De moderne ruimte in Zwolle

CIMG2874

Provinciehuis Zwolle (1967-1973), 12 maart 2015

Schermafbeelding 2015-03-13 om 13.42.38

Provinciehuis Zwolle (links) en Park De Weezenlanden (foto: Streetview)

Na de Tweede Wereldoorlog veranderde er iets wezenlijks in de ervaring van de ruimte, niet zozeer omdat het beeld van de ruimte geïmpregneerd raakte met nostalgische herinneringen, maar omgekeerd: de herinnering werd afgesloten of beter gezegd verdrongen. Zo ontstond de moderne ruimte-ervaring van de wederopbouw-periode, de open horizon die stilaan zou veranderen in een beklemmende leegte. Over die transformatie gaat mijn nieuwe boek dat ik bijna voltooid heb en dat hopelijk nog dit jaar verschijnt.

Meer nog dan over Friesland gaat dit boek over de moderne transformatie van het bewustzijn zoals die zich in de jaren zestig gemanifesteerd heeft in de binnenruimte van de psyche, maar ook in de buitenruimte van de leefwereld. En in het bijzonder over de wijze waarop die twee ruimtes – het binnen en buiten – met elkaar verweven zijn en waren. Die intrinsieke relatie tussen het binnen en buiten was vijftig jaar geleden anders dan nu. Om dat transformatieproces op het spoor te komen is een onderzoek nodig op meerdere terreinen. In feite is het een onderzoek naar een radicale verandering in de tijdgeest, hoe oneigentijds dit begrip ‘tijdgeest’ ook mag zijn.

Die algehele transformatie manifesteerde zich misschien nog het meest in een verandering in de moraal. De traditionele balans tussen sociale gebondenheid en persoonlijke vrijheid werd een probleem, niet alleen door de oprukkende stadslucht die ook op het platteland naar vrijheid rook, maar vooral ook door verdwijnen van God, zelfs uit Jorwerd. Dat alles creëerde een andere verhouding tussen het Friesland van de mythe en het Friesland van de feiten. De verhouding tussen logos en mythos raakte op drift.

***

Eergisteren was ik in Zwolle, het was prachtig voorjaarsweer en met mijn OV-fiets heb ik wat rondgereden, niet alleen in de binnenstad, maar vooral ook in de buitenwijken. Zo belandde ik in het Park De Weezenlanden, achter het Provinciehuis. Ik kende dit gebied, omdat ik in de jaren negentig een tijdlang in de provinciale adviescommissie beeldende kunst van de Provincie Overijssel heb gezeten. We vergaderden toen altijd in het Provinciehuis. Vooral het park daarachter intrigeerde mij toen al. Het is een schoolvoorbeeld van ‘de moderne ruimte’. Op Wikipedia vond ik de volgende informatie over het Provinciehuis en het Park De Weezenlanden.

‘Het gebouw is ontworpen door prof. Marius Duintjer (1908-1983). In het ontwerp van het zes verdiepingen tellende gebouw speelt openheid een grote rol. Het was een van de eerste kantoorgebouwen met kantoortuinen, grote open ruimten waar wel 20 mensen hun werkplek hadden, afgeschermd met planten en kasten. Het gebouw bestaat uit drie delen: het kantoorgedeelte, de brug en het bestuurscentrum.

Het provinciehuis is direct herkenbaar als een ontwerp van Duintjer. Overal is sprake van een sterk horizontaal accent. Op diverse plekken is op even eenvoudige als geraffineerde wijze gewerkt met daglicht, bijvoorbeeld bij de glazen gevels van het trappenhuis. In Duintjers ontwerp zijn materialen zodanig gecombineerd, dat er een functioneel en sfeervol bijzonder gebouw is ontstaan. De bouw nam vijf jaar in beslag (1967 – 1972). Koningin Juliana opende het provinciehuis op 3 mei 1973.

Op voorspraak van Duintjer werd tuinarchitect Mien Ruys (1904-1999) aangetrokken om een ontwerp voor de tuin te maken. Haar ideeën reikten verder dan alleen de tuin, samen met de heer Cornet van Heidemij ontwierp zij ‘een geheel plan voor de tuinaanleg in de Weezenlanden’. De tuin en terrein moesten worden aangepast aan de uitstraling van het gebouw. De originele tuin is na de renovatie van 2004-2006 in oude luister hersteld door bureau Mien Ruys. De ‘nieuwe’ tuin is een bloementuin met in alle seizoenen bloeiende planten. Het ontwerp kent een strakke verdeling, maar door de losse beplanting ontstaat een speels effect. De vijvertjes en fonteinen zijn gerestaureerd en behouden. De gerenoveerde tuin heeft een terras, dat grenst aan de Plaza, de grote ontmoetingsruimte van het Provinciehuis die tevens als bedrijfsrestaurant dient doet. Het terras biedt ruimte aan ongeveer 100 mensen.

De tuin voor het bestuurscentrum aan de straatkant heeft een grasmat gekregen en er zijn boompjes geplant. Hiermee krijgt het gebouw meer openheid en wordt de verbinding tussen de stad en het park geaccentueerd.

Samen met de gemeente Zwolle heeft de provincie aan de parkzijde van de tuin een zittribune aangelegd. Deze tribune is in het landschap geïntegreerd. Bezoekers aan het park en medewerkers van de provincie kunnen heerlijk zitten terwijl ze het park inkijken.

Tot 1932 was dit drassig land dat onder invloed stond van de getijdenwerking in de Zuiderzee. Met de indamming van deze zee, verdween deze getijdenwerking en kon een start worden gemaakt met het bouwrijp maken van de grond. In 1950 verscheen de eerste bebouwing naar een ontwerp van de stedenbouwkundige Samuel Josua van Embden. Eerdere plannen van Willem Marinus Dudok werden als onrealistisch bestempeld en door het gemeentebestuur van tafel geveegd. Tussen 2006 en 2011 werd het park grondig gerenoveerd, zo werd er een bloementuin aangelegd, een nieuwe skatebaan, een nieuw basketbal- en panna veldje. Tevens werden de contouren van het park ook aangepast en werd de dijk langs het park met 40 cm opgehoogd.’