Waanzin in Zwolle

Slide1wwwwww

“Waanzin, juist níet te gek voor woorden!”  

Het thema van de nationale Boekenweek  is dit jaar Waanzin, onder het motto Te gek voor woorden. Het woord Waanzin en de stigmatiserende kant die aan het gebruik van dit woord zit, inspireerden Herman Kok, systeemtherapeut en Annelieke van der Waal, psychiater van ggz-instelling Dimence om samen met boekhandel Waanders in de Broerenkerk in Zwolle een thema-avond te organiseren ter gelegenheid van de Boekenweek.  Op donderdag 12 maart is iedereen vanaf 18.30 uur welkom in de Broerenkerk  voor een drietal voordrachten.

Het thema van de avond is, dat ‘waanzin’ juist níet te gek voor woorden is. Bij de behandeling van psychose wordt tegenwoordig veel meer dan vroeger ingegaan op de inhoud van de psychose en de emoties die de psychose kan losmaken. Ook als deze niet altijd in woorden te vatten zijn.

Programma van de avond

Huub Mous spreekt over zijn boek Tegen de Tijdgeest, terugzien op een psychose dat hij schreef samen met Egbert Tellegen en Daan Muntjewerf naar aanleiding van de psychose die hij doormaakte. Voor de inhoud en de context van dit psychiatrisch ziektebeeld was destijds weinig aandacht. Hazel Leach laat muziek horen vanuit haar project Songs on the Edge. Zij sprak met mensen die een psychose hebben doorgemaakt en heeft hun ervaringen gevat in tekst en muziek. Annelieke van der Waal, psychiater zorgprogramma psychotische stoornissen, gaat in op het gesprek over psychose ook in de actuele behandelrichtlijnen.

In zijn lezing zal Huub Mous in het kort ingaan op de ontstaansgeschiedenis van het boek, en wat de auteurs ermee voor ogen hadden. Maar zijn verhaal gaat ook over de vraag hoe hij nu terugziet op zijn behandeling. En vooral: wat heeft zijn psychose in zijn leven betekend, als hij er nu op terugziet na zoveel jaar. Zelf zegt hij hierover:

“Ik ben heel lang bezig geweest om deze extreme ervaringen te integreren en een plaats te geven. In feite kom je er nooit helemaal van los. Dat kan iets benauwends hebben, maar het kan ook verrijkend zijn, als je als erin slaagt uit je psychotische ervaringen een zin of betekenis te destilleren die ook voor anderen van waarde kan zijn.”

Een keuze uit de recensies:

‘Huub Mous, kunsthistoricus, beschrijft op een filosofisch literaire manier zijn psychose uit 1966 – hij was toen 18 – in het licht van de snelle ineenstorting van het katholieke wereldbeeld dat hem zo vertrouwd was. Hij werd behandeld met neuroleptica en een slaapkuur. Ook dit bracht een snelle genezing van de psychose teweeg, waardoor hij zijn studies kon voortzetten en professioneel actief werd. De psychotische symptomen verdwenen echter nooit volledig. Zijn bijdrage is een rijk essay waarin fundamentele levensvragen, filosofie, religie en literatuur met elkaar in verbinding worden gebracht. Ik heb erg genoten van zijn sterk geschreven tekst met pareltjes van zinnen zoals ‘De mythologische rommelzolder van de klassieke mythologie levert nog altijd de meest adequate metaforen om de grondstructuren van de ziel voor de psychiatrie in kaart te brengen’ (p. 114).

Ludi van Bouwel in Tijdschrift voor psychiatrie

‘Mous legt interessante verbanden tussen aan de ene kant de toenemende secularisering (de ontkerkelijking) en anderzijds de behoefte aan geloof en transcendentie (het bovennatuurlijke). Wanneer blijkt dat het beeld van de kerk niet meer overeenstemt met de religieuze ervaringen van onze tijd, dan kan er geestelijke verwarring optreden. Dit is iets wat bij hemzelf is gebeurd. Mous houdt een filosofische beschouwing over de tijdsgeest en hoe zijn psychose daarin past. Hij ziet in de loop van de vorige eeuw een ander fenomeen opkomen, namelijk de problematisering van pijn. Hij beschrijft een geruisloos afscheid van de pijn doordat er steeds betere medicamenten op de markt kwamen. Maar ook de ‘naoorlogse verzorgingsstaat van therapeuten en welzijnswerkers’ heeft hieraan bijgedragen. Optimalisering van levensvreugde en minimalisering van pijn zijn kenmerken van onze cultuur geworden. De vraag die Mous zich uiteindelijk stelt is: Wat is gezondheid nog in een van pijn ontdane cultuur? De spirituele dimensie van pijn, maar ook van bijvoorbeeld het hebben van een psychose, verdwijnen langzaam.’

Rudi Diekstra in Bulletin GROUP-project

Huub Mous, geboren in 1947, om 
schrijft zijn psychose (op 18-jarige leef
tijd) als een reactie op ‘de clash van het 
katholicisme’, de razendsnelle leegloop 
van de katholieke kerk die hij elders 
fraai aanduidt als ‘caissonziekte’. Mous 
ervaart het afscheid van de religie als overhaast en geforceerd, en hij vindt 
daarvoor steun in het werk van Vestdijk 
(De toekomst der religie) en vooral, op een 
meer emotioneel en geestelijk niveau, 
Gerard Reve, die tegen de tijdgeest van 
de jaren zestig in, katholiek wordt. Hij 
omschrijft Reve als een psychiatrisch 
patiënt met een drankprobleem en een 
tomeloze schrijfdrang. Op dat punt in het boek aangekomen, 
viel bij mij het kwartje. Alle drie de auteurs van dit boek drukken zich uit door 
te schrijven, niet alleen in hun beschouwingen achteraf, maar ook en vooral tijdens hun psychosen: vele schriften vol 
met aantekeningen over de toestand in 
de wereld en de eigen rol in de verbetering daarvan. Gerard Reve had het geluk 
dat zijn schrijfsels serieus werden genomen.

Ruud Abma in Tijdschrift voor Rehabilitatie

‘We moeten niet vergeten dat mensen met psychische problemen over mooie talenten beschikken. Neem de inmiddels overleden Rutger Kopland. Hij was opgenomen in een psychiatrische kliniek, maar ook succesvol dichter en psychiater. Door regelmatig voorbeelden te presenteren van mensen die hersteld zijn en hun draai in de maatschappij hebben gevonden, kunnen taboes doorbroken worden. Natuurlijk kunnen ex-psychiatrische patiënten hier hun eigen steentje aan bijdragen. Neem het boek ‘Tegen de tijdgeest. Terugzien op een psychose’ (2011) van Huub Mous en Egbert Tellegen. Zij hebben als jongvolwassenen een psychotische episode meegemaakt. Met hun boek wilden zij begrip kweken voor de crises die psychiatrische patiënten kunnen doormaken. Ook plaatsten ze kanttekeningen bij actuele behandelingswijzen van psychotische patiënten. Van eminent belang is dat de auteurs zijn opgeknapt en een beroepsleven mochten opbouwen: als kunsthistoricus en socioloog.’

Maryline Lamp in: Trouw