Gisteren heb ik een recensie geschreven van het boek Filosofie van de waanzin van Wouter Kusters. Deze recensie verschijnt binnenkort in het vakblad Participatie en Herstel. (zie hier) Vorig jaar ben ik zowat een maand lang met dit boek bezig geweest door er dagelijks een weblog aan te wijden. Deze blogs werden uiteindelijk door Lemniscaat (de uitgever van Wouter Kusters) gebundeld in een eenmalige uitgave die mij bij de presentatie van het boek werd overhandigd. (zie mijn blog Garden party)
Ook ging ik nadien met Wouter Kusters in debat op uitnodiging van de Stichting Felix & Sophie in Amsterdam. Dat debat vond plaats in Felix Meritis op 20 mei j.l. (zie hier) Bij die gelegenheid bleek dat Kusters en ik op nogal wat punten van mening verschillen. Kusters vond na afloop dat ik onze verschilpunten teveel uitvergrootte ten koste van datgene waar we het samen wèl over eens zijn, namelijk: de broodnodige rehabilitatie van de psychose als existentiële ervaring. In een van de laatste hoofdstukken van zijn boek gaat Kusters uitgebreid in op mijn bijdrage aan het boek Tegen de tijdgeest, terugzien op een psychose (2011). Ik heb het boek van Kusters in de afgelopen dagen nog eens herlezen. Geen kattenpis, want het is een dikke pil van 750 pagina’s.
Het is wonderlijk om te zien hoe in een jaar tijd dingen gaan verschuiven. Mijn mening over het boek is niet fundamenteel veranderd, maar ik herken nu wel meer achtergronden. Met name de invloed van Louis Sass op het denken van Kusters kan ik nu beter plaatsen. Vorig jaar had ik het boek van Sass – Madness and Modernism: Insanity in the Light of Modern Art, Literature, and Thought (1992) – nog niet gelezen. En nu wel.
In mijn recensie heb ik geprobeerd de positieve kanten van het boek Filosofie van de waanzin – waarvoor al met al grote bewondering heb – duidelijk te benoemen. Maar daarnaast heb ik ook ruimte gegeven aan mijn punten van kritiek die ik nog altijd heb. Ik ga de tekst van mijn recensie hier op mijn weblog nog niet publiceren. Hij moet eerst maar eens in druk verschijnen. Maar misschien is het aardig om de (positieve) slotalinea alvast te citeren.
Die punten van kritiek nemen niet weg dat Filosofie van de waanzin een fascinerend en inspirerend boek is, waarover het laatste woord nog lang niet gezegd zal zijn. De psychoticus bekleedt geen uitzonderingspositie. Integendeel, hij moet worden bevrijd uit zijn medische quarantaine. De psychiatrie heeft de psychose gemedicaliseerd en van zijn mystieke dimensie ontdaan. De dopamine-huishouding van de psychoticus mag dan verstoord zijn, de authentieke ervaringen, die hij opdoet, moeten op hun eigen waarde worden geschat. Het huidige wereldbeeld met zijn bovenmatige waardering voor de rationele en cognitieve kwaliteiten van de mens heeft onze spirituele en expressieve kwaliteiten in diskrediet gebracht. Dat heeft Wouter Kusters in zijn boek op overtuigende wijze aangetoond.
Wouter Kusters treedt ook op in de Nacht van de Filosofie Fryslân die op zaterdag 11 april a.s. wordt gehouden in Tresoar. Wonderlijk genoeg is van alle sprekers inmiddels informatie te vinden op de website van de Nacht van de Filosofie, maar niet van Wouter Kusters. Voor wie wat meer over hem wil weten, biedt onderstaand filmpje een korte introductie.