Le Roy in BOUD
Samen met Piet Timans, Coen Huese en Allaard Hidding heb ik in 1984 een architectuurtijdschrift opgericht: BOUD, architectuur en vormgeving in Friesland. Het heeft vijf jaar bestaan voordat het ter ziele ging. De jaren tachtig waren het decennium waarin alom een hernieuwde belangstelling ontstond voor de eigentijds architectuur. Het was de tijd van het oplevend postmodernisme. Daarmee kwam ook de monotone onmenselijkheid van de moderne architectuur onder vuur te liggen. In die zin vertegenwoordigde dit tijdschrift een tijdsbeeld. Het verscheen vier keer per jaar en het abonneebestand schommelde zo tussen de 300 en 400. Daarnaast werden er per nummer zo’n 100 losse nummers verkocht. Ook Symen Kingma, Rudolf Wielinga, Elina Taselaar, Tjeerd Brouwer, Rienk Terpstra en Margaretha Cats maakten voor korte of langere tijd deel uit van de redactie.
Het wonderlijke is dat dit tijdschrift nergens meer te krijgen is of in te zien. Zelfs in de collectie van Tresoar zijn de vijf jaargangen van BOUD niet aanwezig, voor zover ik kan nagaan. Wel is daar nog een aantal artikelen bewaard. Zelf schreef ik zo’n twintigtal artikelen voor BOUD, maar ook die zijn bij Tresoar niet terug te vinden. Gelukkig heb ik zelfs alle jaargangen nog, zelfs ingebonden en al in een fraaie band van zo’n tien centimeter dik. Soms zie ik nog wel eens een los nummer van BOUD bij de Estafette in Leeuwarden liggen. Op de site Boekwinkeltjes, zo zag ik gisteren, is het nul-nummer uit 1984 nog voor 10 Euro te koop. (zie hier) Elders op internet worden 18 nummers van BOUD aangeboden voor 40 Euro. (zie: hier)
Soms verscheen er een thema-nummer. Zo was het vijfde nummer van mei 1985 gewijd aan het Friese landschap. De titel was BOUD Buiten. Daarvoor hadden we als redactie ook Louis Le Roy gevraagd een bijdrage te leveren. Ik had Le Roy twee jaar daarvoor voor het eerst ontmoet. Mijn toenmalige directeur Piet Hemminga nam me op een middag mee naar het huis van Le Roy, want hij vond dat ik moest weten wie hij was. Dat soort dingen deden directeuren toen nog. Hemminga had – zoals zovelen die in Heerenveen of omgeving zijn opgegroeid – Le Roy nog als tekenleraar gekend.
Die middag in Oranjewoud staat me nog helder voor de geest. Le Roy, die toen nog zeer vitaal was, hield een tirade van zeker anderhalf uur, waar wij geen woord tussen kregen. Toen ik hem jaren later wat beter leerde kennen, was hij inmiddels een stuk milder en rustiger geworden. Le Roy stond in het midden van de jaren tachtig op het toppunt van zijn roem. Tekenleraar was hij toen al niet meer. Een paar jaar daarvoor was hij daarmee gestopt. De situatie op school was eigenlijk onhoudbaar geworden toen hij internationaal steeds meer roem en erkenning verwierf. Dat zette scheve ogen bij zijn superieuren. Le Roy vertelde me wel eens dat hij de laatste jaren op school geregeld ‘pleindienst’ had moeten doen, dat wil zeggen: surveilleren op het schoolplein. In diezelfde tijd gaf hij al lezingen in heel Europa en bouwde hij aan zijn Ecokathedraal.
