In de diepe trance van de Parijse slaapsteden herkende Le Roy de raadselachtige woorden van Debord over de ontvreemding van de tijd. Op een gedenknaald, die de architect Aillaud aan het begin van de wijk had laten plaatsen, stond letterlijk te lezen: ‘La Grande Borne … commencé a vivre en août 1971.’ Wat Le Roy vier jaar later aantrof was een getto waar de tijd letterlijk was stilgezet. Niet het leven was hier begonnen, maar de dood. Hij begreep dat de oplossing niet lag in het denken, maar in het doen. De beste kritiek kun je niet in woorden vatten, maar door aan de verbetering van de toestanden te werken. Die arbeid heeft Le Roy verricht, decennialang en onvermoeibaar en zonder een spoor van fatalisme, laat staan van wanhoop. Integendeel, Le Roy is de filosoof van de hoop.
‘De wereld bezit reeds lang de droom van een tijd, waarvan zij nog slechts het bewustzijn behoeft te bezitten om hem werkelijk te leven,’ schreef Debord. Le Roy heeft geprobeerd die droom te verwezenlijken. Het is een droom van een stad die bestaat uit de creatieve potenties van al haar bewoners. De droom van een ‘Homo Ludens in de Kosmopolis’. Of zoals Le Roy het zelf verwoordde, een droom van een ‘cultuur die evenals de religieuze culturen in het verleden, met behulp van de komende generaties volledig zal kunnen worden uitgebouwd.’
Uit: De Fries die in de toekomst sprong, Fries modernisme in de jaren zestig
Zie de Website van de Stichting Tijd