De Friese identiteit van Omrop Fryslân
Elke cultuur, de Nederlandse en zelfs de Friese cultuur, is altijd een beweeglijke veelheid van culturen geweest. De Nederlandse tulpen kwamen uit Turkije, de Nederlandse aardappel uit Zuid Amerika, het Friese kostuum heeft is ontstaan uit Sits-stoffen Azië, het Hindelooper schilderwerk idem dito. Alleen zijn Friezen in de negentiende eeuw gaan denken dat er een ononderbroken en homogene traditie bestaat die teruggaat naar de oertijd, zelfs naar het oude Atlantis. Dat was geen traditie, maar de uitvinding van de traditie. Dat Friesland teruggaat naar het oude Atlantis dachten ze trouwens al in de zeventiende eeuw.
De huidige archeologen maken korte metten met de negentiende-eeuwse opvatting dat er sinds de oertijd onafgebroken Friezen op terpen woonden. De oorspronkelijke Friezen stammen hebben – volgens de huidige stand van wetenschap – de volksverhuizingen niet eens overleefd. Zelfs in de theorie van de ‘homeopathische verdunning’ wordt er vanuit gegaan, dat er een historische breuk is aan te wijzen met de mythische oerstam. In de vierde en vijfde eeuw, was Friesland nagenoeg ontdaan van zijn Friezen. Daarna kwamen er nieuwe stammen op die zich vermengden en vermengden. Maar de Friezen zijn nog altijd gek op fabuleren. Zij ontdekten wat ooit genoemd is: ‘de fictie van de gefixeerde en normatieve geschiedenis’. Ze adoreren sindsdien elke mythe en vooral de mythe van hun eigen taal, hun memmetaal.
Deze taal zou niet alleen een van de oudste talen van de wereld zijn, maar ook bij uitstek de taal van gevoel en instinct. De taal van de irrationaliteit. De taal ook van de Romantiek. Met die mythe over hun eigen taal kunnen de Friezen hun eigen verstand – als het zo uitkomt – op nul zetten. Ergens in de negentiende eeuw is de mythe van het Friese volk verbonden geraakt met de mythe van de Friese taal. Daarna is de machinerie dol gedraaid in een stationaire toestand van endogeen cultuurnarcisme. Met de erkenning van het Fries als de tweede rijkstaal is deze rampzalige zelfbegoocheling zijn volgende fase ingegaan, namelijk de fase van de institutionalisering van de Friese taal. Die fase is nu in gevaar. De Friese instituties houden hun zieltogende taal in stand in een gesubsidieerde toestand van intensive care. Zij maken van hun taal een mythe en laten zich door deze mythe bezeten houden, als was het maar door zoichzelf telkens weer de vraag te stellen: ‘Wat maakt iemand tot een echte Fries?’.
‘Wat makket immen in echte Fries? Yn in wrâld dy’t rap globalisearret, wurdt ús identiteit bleatsteld oan feroarings. Friezen hawwe in taal en in folksliet, mar wat is de aard fan de Friezen? De jonge sjoernalist Timo Jepkema giet yn dizze Fryslân DOK op syk nei it geheim fan de sterke identiteit fan de Friezen. Klopje de stereotipen? ‘
Met deze pakkende woorden wordt op de site van Omrop Fryslân een documentaire aangekondigd. Vandaag om 17.00 uur hij de ether in en hij staat inmiddels ook al online (zie: hier). Enige weken geleden werd ik benaderd door Timo Jepkema. Hij wilde me spreken over deze documentaire. ‘Hoe wil je dat doen’, vroeg ik. ‘Nou gewoon, over de telefoon,’ zei hij. Het werd een gesprek van een half uur. Gaandeweg begreep ik dat hij zowat mijn hele weblog had nageplozen over wat ik allemaal over Friezen en de Friese identiteit heb beweerd. Dat heet ‘research’ tegenwoordig. Ik noem het gewoon ‘googelen’. Allerlei citaten van mij had Timo op een rijtje staan. Sterker nog, hij kende ze zowat uit zijn hoofd. Iedereen die tegenwoordig wat beweren wil over de Friese identiteit komt vroeg of laat bij mij op de stoep, zo lijkt het. Sinds mijn boek De kleur van Friesland uit 2008 ben ik daaraan gewend, en eerlijk gezegd heb ik daar geen enkel bezwaar tegen.