Niemand weet hoe de Ecokathedraal er over 100 jaar, 200 jaar of 500 jaar uit zal zien. Hoe ziet de wereld eruit in het jaar 2525, 3535, 4545, 6565? Het duo Zager en Evens hadden in 1969 – het jaar waarin het boek van Theodor Roszak’s verscheen over de opkomst van een tegencultuur – een hit met een liedje waarin deze vraag wordt gesteld. Als zij het met deze profetieën bij het rechte eind hebben, dan is het met de mens en de wereld niet best gesteld. De techniek zal de mens gaan overheersen, zo luidt de verwachting. De tovenaarsleerling, die de natuur onderwierp, zal uiteindelijk de slaaf worden van zijn eigen ontdekkingen. Dat is ook de boodschap van heel wat sciencefiction boeken. Het is zelfs de vraag of dat proces nu al onontkoombaar in gang is gezet. De techniek beheerst de mens en niet andersom. De filosoof Heidegger was een van de eersten die op dat gevaar gewezen heeft.
In Die Frage nach der Technik (1953) stelde hij dat moderne cultuur haar schroom verloren heeft. Niet de kunst maar de techniek bepaalt het bestaan. De techniek laat de natuur niet tevoorschijn komen, maar vordert haar en slaat op als in een bestand. De natuur wordt door de techniek permantent beschikbaar en bestuurbaar. Zo ontstaat het Gestell, een specifieke lotsbestemming van het Zijn dat onontkoombaar lijkt. Het Gestell heerst op alle niveaus van het bestaan, de politiek, de media en de kunst. Zo leidt de techniek tot een ‘zijnsverlatenheid’, het zogeheten ‘vernutzen’, tot excessieve groei, tot razende bedrijvigheid in de ‘nu-tijd’, dat wil zeggen: een permanent extatisch heden. Kunst moet zich volgens Heidegger in deze extreme zijnsverlatenheid door het Zijn laten aanstoten. Kunst moet het wezen van de techniek naar boven halen. Kunst moet de ‘lotloosheid’ van het Gestell tonen.
We leven in het ‘Technicum’ en alleen een contra-cultuur kan ons nog redden. Dat hebben ook alle filosofen van de tegencultuur in de jaren zestig beweerd. Ontwikkelingen in de kunst kregen hun tegenhanger in nieuwe modellen voor de maatschappij. Het waren visies, die uit allerlei bronnen voorkwamen, maar één ding gemeen hadden: een fundamenteel verzet tegen het rationalisme van de technologische samenleving met zijn strakke tijd-as en waarden als efficiency en regelmaat. Het was een verzet tegen de moloch die in de stedelijke ruimte tot kaalslag had geleid en een eenzame menigte had voortgebracht. Het was de verbeelding die de macht ondermijnde, een onderstroom van nieuwe ideeën die de technologische mainstream bestreed. Geen cultuur, maar een tegencultuur zoals Theodore Roszak beweerde.
Maar is er nog toekomst met dit soort alternatieve ideologieën? Zullen de komende generaties zich ook de goeroe uit Oranjewoud blijven herinneren? De ‘Billy Graham van het onkruid’, zoals hij ooit gekscherend werd genoemd. Keer op keer heeft Le Roy erop gewezen dat wij op de verkeerde weg zijn met de wijze waarop we met de natuur omgaan. De oplossingen die hij heeft aangedragen staan verwoord in een lange reeks van geschriften, maar komen vooral tot uiting in zijn ‘ecokathedrale projecten’ waaraan tot op de dag van van daag wordt doorgewerkt. Maar hoe duurzaam zijn die profetische gedachten van Le Roy? Zal hij op den duur te vergelijken zijn met de groten der aarde die de wereld wilden veranderen of de mensheid wilden behoeden voor de ondergang? Mensen die niet alleen gedacht hebben in eeuwen, maar ook de loop van de geschiedenis hebben veranderd: Confucius, Boeddha, Plato, Socrates, Christus, Mohammed, Augustinus, Luther, Erasmus, Marx…
Hoort Le Roy in dit rijtje thuis? Dat is natuurlijk nooit te beantwoorden en zeker niet nu. De tijd zal het leren. De vraag is wel, hoe het met de wereld af zal aflopen als de tijd het niet zal leren. Als Le Roy niet gelijk zal krijgen. Hoe dan ook, ook het artikel, dat Le Roy voor BOUD schreef, heb ik nergens anders terug kunnen vinden. Vandaar dat ik het hier nog maar eens publiceer. Het is een mooi verhaal waarin Le Roy heel helder de kern van zijn ideeën uiteenzet en zichzelf positioneert in de ‘tegencultuur’ zoals Theodor Roszak die heeft benoemd in zijn boek The Making of a Counter Culture: Reflections on the Technocratic Society and Its Youthful Opposition ( 1969).
