Paul Panhuysen 1934 – 2015

fotoPaul

‘Een kunstenaar moet leven in zijn werk en wanneer hij zijn werk integer doet, kan het hem mogelijk zijn in zijn overige leven een bijzonder maatschappelijk mens te zijn. Zijn werkelijkheid is alleen van belang, wanneer hij de werkelijkheid, die hij om zich heen waarneemt, toetst aan de werkelijkheid die hij persoonlijk ervaart. Het spanningsveld tussen deze beide werkterreinen is zijn werkterrein; daar stelt hij zijn vragen en krijgt hij zijn antwoorden, die nieuwe vragen oproepen. Hij maakt niet wat hij van zich zelf verwacht, evenmin wat de samenleving van hem verwacht: een nieuwe werkelijkheid ontstaat in een haptisch conflict tussen mens en wereld, in het spanningsveld tussen beide. Door dit werken wordt de kunstenaar zelf werkelijk mens, en wordt de wereld waarachtiger. Zo verandert de kunst met de persoon van de maker en met het gezicht van de samenleving.’

Paul Panhuysen

(uit: ‘De bende van de Blauwe Hand’, Bla Bla, uitgave Stichting De Blauwe Hand, juli 1965.)