Zo heb ik Erik Betten al eens een hele middag te woord gestaan over Friesland en de Friezen. Hij schreef het boek De Fries (2013), waarin hij mij uitgebreid citeert. Ook heb ik eens een hele ochtend zitten praten met Kees Botman en Pieter Stellingwerf over Friesland en de Friezen. Hij was bezig met een theaterproductie over dit onderwerp waarvoor hij enkele pakkende uitspraken nodig had. Ook ben ik meerdere malen geïnterviewd over de Friesland en de Friezen voor kranten, tijdschriften radio en tv. Zelfs ging ik een keer live met Goffe Jensma in debat over Friesland en de Friezen. Ruk mij midden in de nacht weg uit mijn diepste REM-slaap en ik zeg u moeiteloos hoe het met de Friese identiteit is gesteld. Heel simpel: hij bestaat niet. Ik ken de Friezen. Ik weet hoe ze ruiken, ruften. Sterker nog, ik laat zelf wel eens een Friese scheet. Maar ik kan de Friezen ook geselen. Wat heet, ik ben een Friezenmepper. En als iemand mij nodig heeft in die kritische rol, dan dien ik graag de publieke zaak. Kost niets, helemaal gratis. Het kost mij alleen tijd, maar je kunt me er altijd voor wakker maken.
Het enige wat ik verwacht is een beetje fatsoen in de manier waarop de dingen dan gaan. En juist daar ging het mis met Timo Jepkema. Nadat we elkaar een half uur lang telefonisch gesproken hadden, zei hij opeens. ‘U begrijpt dat ik u graag zou interviewen voor de documentaire over de Friese identiteit, waar ik momenteel mee bezig ben.’ ‘Dat begrijp ik,’ zei ik, want in dit soort zaken ben ik doorgaans snel van begrip. Maar opeens kwam de aap uit de mouw: ‘Ik kan hier helaas niet zelf over beslissen, want ik moet dit eerst nog overleggen met mijn eindredacteur. Het kan zijn dus dat u niets meer van mij hoort.’
‘O, zei ik, dat zien we dan wel weer.’
En daarmee was dit intensieve gesprek beëindigd. Daarna heb ik inderdaad nooit meer iets van Timo gehoord. Timo had zijn research gedaan op zoek naar de Friese identiteit. De documentaire is een gênante aaneenschakeling van clichés geworden. Het is zoals mijn oud-directeur Piet Hemminga onlangs over Omrop Fryslân concludeerde in een artikel op de site van de Moanne: ‘It nivo fan de skoalkrante wurdt mear as ien kear helle, mar dat is noch krekt te leech as men de goed tolve miljoen euro’s neitelt dy’t de Omrop jierliks oan publike middels kriget.‘
Ach, die Timo Jepkema zat natuurlijk vol goede bedoelingen. Hij ging op zoek naar zijn roots en deed daar publiekelijk verslag van. Hij had alleen niet door hoe onfatsoenlijk hij daarbij te werk ging. Eerst iemand een half uur aan het lijntje houden en kosteloos een beroep doen op zijn tijd en dan…. Ach, typisch Fries, zou ik zeggen. Timo was op zoek naar zijn eigen identiteit die hij tegelijkertijd schaamteloos ten toon spreidde. Achteraf deed hij me denken aan Kermit de Kikker, die verslaggever van het Sesam-journaal die uren lang in de sneeuw staat op zoek naar een man die urenlang de sneeuw staat. De Friese identiteit van Omrop Fryslân is het onbenul waarmee ze daar tegenwoordig te werk gaan.
eddy drost
28 juni 2015 op 10:35
@Huub,
Dat de uitzending niet doorspekt is met citaten van uw hand zal toch niet een grote verrassing zijn. Dit past niet in hun straatje. Advocaat Tjalling van der Goot begrijpt heel goed wat de luisteraars van de Omrop wel willen horen. In zijn op de Omrop voorgelezen maandelijkse column roemde hij de hoogwaardige en onafhankelijke kwaliteiten van de Omrop en maakte hij zich en passant natuurlijk sterk voor de zelfstandige positie van de Omrop. Ook in de Rechtbank houdt hij natuurlijk graag een praatje wat zijn klanten graag willen horen. Het is advocaten eigen. Dat hij zichzelf daarbij belachelijk maakt in de ogen van de echte kenners neemt hij op de koop toe. Ik mag hem wel.