*****
WILDE TUINEN
In 1984 – het jaar waarin Orwell’s geesteskind nog eenmaal mondiaal heeft rondgespookt en zich waarschijnlijk hogelijk verbaasd heeft over de politieke realiteit – werd in verschillende Duitse steden fanatiek over stedelijke ecosystemen gecongresseerd. Is het moeder natuur in het tijdperk van de emancipatie gekleed in een fraai modieus wetenschappelijk mantelpakje weer eens gelukt om het strijdperk van de economen – de menselijk habitat – uitdagend te betreden? Volgens de Britse zoöloog en essayist Dr. Denis Owen is de natuur – uiterlijk bekeken – nooit uit de stad weg geweest. ‘Wanneer wij’ – aldus Owen – ‘het kale, onbegroeide centrum van een stad vergelijken met de kale, onbegroeide top van een hoge berg dan kunnen wij de groene buitenwijken van de stad vergelijken met de, onder de top gelegen, groene hellingen van de berg. Natuurlijk, die groene buitenwijken zijn het product van de menselijke geest en zijn door de mens gemaakt – één van de redenen waarom het stedelijk groen door de ‘puristen’ onder de biologen en botanici nooit als een product van moeder natuur zal worden geaccepteerd – maar dit neemt natuurlijk niet weg dat wij die woonwijken, althans in biologisch opzicht, niet als woestijnen mogen aanmerken’.
‘Ecosystemen’ formuleert de Italiaanse vogeldeskundige Gianfranco Bologna héél subtiel, zijn levensgemeenschappen die gebaseerd zijn op energie-uitwisseling en onderlinge wisselwerking die zowel plaats vindt tussen alle levende wezens als op die welke plaats vindt tussen levensgemeenschappen en het omringende levenloze milieu’. Ieder mens, of hij nu ‘natuurliefhebber’ is of niet, is dus volgens Bologna een actief lid van een natuurlijk – cq ecosysteem dat voor de één een overbevolkte stad en voor de ander een dunbevolkte landstreek kan zijn. Bologna zal dan ook bepaald minder moeite hebben met de uitspraken van zijn enthousiaste Britse collega Owen dan zijn puriteinse collega’s, de door Owen gerelativeerde ‘puristen’, die de natuur alleen maar wensen te bestuderen in haar pure, niet door mensenhanden bevlekte oerstaat. Ostentatief keren deze specialisten, deze uitverkorenen, de ‘verdorven’ stedelijke samenleving vaak de rug toe om hun heil ver achter de horizon of in de, door de mens gestichte natuurreservaten te zoeken.
Daardoor hebben zij waarschijnlijk ook de Duitse televisie-uitzending van 29 januari j.l. gemist, een uitzending waarin de bevlogen Zwitserse biochemicus en cultuurfilosoof Frederic Vester met klem beweerde dat natuurreservaten niets, maar dan ook niets met ecologie van doen hebben! Een televisie-uitzending die Big Brother, als hij die zou hebben gezien, de stuipen op hef lijf gejaagd zou hebben, te meer omdat Vester op het standpunt staat dat het leven – en dus ook de menselijke cultuur – slechts op basis van het polariteitsprincipe kan functioneren.
