In 1987 kocht in mijn eerste computer: een videowriter van Philips. Ik heb hem nog heel lang bewaard, maar uitindelijk heb ik hem weggegooid. Het is nu een museumstuk. In 1993 volgde mijn eerste echte pc, zonder Words nog, maar met allemaal ingewikkelde codes. Tegenwoordig schrijf ik op een Apple. Soms verlang ik wel eens terug naar dat metalen tikgeluid van mijn oude Olivetti. Er gebeurde heel wat in in die tijd toe de jaren tachtig stilaan op hun eind liepen. Het begon al in 1986. Toen ontplofte de spaceshuttle Challenger tien seconden na de lancering. En in Tsjernobyl vloog een hele kerncentrale de lucht in. Maar de wereld draaide gelukkig gewoon door.
Het najaar van 1987 verliep onstuimig. Ik had de Kanselarij gekraakt. De sleutel kreeg ik zomaar mee naar huis bij de Inspectie van Domeinen. Ik voelde me de koning te rijk. Er kwam een tentoonstelling met een verkiezing: ‘Kunstenaars kiezen kunst.‘ Ze moesten toch wat, die kunstenaars, nu de BKR was opgeheven. Handen uit de mouwen dus. De organisator is later met de noorderzon vertrokken. En met de poet geloof ik. Daarna werd de Kanselarij nog een tijdlang door anderen gekraakt. ‘Kunststation’ heette dat. Een hele leuke tijd, want er gebeurde van alles. Maar op het Provinciehuis zagen ze het met lede ogen aan. Men was bang voor brand of andere calamiteiten. Achteraf is het een wonder dat er nooit ongelukken zijn gebeurd.
In november 1987 ging in de Grote Kerk de tentoonstelling ‘Ecce Homo’ van start. Het waren de gloriedagen van Regnerus Steensma, met wie ik in die tijd vaak samenwerkte. Bij die tentoonstelling in de Grote Kerk hing er werk van Elvira Bach en Arnulf Rainer. De Duitse ambassadeur Otto Von der Gablentz verrichtte de opening. Ik zelf raakte behoorlijk van de kook in die tijd. Op het manische af. Opnieuw aan de trilafon dus, een antipsychotisch middel. Daarna werd alles weer rustig. Tenminste… for the time being. Johanneke Liemburg was aan de macht gekomen en die had het op de Kultuerried voorzien. Door al dat gedoe om me heen werd ik behoorlijk strijdbaar. Het werd voortaan pompen of verzuipen.
Op dinsdag 8 april 1988 werd besloten om de Fryske Kultuerried op te heffen. Het zou nog drie jaar duren voor het echt zo ver was, maar dit was een onheilsdag. Black Tuesday. Ik krabde eens achter mijn oren en dacht: ‘Weg wezen hier!’ Het solliciteren werd nu zowat een dagtaak op zich. Overal in het land ben ik komen praten. Tientalllen keren. Steevast eindigde ik op twee of drie. Vriendelijke brieven na afloop, waarin me vooral succes werd gewenst, maar daar schoot ik geen donder mee op. Wel heb ik toen heel wat organisaties van binnenuit leren kennen. Solliciteren is een goeie manier om je in te leven in een andere bedrijfscultuur, ook al is de som van dat alles nul komma nul.
Er gebeurde ook leuke dingen in 1988. Ik kwam bij het Fonds BKVB in Amsterdam en schreef een catalogustekst voor Museum Boymans van Beuningen. Oranje werd Europees kampioen. Op 7 februari 1989 was het eindelijk raak. Ik werd aangenomen bij de Stichting Kunst en Bedrijf in Amsterdam. Er waren 418 sollicitanten voor de functie van adviseur bij de toepassing van een landelijke percentageregeling. Terug naar Leeuwarden om mijn baan op te zeggen. Ik was al bezig om de verhuiswagen te regelen. Weer naar Amsterdam! Eindelijk. Een paar dagen later kreeg ik een telefoontje. Het ging niet door, want het ministerie van WVC ging de regeling opheffen. Het voelde als en salto mortale. Back to basic. Same as it ever was.
Twee weken later overleed mijn moeder. Ze werd 83. Daarna werd het een grijze lente en ook de zomer ging zomaar voorbij. Ik zat met een kater, niet alleen van al die mislukte sollicitaties, maar ook van de trilafon. Friesland leek opeens een leeg land met helemaal niets aan de horizon. Maar alle hoop was nog niet verloren. Later dat jaar werd ik door het bestuur van de Jan van Eyck academie in Maastricht uitgenodigd om te solliciteren naar de vacante functie van directeur. Dat deed ik. Kat in ‘t bakkie, dacht ik. Mooi niet dus. Om onverklaarbare redenen ging het alsnog mis. Op een of andere manier deed ik steeds iets fout in die tijd. Maar wat? Er ging heel veel mis aan het eind van de jaren tachtig. Simple Minds zong in het najaar van 1989 over het kind van Belfast. Wanneer zou het ooit weer gaan zingen?