Jelle Breuker
28 juni 2015 op 11:28
Laat mij eens tot de kleingeestige jij-bak wenden. Waar is de Amsterdamse gein gebleven? Of is deze altijd een mythe geweest, noodzakelerwijs ontstaan om je met kinnesinne en een nog sterkere kleingeestigheid dan de mijne in stand te houden? Vanmiddag ga ik naar ‘Froulju fan de see’. En mijn tuin wieden. Deelgenoot worden van eeuwigheden.
eddy drost
28 juni 2015 op 12:23
Jelle, Jelle, please… moat dat sa?
Hoe zou u reageren als iemand van de Omrop naar aanleiding van een geplande uitzending over Fryske tuinen een gesprek met u heeft vanwege uw enorme expertise indeze, en dat u dan later in de betreffende uitzending de door u verstrekte kennis in geen velden of wegen terug kan vinden?
Zou u dan ook niet een beetje pissig zijn?
Jelle Breuker
28 juni 2015 op 13:17
Drost: de wrok bij Mous komt niet voort uit een incident, maar uit een structuur van grotendeels persoonsgebonden verzet tegen Fryslân. Dat Omrop Fryslân hem om informatie vraagt getuigt van het lage niveau van de omroep. De open deur, zo open dat daarmee de inferieure onderzoeksjournalistiek -no ja, wat heet – alweer wordt bevestigd.
eddy drost
28 juni 2015 op 15:27
Jelle, ok, begrijp ik u wat beter. Ik ben danwel niet in Fryslân geboren maar woon al vanaf mijn zesde in Fryslân. Ik voel mij evenveel Fries als alle anderen die hier wel zijn geboren en draag de Fryske taal een warm hart toe. Dat Huub zichzelf een Friezenmepper noemt doet mij ook zeer. Dan deelt hij ook een klap in mijn gezicht uit. Dat hij daar schijnbaar ook nog plezier inschept is moeilijk te doorgronden. Fryslân heeft een schitterende taal en juist het Frysk staat aan de basis van de Fryske identiteit. Bovendien biedt Fryslân een schitterend geheel om in te leven en te wonen. ik wil daar graag dood in worden begraven.
Voor de aardigheid onderstaand de tekst van het door mij geschreven liedje Fryslân myn Fryslân. Duidelijker kan ik mijn gevoel bij Fryslân niet verwoorden. En als het ooit zover is zal dit liedje, gezongen door Agnes Sambrink, zeker gedraaid worden.
Fryslân myn Fryslân
Couplet 1
Do bist de maitiid
In ljip yn ’t lân
Bist ’t ljocht yn ‘e moarn
Wêr ’t libben begjint foar elkien
Tusken blau en grien
Couplet 2
Do bist de simmer
’t seil op ‘e mar
Bist ’t paad dat ik far
Bist ’t hea wêr’t ik te sliepen lei
Yn ’t hert fan de dei
Refrein
Fryslân myn Fryslân
Do hearst bij mij
Fryslân myn Fryslan
Yn dij bin ik frij
Bist myn nacht en do bist myn dei
Fryslân myn Fryslân
Jou mij dyn hân
Fryslân
Jou mij dyn moarn
Bist myn Heitelân
Couplet 3
Do bist de hjerst leaf
De stoarm oer ’t Waad
Bist de daam yn ’t paad
Wêr ’t de fûgels te skûljen lein
Yn in sulveren rein
Couplet 4
Do bist de winter
De redens op ’t iis
Bist de snie yn ‘e nacht
Bist de leafde dy’t elkien socht
Oan ’t ein fan ‘e tocht
Refrein
Fryslân myn Fryslân
Do hearst bij mij
Fryslân myn Fryslan
Yn dij bin ik frij
Bist myn nacht en do bist myn dei
Fryslân myn Fryslân
Jou mij dyn hân
Fryslân
Jou mij dyn moarn
Bist myn Heitelân
Brug ( muziek )
Fryslân myn Fryslân
Jou mij dyn hân
Fryslân
Jou mij dyn moarn
Bist myn Heitelân
Pastoor
28 juni 2015 op 16:36
@Drost en @ Breuker. De heer Huub Mous houdt meer van Fryslân dan jullie ooit kunnen doorgronden. Die liefde uit zich vaak in kritische zin omdat hij herhaaldelijk teleurgesteld wordt in zijn liefde voor onze provincie. Wie de doorgaans platte hufterigheid van Friezen tolereert is mogelijk redelijk geïntegreerd, maar ik denk dat je net een stap verder bent als je je mateloos ergert als je hier bij voortduring -mogelijk onbedoeld- geschoffeerd wordt. Friezen zijn het zich niet bewust, maar ze schofferen mijns inziens aanzienlijk beter dan dat ze hun eigen taal goed kunnen spreken. Kunstenaars en scribenten zijn nu éénmaal geroepen om de leden van een “bepaalde maatschappij” niet in innige zelfgenoegzaamheid te laten verzinken, of geheel ten onrechte te knuffelen. Meneer Huub Mous is dus de beste antropoloog van Fryslân die ik ken. pest kwaliteit niet de provincie uit!