Maar als het polaire (Vester) spel van natuurlijke krachten (Bologna) bepalend blijkt te zijn voor de vraag of we al dan niet in de pas met moeder natuur lopen, is het dan wel zo zinvol om – wat Owen doet – zó nadrukkelijk over de uiterlijke verschijningsvorm van onze samenleving te mediteren? Is het wel zo belangrijk dat stedelingen hun huizen fraai laten begroeien als zij niet tegelijkertijd als natuurlijke kracht, binnen het stedelijk ecosysteem optimaal kunnen functioneren? En dit laatste nu blijkt voor stadsmensen, die wonen temidden van een hoogspanningsveld van economische krachten – dat zich als een verdicht stedelijk landschap (Owen) manifesteert – steeds minder mogelijk te zijn dan voor bijvoorbeeld een bergvolk in de vrije natuur. Ingesloten door een, tot in de kleinste details uitgewerkt, statisch milieu is er voor die stadsmens – die de economisch onrendabele restwaarde van zijn creatieve potentie ten nutte wil maken voor het ecosysteem waarvan hij deel uitmaakt – geen werkplaats meer te vinden!
Om deze mensen toch in staat te stellen hun bijdrage aan de cultuur te leveren zijn sinds 1970 wilde tuin-projecten opgestart in Heerenveen, Mildam, Leeuwarden, Groningen, Eindhoven, Brussel, Bremen, Hamburg en Parijs. In deze wilde tuinen kan met de bouw van de basis voor een dynamische tegenpool (Vester) van de huidige technocratische cultuur worden begonnen. Hoewel de wilde tuin – als model- in eerste instantie dus duidelijk als het uitgangspunt moet worden begrepen van een ontwikkeling die er op gericht moét zijn om meer harmonisch ontwikkelde stedelijke ecosystemen te verkrijgen, zal de wilde tuin – als bouwplaats – toch nooit tijdens die bouw zijn dynamische karakter, zijn ‘wilde haren’ mogen verliezen. Zou dat namelijk wel gebeuren dan zou het statische karakter van het menselijke milieu versterkt worden.
In dat geval zou het voor een nieuwe generatie van katalyserende krachten een steeds moeilijkere opgave worden om de dynamiek van het krachtenspel van onze samenleving in stand te houden. Daarom moeten wilde tuinen zich, op basis van het wisselende krachtenspel – dat door Bologna werd gedefinieerd – constant in ruimte en tijd kunnen ontwikkelen.
De spontane verschijning van wilde tuinen op verschillende plaatsen in onze samenleving moet eerder als het gevolg van natuurlijke evolutionaire processen dan als het gevolg van een revolutionair sociaal gebeuren worden begrepen. Wordt deze spontane generatie onderkend als een natuurlijk niet te vermijden proces dan zou het menselijk milieu zich harmonieuzer kunnen ontwikkelen. Een harmonie welke nu stedelijke ecosystemen noodzakelijk is indien zij blijvend tegenspel willen/kunnen bieden tegen het eveneens natuurlijk vernietigende spel van krachten waardoor zij zich constant, vanuit het omringende (vijandige?) milieu, bedreigd voelen. Argwanend wordt het volk wanneer ongekende krachten zich, van binnenuit, in hun gemeenschap willen manifesteren. Daarom werden en worden de wilde tuinen in Nederland, België, Frankrijk en Duitsland nog steeds als een vreemde eend in de bijt beschouwd waarop de jacht nog altijd open staat.
Stadsbestuurders, economen en politici moeten nu eenmaal het territorium verdedigen tegen concurrenten die voor het volk vaak moeilijk te herkennen zijn, omdat zij soms als wolven in schaapskleren gekleed gaan. Nergens is de controle op de mogelijkheid ‘{an het optreden van zelfproducerende natuurlijke systemen zó groot als juist binnen de grenzen van de moderne stedelijke samenleving die haar fraaie (?) uiterlijk alleen te danken heeft aan het feit dat dat als een (ordelijk?) product en nevenproduct van de noeste, op productie afgerichte totale arbeid van de bevolking kon on~staan. Een januskop, die het bivalente karakter van de cultuur verbeeldt, zou haar beter staan.
