Herinnering aan Guus van Bladel

foto-2-13-0001

foto-2-13-0p001

Eergisteren werd bekend dat Guus van Bladel in de Maleisische stad Malakka is overleden. Hij was 85 jaar oud. Van Bladel werd bekend door zijn vriendschap met Gerard Reve met wie hij in de jaren zeventig samenwoonde in Weert. In de aanloop van mijn boek Modernisme in Lourdes, Gerard Reve en de secularisering heb ik een aantal malen contact met hem gehad. Hij was benieuwd naar mijn boek. Nadat ik hem een exemplaar had toegestuurd ontving ik bovenstaande nieuwjaarskaart in januari 2014. Dat was volgens de Chinese kalender het jaar van het paard. De kaart – met op de achterkant een bedankbrief – hangt sindsdien ingelijst boven mijn bureau als een mooie herinnering aan een bijzondere man.

Guus van Bladel kreeg in 1994 landelijke bekendheid door zijn betrokkenheid als begeleider van de ter dood veroordeelde Nederlander Johannes van Damme. Ik kan me nog herinneren dat ik na mijn lezing in de OBA, in december 2010, hierover nog even met Bert Boelaars heb gesproken. Bert Boelaars is de auteur van het boek Koninklijke Jaren, de Weerter periode van Gerard Reve (2002). Ook Egbert Tellegen was daarbij. Tellegen, die een boek heeft geschreven over drugs Het utopisme van de drugsbestrijding (2008), kon zich nog heel wat details van die zaak herinneren. In mijn boek Modernisme in Lourdes schreef ik over Guus van Bladel het volgende:

Guus van Bladel – destijds een fervent Maria-vereerder – heeft Gerard Reve begin jaren zeventig op het spoor van Lourdes gezet en ook zijn eerste Lourdes-bedevaart georganiseerd. Dat was 1972, in mei, de Mariamaand. In het boek Koninklijke jaren, de Weerter periode van Gerard Reve van Bert Boelaars is hierover het een en ander te vinden. Eind 2010 was Boelaars nog eens bij Guus van Bladel op bezoek, in Malaka, waar hij al geruime tijd woonachtig is. Hij heeft hem toen nogmaals uitvoerig gesproken, onder meer over de biografie van Nop Maas, waar Van Bladel ontevreden over is, met name over de wijze waarop zijn vriendschap met Reve is weergegeven. Een samenvatting van dit gesprek werd gepubliceerd in De Gids van 2012/4. Uit zijn aantekeningen stuurde Bert Boelaars mij enige aanvullende informatie toe. Over ‘Lourdes en Reve’ zei Van Bladel onder meer het volgende:

‘In ons leven speelde Lourdes een hele grote rol. Helaas kan ik dat verder niet aantonen omdat de brieven van Gerard aan mij zich in het gesloten archief van Johan Polak bevinden. Heel jammer dat ik er niet aan gedacht heb kopieën te maken toen ik ze aan Johan in bewaring gaf. Ik zag Gerard als een goede vriend en het is niet bij me opgekomen om kopieën te maken van zijn brieven aan mij. […] Wat Lourdes betreft: maanden hebben we ons voorbereid op de bedevaart. Gerard had een boek over Lourdes gekocht en aan mij had hij een goede gids, want ik was daar al driemaal geweest. Ik had hem ook verteld wat mij als kind was overkomen.

Nog geen jaar oud kreeg ik een dubbele longontsteking. Mijn oma ging naar Lourdes en zei: als mijn kleinzoon blijft leven zal ik zorgen dat hij tot zijn zevende alleen maar blauw en wit zal dragen. Die zondag was er afscheid van de tram van Waalwijk naar Den Bosch. Wij woonden aan de Putstraat waar die tram langskwam. Terwijl mijn oma in Lourdes in de Sacramentsprocessie meeliep trok voor ons huis de bestuurder van de tram plotseling aan de hendel. Tuut tuut, een enorm kabaal. Ik schrok wakker en moest slijm opgeven. De verpleegster zei: hij komt er doorheen, het slijm is eruit. Ik heb inderdaad tot mijn zevende blauw en wit gedragen. Deed mijn eerste communie in een matrozenpakje. Dit verhaal maakte diepe indruk op Gerard.

Wij reisden met zijn grote bus zodat we niet in een hotel hoefden. Toen we vertrokken zijn we eerst vanuit Weert naar mijn familie in Waalwijk gereden. Die zondag deed mijn naamgenoot, Guusje van Bladel, zijn eerste communie. We hadden veel bekijks toen we wegreden. Afscheid nemen, dat hoorde zo. Ook in Amsterdam, bij zijn vader en Jo. Vlakbij Lourdes hebben we de auto aan de kant gezet en gebeden. Toen we het plaatsje binnenreden zongen we Marialiederen. Gerard parkeerde zijn bus in de buurt van de heiligdommen. We zijn twee nachten gebleven, 21 en 22 mei 1972, en we namen aan alles deel. Twaalf ansichtkaarten stuurde Gerard, aan verschillende personen. Op elke kaart een andere impressie. Als je ze achter elkaar zou lezen vind je zijn visie op Lourdes. De biograaf liet na te vermelden dat Gerard samen met mij deze reis ondernam.’

Guus van Bladel schonk Reve ook het kleine beeld ‘schoenmaat 38’ van de Onze Lieve Vrouw van Lourdes, dat in De Taal der Liefde voor het eerst ter sprake komt. ‘We moeten ook nog naar Lourdes naderhand,’ schrijft Reve dan. Daarna is Reve nog meerdere malen in Lourdes geweest.

Ik had graag een foto van Gerard Reve in Lourdes op de cover van mijn boek gezien. Een dergelijke foto heb ik echter nergens kunnen vinden. Daarom heb ik Guus van Bladel nog gevraagd of hij misschien een dergelijke foto in zijn bezit had. Hij antwoordde mij in juli 2013 het volgende:

Geachte Heer Mous,

Helaas heb ik geen foto van deze pelgrimage. Maar we waren goed voorbereid. Gerard had een boek over Lourdes aangeschaft en wist er veel over te vertellen. Gerard was niet alleen een voortreffelijke auteur, maar hij was ook een bewogen theoloog. Hij was met name extra geïnteresseerd in Maria en noemde die binnenskamers DE VIERDE PERSOON GODS.

Ik wens U veel succes met Uw boek.

Hartelijke groet,

Guus van Bladel

Voor de cover koos ik uiteindelijk een foto die door Marijke in Lourdes is gemaakt. Daar kan de zelfs de VIERDE PERSOON GODS, wier naam zij droeg, geen bezwaar tegen hebben gehad.

img_0154

Zie ook mijn blog: De heilzame waanzin van Lourdes