eddy drost
28 juni 2015 op 18:00
@Pastoor,
Dat Huub Mous mij als iemand ziet die hem uit de provincie wil weg pesten kan ik mij niet voorstellen. Als hij dat wel zo ziet is dat zijn goed recht, maar verbaas ik mij er wel over. Als hij zich door een reaktie van mij geschoffeerd voelt dan spijt mij dat. Ik zie er zelf geen schofferen in, maar dat ligt ongetwijfeld aan mijn beperkte intellectuele mogelijkeden. It is net oars. Wat geschreven is staat op papier. Van wat ik vandaag heb geschreven neem ik niets terug. Ik zal zijn blog niet meer volgen. Van Kermit de Kikker kan ik gelukkig ook nog genoeg opsteken.
Jepkema als Hokjesman.
28 juni 2015 op 18:02
Tima Jepkema. De gemankeerde Hokjesman van Omrop Fryslân. Kunnen we dat Omrop-jild niet voor iets beters gebruiken? Heeft Jepkema geen baan, of zit de Omrop klem bij gebrek aan televisiemakers? Van enige kritische beïnvloeding door Mous was niets te merken, noch werd hij genoemd in de aftiteling. ’s Lands wijs, ’s lands eer.
De vooraf in scène gezette toneelstukjes wekten slaap op. De gretigheid en ijdelheid om ook aan dit onnodige televisieproduct mee te werken wekken bij de kijker hopelijk slechts deernis en mededogen op. Word lid van de VPRO en vergeet Omrop Fryslân!
Jelle Breuker
28 juni 2015 op 19:57
Pastoor: ik had graag natuurkundige willen worden om mee te werken aan het ontdekken van buitenaards leven. Of medisch bioloog om een andere oorsprong van het leven te vinden. Te weinig bètahersenen. Dit wetende heb ik noodgedwongen en met grote offers jarenlang mij passende avondopleidingen gevolgd en daarbij behorende functies vervuld. Tientallen jaren volg ik met grote aandacht de ontwikkelingen op de niet voor mij weggelegde vakgebieden en zet mij daar niet tegenaf. Ondanks dat mijn tweelingbroer afgestuurd antropoloog was merk ik op dat antropologie in een wat kwade reuk is komen te staan. Te weinig geduld en discipline – bijvoorbeeld voor feiten – en te veel wensdenken en scoringsdrift bij antropolgen? En verder: zelfbewuste mensen met zelfvertrouwen laten zich niet wegpesten.
Pastoor
28 juni 2015 op 21:32
@ Jelle Breuker. Troost u. Wetenschapshistoricus Floris Cohen meldde, op 6 maart 2010 in de Volkskrant: “Het relativisme is erg doorgeslagen; mensen die het vraagstuk van vooruitgang liever ontwijken met een soort antropologisch perspectief: van buitenaf kijken naar de gebruiken en rituelen. Terwijl echte vooruitgang een wezenskenmerk is van natuurwetenschap, zoals die in de 17e eeuw is ontstaan.” Het vorengaande neemt m.i. niet weg dat we met de analyses van Huub Mous in Fryslân nog een hele tijd vooruit kunnen. Daar hebben we zelfs de Hokjesman niet voor nodig!
Peter Bruinsma
29 juni 2015 op 20:57
Om te janken. Sa min, dizze Fryslân DOK fan Timo Jepkema.
Pastoor
30 juni 2015 op 13:27
@Peter Bruinsma. De Fryslân DOK herinnerde mij aan een citaat van Fernando Pessoa die over de kenmerken van het (Portugese) provincialisme schreef: “Provincialisme bestaat in het behoren tot een beschaving zonder deel te hebben aan de hogere ontwikkeling daarvan- in het mimetisch volgen ervan, derhalve, met een onbewuste en gelukzalige ondergeschiktheid.” Onder meer Timo Jepkema gaf daarvan een staaltje ten beste, waardoor de functie van Omrop Fryslân steeds meer arbitrair wordt omdat het journalistiek ook al niet veel voorstelt: laat staan als “taalbevorderaar”.