Hoe die januskop er uit zal zien weet niemand. Maar zelfs als hij lelijk en afzichtelijk zou zijn dan laat hij het volk toch duidelijk zien dat een cultuur altijd als een twee-eenheid moet worden begrepen. Werken aan de bouw van een tegenpool van onze huidige monocultuur – feitelijk dus het boetseren van één van de helften van de januskop – is dus héél iets anders dan het opstarten van een volwaardige tegencultuur zoals Roszak c.s. hebben gepropageerd. In tegenstelling tot de bundeling van revolutionaire krachten die voor het doen ontstaan van een tegencultuur noodzakelijk zijn worden wilde tuinen gevormd met behulp van zwakke krachten die evolutionaire processen al sinds de oerknal hebben mogelijk gemaakt.
Denis Owen zal dus nooit, als hij door onze ‘natuurlijke’ steden ronddwaalt, de geest van Theodore Roszak ontmoeten, maar wel in enkele Europese steden met de geest van Le Roy een verrassende ontmoeting kunnen hebben. De ’tuinen’ van de wilde tuinman uit Heerenveen manifesteren zich namelijk op verschillende plaatsen overduidelijk door hun opvallende complexiteit. Die complexiteit is één van de meest kenmerkende eigenschappen van wilde tuinen, welke de filosofie van de Franse cultuurfilosoof en bioloog François Jacob schijnt te bevestigen, namelijk dat ieder natuurlijk organisme een grotere vrijheid zal genieten naarmate hij complexer in elkaar zit. Het adagium van Jacob ‘plus I’organisme est complex, plus il est libre’ dat een verband legt tussen vrijheid en complexiteit klinkt steeds duidelijker op in die plaatsen waar mensen al daadwerkelijk met wilde tuinen begonnen zijn.
Of die kreet nu wel zo gewaardeerd zal worden door het zeer uiteenlopende publiek, dat veelvuldig deze wilde tuinen met een bezoek vereert, valt te betwijfelen. Het woord vrijheid is namelijk nog niet gevallen of de politieke oortjes van het publiek worden gespitst. Een verkeerde reactie, want Jacob heeft nooit over politieke vrijheden gefilosofeerd! Hoogstens heeft hij een bijdrage geleverd om de richting van de weg te begrijpen die natuurlijke organismen moéten gaan als zij niet van deelname aan evolutionaire processen willen worden uitgesloten. Omdat de mens, als zwakke kracht, van nature niet in staat bleek om deze eindeloze weg alleen te gaan werd hij, vanaf het moment dat hij op aarde verschenen was, gedwongen om als een sociaal dier in groepsverband te leven. Een ontwikkeling die er tenslotte toe zou leiden dat de hele aarde door middel van één, mede door de mens gevormd, netwerk van ecosystemen zou worden bedekt.
Als je nu ziet tot welk een gigantische productie dat mondiale netwerk in staat is dan vraag je je af of die Italiaanse vogelaar Bologna wel met zijn beide benen op de grond staat en of hij er niet beter aan zou hebben gedaan om levensgemeenschappen als producerende ecosystemen te definiëren. Voor iedereen zou het dan zonder meer duidelijk geweest zijn waarom Duitsers opeens voor stedelijke ecosystemen zo’n warme belangstelling tonen. Wanneer de spanning in deze krachtcentrales te hoog is opgelopen, kunnen wilde tuinen als regelmechanisme functioneren.
Louis G. Le Roy
UPDATE: CORRECTIE
De directeur van Tresoar, Bert Looper, wees me er per mail op dat alle jaargangen van BOUD wel degelijk bij Tresoar zijn terug te vinden. Dat klopt. Ik heb niet goed gekeken. Mijn excuus. Wel is het zo – voor zover ik kan zien – dat mijn artikelen in BOUD niet afzonderlijk in de catalogus zijn ingevoerd. Voor sommige andere redactieleden- zoals Rudolf Wielinga – is dat wel het geval. Ook het artikel van Louis Le Roy heb ik niet afzonderlijk terug kunnen vinden in de catalogus. Maar mooi dat BOUD bewaard is ‘voor de eeuwigheid’.
Wiersma
10 januari 2015 op 03:02
Hoei… goed verhaal dit.
