Begin jaren zestig logeerde ik in de kerstvakanties bij een schoolvriend die ik nog kende van de lagere school in Amsterdam. Zijn ouders hadden een apotheek op de Voorstreek. Deze apotheek – Tromp Visser genaamd – bestaat niet meer. Het is een statig huis met een zolder die zo groot was dat we daar makkelijk konden voetballen, met wat oude matrassen op de grond voor het doel. Ook gingen we wel naar de bioscoop, waar meestal draken van films draaiden, zoals Slangenoog, een cowboyfilm die ik me nog herinner omdat hij zo ongelooflijk slecht was. In het huis van de apotheek van Tromp Visser – zo las ik later – heeft in het begin van de vorige eeuw ook de jonge Slauerhoff gespeeld. Hij was als schooljongen bevriend met ‘Pilo’, de zoon van Tromp Visser.
Uit: De Fries die in de toekomst sprong, Fries modernisme in de jaren zestig
Dit is hem dan, de Chinees die in de toekomst sprong. Zijn naam is Gwan Kwee. Opeens dook hij op bij mijn boekpresentatie eergisteren in Tresoar. Fotograaf Sipco Feenstra vereeuwigde hem. Helemaal onverwacht was zijn verschijning niet, want ik ken Gwan al vanaf de derde klas van de lagere school. Dat was het schooljaar 1956-1957 op de Peetersschool in Amsterdam Zuid. Eerder schreef ik over hem in mijn blog The best of both worlds. Bij Gwan logeerde ik ook altijd in de kerstvakanties in het begin van de jaren zestig. Gwan’s vader had in 1960 Apotheek Tromp Visser aan de Voorstreek gekocht.
Apotheek Tromp Visser van de Voorstreek ( foto: HCL)
Toen ik in 1960 naar het Ignatiuscollege ging, belandde Gwan op de Rijks HBS op het Zaailand. Daar zag hij vanuit zijn klaslokaal op 21 maart 1963 de grote brand bij de V&D aan de overzijde. Het was was het sluitstuk van een bewogen winter, die vooral bekend zou worden door de ‘de tocht der tochten’ van Reinier Paping. Ook de opening van de Frisiana in de Frieslandhal in september van dat jaar kan Gwan zich nog goed herinneren, zo vertelde hij mij.
Ook in Amsterdam waren er veel branden die winter. Het gebouw van C&A aan het Damrak vloog in de hens en in de Spuistraat gingen zo’n tien panden volledig in rook op. Mijn oudste zus Mariet woonde in die tijd aan het Singel, aan de achterkant van de Spuistraat. Haar huis liep door die laatste brand flinke waterschade op. Het was een ijskoude winter, maar met fire on ice. Het bluswater leverde prachtige ijspegels op.
Er kwam trouwens nog een oud-Leeuwarder zomaar opdagen bij mijn boekpresentatie. Dat was niemand minder dan Cees Andriesse, over wie Philippus Breuker mij ooit verteld dat zijn geleerdheid in de exacte vakken wellicht schuil zou kunnen gaan achter het pseudoniem ‘Wiersma’ (tegenwoordig ‘Aldous H.’), de raadselachtige figuur die met schier onnavolgbare teksten vrijwel dagelijks reageert op mijn weblog en van wie wij inmiddels weten dat hij in Amerika woont.
Eddy Drost – ook aanwezig bij Tresoar (ietwat overdressed met een wat al te fleurige stropdas) – beweert dat hij zeker weet wie de ware Wiersma is. Eddy wil de identiteit van Wiersma echter niet onthullen. Wel heeft Eddy Drost in de afgelopen weken met man en macht geprobeerd om mij met mijn nieuwe boek aan tafel te krijgen bij het programma De wereld draait door. Dat had dus gisteravond moeten gebeuren, maar het is helaas miet gelukt. Alles hoop is nu gevestigd op het programma Boeken van Wim Brands.
Cees Andriesse (links) in gesprek met uitgever Louw Dijkstra van Wijdemeer
Maar terug naar Gwan, de Chinees die in de toekomst sprong. Onlangs was hij op vakantie op de Canarische eilanden en daar tof hij op het vliegveld het volledige elftal van ADO Den Haag. Zij dachten dat Gwan Wang was, de mysterieuze Chinese sponsor van ADO Den Haag, de geldschieter die een tijd lang spoorloos was en zijn toegezegde pecunia maar niet over wilde maken. Even heeft Gwan de spelersgroep in de waan gelaten. Hij lijkt ook op sprekend op Wang. Niet omdat alle Chinezen op elkaar lijken maar Gwan lijkt op Wang als twee druppels water.
Als je zijn bij de de naam Gwan de letter G van voren naar achteren verplaatst, dan krijg je ook inderdaad ‘Wang’ in plaats van ‘Gwan’. Chinezen schrijven voor- en achternaam ook andersom, dus waarom ook niet? Gwan heeft dat de spelers van ADO Den Haag nog proberen uit te leggen, maar het mocht niet laten. Het toeval wilde dat hij op de vliegreis terug weer de spelers tegenkwam. Ze moeten dus echte gedacht hebben dat Wang hen goed n de gaten hield.
Gwan is overigens al lang uit Leeuwarden weg. Hij ging in de tweed helft van de jaren zestig studeren in Groningen en woont daar nog altijd. Hij is psycholoog, levenskunstenaar en sinds jaar en dag berucht om zijn practical jokes. Bij de boekpresentatie had hij een passend cadeau voor me mee gebracht. Behalve het boek Oplevingen van het denken van Martha Nussbaum kreeg ik van hem de CD Canta Slauerhoff van Cristina Branco.
Op de hoes van deze CD is de Voorstreek te zien met die andere apotheek die daar nog altijd is, gebouwd in Jugendstil. Pilo Tromp Visser en Jan Jacob Slauerhoff kwamen in onze gedachten weer even bijeen. Ook Vestdijk heeft Pilo Tromp Visser goed gekend, zo las ik onlangs in zijn biografie. Zo kwam eergisteren alles weer even voorbij. Maar vooral de jaren zestig in Leeuwarden zoals ik die door Gwan heb leren kennen. In mijn boek schrijf ik daarover het volgende:
Van een echt uitgaansleven was begin jaren zestig echter nog nauwelijks sprake. In Leeuwarden was een van de weinige oases de zondagse jazzmiddag in Bar Paris in de Oude Doelensteeg. Daar troffen ook enkele jonge kunstenaars elkaar die gezamenlijk het kunstenaarshuis Beeg ’62 oprichtten in een bouwvallig pand aan de Heerestraat. Voor de rest was Leeuwarden begin jaren zestig vooral een saaie stad waar het soms leek of er sinds de oorlog niets meer gebeurd was. Uit de grachten sloeg ’s winters de damp omhoog van het warme water en de straatlantaarns spiegelden zich in het natte asfalt van de binnenstad. De herinneringen aan de oorlogsjaren waren ver weg in die dromerige provinciestad waar doorgaans nooit wat gebeurde.