Maria was de naam

untitled

Marijke bij een Lourdesgrot in Zuid-Limburg, 1973

‘Het lijkt of we niet meer kunnen rouwen, zoals we ook vergeten zijn wat het is om zwaarmoedig te zijn. Depressie is een modewoord geworden, omdat we niet meer lijken te weten dat de melancholie bij het leven zelf hoort. Tegelijk is er een wildgroei ontstaan in nieuwe rituelen rond begrafenis en crematie, omdat het religieuze ritueel achter de horizon verdwenen is. In een totaal geseculariseerde wereld verliest het bestaan stilaan zijn ernst en zijn zwaarte. Dat verlies wordt het eerst zichtbaar daar waar de ernst en de zwaarte voorheen ook het zwaarst waren: in de zwaarmoedigheid en in de rouw.’

Zo besloot ik op 2 j.l. mijn blog De zin van de zwaarmoedigheid. Niets wees er toen nog op dat ik drie maanden later aan den lijve zou ondervinden wat deze woorden in werkelijkheid betekenen. Marijke was toen nog vol levenslust. Ze begon de mogelijkheid van een vakantiereis weer onder ogen te zien. De laatste jaren hebben we veel gereisd. Altijd met de bus. Zo kwamen we in Spanje, Italië, Griekenland, Hongarije en Kroatië. Maar ook in Lourdes. Dat was in 2012, een jaar voordat mijn boek Modernisme in Lourdes zou verschijnen.

Hoewel het katholieke geloof bij ons beiden ver was weggezakt, was het bezoek aan Lourdes voor Marijke een openbaring. Zij vond die reviaanse poppenkast prachtig, maar ook de sfeer van barmhartigheid, de intense aandacht en zorg voor de zieken. Ze stak een kaars op, zoals ze altijd deed als ze in een Mariakapel kwam. Bij de bron tapte ze een flesje Lourdeswater. Daarmee zou ze later nog het manuscript van mijn boek besprenkelen, voordat ik het nog één keer zou opsturen naar een uitgever. En met succes. Eindelijk werd het gepubliceerd.

Marijke had iets met Maria. Sterker nog, ze is naar haar vernoemd. Maria Gertrudis Francina, zo luidden haar namen voluit. In 2010 moest ze voor het eerst een zware operatie aan haar heup ondergaan. Toen ze bijkwam uit haar narcose, keek de zaalzuster even op haar formulier en riep: ‘Maria, Maria…!’ Marijke ontwaakte en verkeerde – zo vertelde ze later – even in de veronderstelling dat ze in de hemel was beland.

In 2014 moest ze weer een zware operatie ondergaan, nu aan haar bovenbeen. Het was een jonge, pas afgestudeerde chirurg die haar zou helpen. Vooraf zei hij dat het moeilijk zou worden. Toen Marijke dat hoorde, zei ze dat hij voor de operatie eerst samen met zijn assistenten een dansje moest maken. Dat hebben ze toen gedaan. De operatie verliep vlekkeloos. Nee, een somberman is ze nooit geweest.

We hebben nog even overwogen om bij de uitvaart van Marijke als laatste het Ave Maria te laten klinken. Uiteindelijk zagen we daarvan af. Het werd uiteindelijk La Mama van Aznavour. Al was het maar omdat ook hier het Ave Maria in voor komt. Maar ook vanwege dat ene beeld in de tekst. De kinderen die in het holst van de voorlaatste nacht overal vandaan kwamen om nog op tijd bij haar te zijn.