Jammer dat het op een of andere manier niet altijd (technisch) lukt om te reaguren. Voor mij dan.
Mijn reactie van gisteren is niet geplaatst, beetje jammer nu, want zou een leuke aanloop zijn geweest voor deze reactie.
LeRoy krijgt wel gelijk, maar pas over een tijdje. 100 jaar of zo.
Maar hoe en waarom?
Er spelen krachten in deze wereld die van mening zijn dat de aarde overbevolkt is. Of wordt. “Grenzen aan groei”.
Club van Rome was hier deceenia geleden al mee bezig.
HET probleem van bv aarde is de mens. Die opvreter, uitbuiter, vervuiler, global warmer etc.
Als je goed kijkt (lees interpreteerd, lees de patronen herkent!) dan kun je momenteel ook goed zien dat er ALLES maar dan ook werkelijk alles aan gedaan wordt om de burger armer, zieker, zieliger, zwakker en onzekerder te maken. Plus nog eens tot op het bot financieel uitgekleed worden. Pensioenen verdampen, werkgelegenheid verdampt, zorgt verdampt etc.
Toeval? Welnee.
Ik heb zeer goede redenen (plus bewijzen etc) dat de elite -laat ik het zo maar even noemen- bezig zijn hun tuintje opnieuw in te richten. Het moet anders.
Bovenal moet eerst alle onkruid eruit. En dat onkruid is de mens.
Je kan er geen flikker mee. Onderklassen en middenklasse: opzouten, weg ermee. En die voor een paar dollar per dag moeten rondkomen zijn genetisch gezien toch al de stakkers, dus die zijn dood toch al beter af dan levend.
Genocide 2.0.
ZIJ vinden in feite dat ze gods werk doen, want ze behoeden vele ongeborenen voor een armoedig leven.
Maar dan.
Ik heb ernstig het vermoeden (lees: weet wel zeker) dat zij de aarde terug willen geven aan de natuur. Wetend dat de natuur zichzelf wel redt, als je de factor mens er maar uithaalt.
Althans: zo’n 6,5 miljard.
500 miljoen mensen op aarde is genoeg om de meesters te dienen.
Alle geld (en macht) van de wereld hebben ze toch al dus het gaat ze niet om geld.
Wat zij willen is aarde 2.0.
Hiervoor is eerst een dystopie nodig.
Eerst moet alles kapot en vervolgens vanuit die wanhoop wordt iets nieuws opgebouwd. Wereldheerschappij dus in feite maar véél en véél slimmer opgezet dan alle andere heersers en dicatators hebben geprobeerd.
Met kanonnen en geweren schieten is zoooooo 1800.
Het financiele stelsel is een véél machtiger wapen.
Of man-made global warming. Of terrorisme. Of globalisering.
Of weather modification.
Toegegeven: ze hebben er decennia over moeten doen om dit allemaal in elkaar te denktanken. Maar ja, geld en macht zat, dus haast hebben ze niet.
Het gekke is dat ik hun visie ERGENS nog wel kan begrijpen ook, maar het er toch volkomen mee oneens ben.
De aarde is nog lang en lang niet vol. Er is voedsel zat, er is energie zat in de vorm van steenkool en aardolie en gas.
De mens kan helaas niet zonder energie. De aarde kan ongeveer 50 miljard mensen herbergen en voeden.
Elk mens heeft ca een hectare grond nodig om gevoed te kunnen worden en leven. De aarde is echt wel groter dan 7 miljard hectare.
En global warming door man-made co2 is een vette hoax. Global warming gaat over economisxche controle van landen en continenten en er intussen veel geld aan verdienen door emissie handel.
Ik zei toch al: er zijn héle slimme en rijkejongetjes?
Zure regen en ozon waren in feite mislukte businessplannen.
En laat in godsnaam die windmolens maar zitten want dit is puur kapitaal vernietiging.
Maar ook dat is de bedoeling.
Kapitaal vernietiging bij de burger.
Dus in feite wordt ALLES ingezet om de wereld burger te ontmoedigen zich voort te planten wegens geen toekomst.
