zeggen. Opeens is het er. Je bent buiten de wereld en binnenin tegelijk. Vanaf dat moment ontstaat de angst voor de leegte. De angst voor het grote niets. Juist in de meest onschuldige beelden van mijn jeugd lijkt dat pas ontdekte ‘niets’ aanwezig te zijn. Het houdt zich schuil in de geluiden, de gezangen, in het bordkartonnen decor dat door de religie was opgetrokken om het grote niets, dat daarachter gaapte als een diepe afgrond, aan het oog te onttrekken.
Live-a-humble (Leef nederig), zongen wij. Maar daar is – wat mij betreft – weinig van terechtgekomen.