Paparazzi in Leeuwarden

KLEIN 13035494_1032838490087878_14521552_o kopie

(foto: Jacob van Essen)

Je kunt in Leeuwarden je kont niet keren of je komt op straat een fotograaf tegen. Vorige week liepen we even over de Emmakade.. en ja hoor, daar was hij weer: Jacob van Essen. Eerder had hij me al eens betrapt onder het Stephensonviaduct, waar ik om nog altijd onopgehelderde redenen met een oud televisietoestel liep te  sjouwen, wat een intrigerend plaatje opleverde tegen de achtergrond van de daar aanwezige graffiti. Maar bovenstaande foto slaat alles. Als Jacob met dit thema nog even doorgaat, kan hij onder het motto ‘de lachende rolstoel’ hoge ogen gaan gooien voor een Zilveren Camera.

Eergisteren was het weer raak. We zaten nog niet koud op het terras van De Walrus op het Gouverneursplein of daar kwam Willem Winters met zijn indrukwekkende Nikon-camera de hoek om. Voor we het ons goed en wel realiseerden waren we alweer vastgelegd voor de eeuwigheid. Ik probeerde nog even mijn laatste slok trapistenbier achterover te slaan. Klok..klok… zei ik. Klik.. klik… zei de camera. En ook Marijke moest eraan geloven. Paparazzi zijn het. Maar wel netjes dat ze de foto nog even toesturen.

Willem overhandigde mij nog wel even de uitnodiging voor de presentatie van zijn nieuwe boek Hast ek Weinrotten dat hij samen met Anneke van Renssen heeft geschreven. Het boek gaat over hun gezamenlijke herinneringen aan de tijd dat ze in een klein huisje in Oudwoude woonden. Dat was van 1971 tot 1984. Daar richtten zij toen een nieuwe afdeling van de PSP op, startten een protestactie tegen het militair oefenterrein in de Lauwersmeer, stelden de praktijken van de Kollumer Chemie aan de orde, richtten een peuterspeelplaats op en voerden de eerste actie om glasbakken te plaatsen. De presentatie van het boek vindt plaats op 20 mei a.s. om 15.00 uur in het dorpshuis in Oudwoude, Wytgeast 14.

Overigens gebeurde bij het afrekenen daar op het terras van De Walrus nog iets raars. De ober haalde zo’n apparaatje tevoorschijn waarmee ik ter plekke kon pinnen. Toen de penningen eenmaal waren gestort, vroeg hij doodleuk: ‘Piemel mee?’ Ten minste, dat verstonden wij allemaal!  Ik dacht, ik doe net of ik het niet gehoord heb en zeg gewoon: ‘Nee dank u.’ Maar Marijke wil in dit soort situaties altijd het naadje van de kous weten. ‘Hoezo piemel mee?’ vroeg zij. Het bleek dat hij had gezegd: ‘Pinbon mee?’ Ik geloof niet deze ober de spraakverwarring erg op prijs stelde. ‘Waar het hart van vol is….,’ zo reageerde hij en verdween in het rumoer van het terras.

scanhuuh20001

(foto: Willem Winters)

KLEINscanmarijke20001 kopie

(foto: Willem Winters)