Wat betekent dat voor de natuur?
De natuur zal overwoekeren. Hele steden opslokken.
Precies zoals bij LeRoy in de ecocathedraal gebeurd.
De mens stapelt de stenen, de natuur vormt het cement.
Brandnetels op torenflats en skyskrapers.
Maar nog veel later, misschien pas na een paar duizend jaar, vernietigt diezelfde natuur dat wat de mens gemaakt heeft, ook weer volkomen. Plantenwortels zullen het verband tussen de stenen uiteindelijk vernietigen. Waardoor het gebouw in zal storten.
Net als bij bergen: domweg erosie.
Ondertussen is er meer natuur dan ooit geweest, want immers, gebouwen vergroten de oppervlakte.
De hoeveelheid schuilplaatsen (nesten) voor vogels is ook enorm toegenomen.
De elite houdt ook van schoon water, zuivere lucht etc.
Punt is dat ze eerst even rijk moesten worden om aan de macht te kunnen komen. Daarvoor hadden ze dat volk -en de politiek en de media- nog even nodig.
Dat feestje houdt straks wel op. De ECB staat immers al boven de EU, de EU boven soevereiniteit, en boven de nationale munt.
Dus dat hebben ze al geregeld.
De rest is eigenlijk een makkie. Inkoppertje.
Hier en daar wat aanslagen in Europa, om de haat wat aan te wakkeren, dalende olieprijs om Poetin (lees: economie van Rusland) buiten spel te zetten, boycotje hier en daar, et wolla.
Om eerlijk te wezen had ik al eerder aanslagen in Europa verwacht en dan ook nog wat groter. Wat meer Hollywood style zeg maar.
We zullen over een tijdje wel zien wat de ‘verdediging van het vrije woord’ ons gaat kosten in geld en afgenomen privacy termen van ‘meer afluistering, total control en spionage voor de vrijheid’.
Patroonherkenning jongens, patroonherkenning.
Maar iets minder dystopies gedacht: ook daar krijgt LeRoy gelijk.
Is het niet om phytonciden van planten, hun groene (rustgevend voor de ogen) kleur, hun geur, hun water absorberend en afgevend vermogen, hun warmte regulerend vermogen (schaduw, waterdamp) dan wel om dat het zuurstof generatoren zijn en CO2 omzetters.
Bomen en planten doen letterlijk ALLES goed voor mens en dier.
En dan was ik planten als brandstof, voedsel en basis voor medicijnen nog vergeten ook, eveneens triljarden markten.
Dus wie hier tegen is eet niet alleen poep, maar heeft ook een brein al peop.
Maar wat die sukkelige mens? Die kapt vooral bossen.
Vooralsnog voor profit, maar die slimme jongetjes die een groter plan hebben dan de individuele olichargen, die weten ook donders goed dat dit allesbehalve duurzaam is.
Dus: veel CO2 in lucht brengen én tegelijk bomen kappen DAT is nogal dom. En niet hou(d)tbaar. Maar ja, economische groei he?
Als nieuwe religie.
Die slimme jongetjes die laten het nu nog even toe maar daar komt straks wel verandering in.
Ter info: ik verkondig hier niet zo mijn eigen mening, maar meer van psychopatische, machtbeluste, maar toch ook wel weer bezorgde olichargen.
Gewoon omdat ze het kunnen: let’s reshape mother earth.
Verder willen ze uiteraard -ooit- de ruimte in. Kijken of daar wat te halen valt. Kennis opdoen. Reserve planeet vinden. Dat soort dingen. Dingen waar de burger helemaal niet of nooit over nadenkt.
Is veel te groot voor dat wrakke vee.
Wat tot zijn 67ste mag doorwerken om te eindigen in schuld!
Hahahaha!
En die sukkels zijn er nog ingetrapt ook.. dat dat de ‘norm’ is…
Whoeehaahahah!
En als ze dan ziek zijn: eerst nog even behandelen met peperdure, patenteerbare, maar nauwelijks werkende ‘medicijnen’.
