Bij een bepaalde stand van de zon verschijnt op de Fersehturm in het voormalige Oost-Berlijn een kruis. De toren, die in 1969 werd gebouwd, was bedoeld als een pronkstuk van het communistisch systeem, een monument voor de toekomst, dat tot ver in West-Berlijn zichtbaar zou zijn. Het kruis van licht verscheen dan ook als een onbedoeld religieus symbool op een uiting van propaganda voor de a-theïstische heilstaat. Toen de West-Berlijners dit in de gaten kregen, was het leedvermaak dan ook groot. Het gerucht ging als een lopend vuurtje rond dat de Stasi met alle mogelijke technische middelen de reflectie van het zonlicht teniet wilden doen. Tevergeefs: het kruis bleef verschijnen, zodra de zon zich aandiende. Zo groeide dit kruis uit tot een van de mythes van het vrije Berlijn. Onder West-Berlijners kreeg het kruis op de toren al gauw de bijnaam ‘Die Rache des Papstes’, ‘de wraak van de paus’.
Op een wonderlijke manier doet dit kruis me denken aan het jaar 1987. Dat was een jaar dat voor mij onstuimig verliep. Ik had de Kanselarij gekraakt. De sleutel kreeg ik zomaar mee, toen ik hem had gevraagd de Inspectie van Domeinen die in die tijd kantoor hield in een pand vlak achter het huis waar ik nu nog altijd woon in Leeuwarden. Hierboven sta ik met die sleutel op de foto. Ik voelde me de koning te rijk. Er kwam een tentoonstelling in de Kanselarij met een verkiezing: ‘Kunstenaars kiezen kunst.‘ Ze moesten toch wat, die kunstenaars, nu de BKR was opgeheven. Handen uit de mouwen dus. De organisator is later met de noorderzon vertrokken. En met de poet geloof ik. Daarna werd de Kanselarij nog een tijdlang door anderen gekraakt. ‘Kunststation’ heette dat. Een hele leuke tijd, want er gebeurde van alles. Maar op het Provinciehuis zagen ze het met lede ogen aan. Men was bang voor brand of andere kalamiteiten.
Achteraf is het een wonder dat er nooit ongelukken zijn gebeurd. In november van 1987 ging in de Grote Kerk de tentoonstelling ‘Ecce Homo’ van start. Het waren de gloriedagen van Regnerus Steensma. Er hing werk van Elvira Bach en Arnulf Rainer en de Duitse ambassadeur Otto Von der Gablentz verrichtte de opening. Ik zelf raakte behoorlijk van de kook in die tijd. Op het manische af. Opnieuw aan de trilafon dus, een antipsychotisch middel. Daarna werd alles weer rustig. Tenminste… for the time being. Johanneke Liemburg was als gedeputeerde van cultuur aan de macht gekomen en die had het op de Fryske Kultuerried voorzien, de instelling waar ik destijds werkzaam was. Door al dat gedoe om me heen werd ik behoorlijk strijdbaar. Het werd voortaan pompen of verzuipen. Linksom of rechtsom: al maar rechtdoor, met of zonder jou.
Op 12 juni 1987 hield president Reagan zijn beroemde rede op een spreekgestoelte voor de Brandenburger Poort. Ik kan me nog goed herinneren dat ik dit integraal op tv heb gezien. (zie: hier) Ik was sprakeloos. De acteur Reagean ontpopte zich opens als een begenadigd spreker. Deze rede is vooral bekend geworden door de oneliner ‘Mister Gorbatschov, tear down this wall!’ maar Reagan had die dag meer te vertellen. Twee jaar voor de val van de Berlijnse muur rook hij de overwinning die in aantocht was. In een bijna halfuur durend betoog zette hij zijn Oostblok-politiek uiteen en onderwijl schetste hij een beeld van de naoorlogse geschiedenis van Berlijn. Hij verwees daarbij naar Kennedy en en de Koude Oorlog, naar de luchtbrug op Tempelhof, maar vooral ook naar het Marshallplan, dat in 1947 van start was gegaan, precies veertig jaar geleden dus in 1987. Het was een historisch moment op een historische plek. Door de vooruitziende blik van de Amerikanen waren West-Berlijn en West-Europa gevrijwaard gebleven van de communistische terreur. Reagan verwees ook naar zijn eigen strijd in de wapenwedloop, die de Russen uiteindelijk op de knieën kreeg: ‘Because we remained strong the Soviets came back to the table’.
Ik denk dat veel Nederlanders die woorden op dat moment liever niet wilden horen. De anti-kruisraketten demonstratie, die nog maar vijf jaar tevoren had plaatsgevonden, had destijds maar liefst 550.000 Nederlanders op de been gebracht. Het anti-amerikanisme was diep ingedaald in de Hollandse volksziel. ‘Hollanditis’ was in de jaren tachtig zelfs een internationaal begrip geworden. Reagan richtte zich in zijn rede in Berlijn rechtstreeks tot al deze demonstranten, waar ook ter wereld, en de geschiedenis heeft hem gelijk gegeven. Raegan is na Roosevelt misschien wel de belangrijkste president geweest die Amerika in de twintigste eeuw heeft gehad. Hij wordt nog altijd zwaar onderschat, in dezelfde mate wellicht waarin Kennedy nog altijd wordt overschat.
Maar de meest wonderlijke passage bewaarde Reagan voor het eind van zijn rede. Zijn betoog kreeg na twintig minuten een bijna religieus karakter. ‘What keeps you here in Berlin?’ vroeg hij aan de aanwezige Berlijners, en het antwoord gaf hij zelf. Het was een diepgevoelde behoefte om ja te zeggen tegen de toekomst. Ja tegen alles wat de totalitaire systemen willen onderdrukken: creativiteit, vrijheid en vooral liefde. Reagan sprak over de symbolen van liefde en gebed die onoverwinnelijk zijn. Hij wees op het kruis dat op de top van de kerktorens staat, maar ook op een seculiere structuur als de Fernsehturm in Oost-Berlijn is verschenen, ook al hadden de autoriteiten er alles aan gedaan om juist dat te voorkomen. ‘The light makes the sign of the cross.’ De wraak van de paus werd uiteindelijk ook de overwinning van Reagan.
Het was een raar jaar, 1987. Het jaar van de sleutel en het kruis. U2 had een hit met With or without you.