Genezen? Welnee!
Hoopgeven maar financieel leegtrekken dat spul. Beetje levensverlenging, laten we zeggen een paar maanden, maar dan dood. Drie vliegen in één klap! Dat deed de kerk immers ook al en dat was een perfect businessmodel.
De ware machtshebbers liggen technologisch gezien zo ongeveer 100 jaar op het volk voor. Virtueel gezien: 700 jaar dus.
Hee, economie is gebaseerd op schaarste he?
Op het moment dat je kennis weggeeft is het niet meer schaars en heeft het dus geen waarde. Eerst alle onnozele tussenstappen uitbuiten. To the ab-so-lu-te- max.
En u maar schenken aan ‘meer geld voor onderzoek naar kanker’ en zo. Hahahahahaha!
Die lui pissen in hun broek van het lachen joh van zoveel naiviteit.
Komt ie maar weer eens: terug van weggeweest:
De Wiersma Weekend Film. (DWWF)
Niet te verwarren met DWDD.
En… KIJKEN deze!
Kost weliswaar een uur van je leven.. maar niet kijken=dom blijven.
Piketty 2.0
En trouwens.. geldt ook voor KH 2018.
Die slogan is iets als: ‘een enorme economische impuls’.
Nog afgezien van het feit dat ik nog moet zien of tegen die tijd er nog iemand is die een kaartje kan betalen, zou de (gedachte achter de) slogan moeten zijn: een DUURZAME economische impuls.
Dus niet eenmalig wat geld binnenharken want feestje. Je verdient wat maar je mag de rommel ook opruimen.
Waarbij je duurzaam zowel economisch als qua natuur mag zien.
Komt ie. Nogmaals : kijken. Trouwens, de engelse versie is nog bekroond ook, en niet voor niks. De VPRO heeft er een mooie NL versie van gemaakt.
Niet kijken betekent dat je gewoon een Andries Knevel Poephoofd bent.
Innequality for all [Ongelijkheid voor iedereen] (VPRO 2doc 20141204)
https://www.youtube.com/watch?v=UxADtyzvjJk
Huub Mous
10 januari 2015 op 12:21
Beste Wiersma. Gisteren zijn van jou twee reacties geplaatst. De tweede met enige vertraging omdat daarin 3 links naar YouTube stonden. In dat geval wordt een reactie in eerste instantie automatisch geblokkeerd om spam te voorkomen.
Dorpsgedachten
10 januari 2015 op 12:41
Dorpsgedachten
Enkele gedachten n.a.v. artikelen in de LC van vandaag.
Over de Centrale As, de vierbaans verbindingsweg van 300 miljoen naar een krimpgebied.
Volgens het Commentaar in de LC is deze weg er gekomen met afwegingen waarin het Frieseeigene zodanig voorop staat dat het lijkt alsof de provincie geen deel uitmaakt van een groter geheel.
Ja, zo doen wij dat in ons dorp.
Le Roy moest in de tachtiger jaren, tussen zijn buitenlandse lezingen door, pleindienst doen op zijn school in Heerenveen.
Ja, zo doen wij dat in ons dorp.
Het waterpeil in het veenweidegebied wordt laag gehouden, zodat boeren met hun gigantisch zware machines toch hun grond kunnen bewerken.
De schade die hierdoor ontstaat aan wegen (kapot rijden), huizen en gebouwen (verzakken van fundamenten) is voor rekening van de burgers.
Ook zullen de boeren door burgers gecompenseerd moeten worden voor de schade van de muizenplaag in de weilanden, die eveneens ontstaat door het lage grondwaterniveau.
Ja, zo doen wij dat in ons door.
En tenslotte, van Sofie kan ik na betaling een prikkelende doos bekomen.
Ja, zo doen wij dat in ons dorp.
i
Freekje K.
10 januari 2015 op 15:41
Bij mij in het dorp, kreeg je er soms een prikkelende doos gratis bij.
Ja, zo doen wij dat in ons dorp.