Middellandse Zee, Saintes-Maries-de-la-Mer, 1975
Op het kerkhof van Rasteau, 1975
Opnieuw twee foto’s. Eigenlijk had ik alleen de bovenste willen laten zien. Maar aan de tweede zit een verhaal vast, waarover straks meer. Het is zomer 1975. We hadden samen met Gwan en Tineke een huisje gehuurd in Rasteau, een dorpje in de Provence. Van daaruit maakten we dagtochten met een gehuurde auto. Onder meer dwars door de Camargue op weg naar Saintes-Maries-de-la-Mer. Daar hebben we nog gezwommen in de Middellandse Zee.
Vannacht had ik een rare droom. Marijke en ik hadden op de rommelmarkt een opgezet hert gekocht. Niet zo’n kop voor aan de muur, maar een hert met alles erop en eraan. We gaven hem een mooi plaatsje in de huiskamer. Toen droomde ik dat ik wakker werd. Er was gestommel beneden. Ik holde de trap af en zag dat het hert tot leven was gekomen. Hij maakte rare sprongen door het huis en gooide van alles om. Ternauwernood kon ik hem in bedwang krijgen. Ik vertelde het aan Marijke en die zei dat het hert het huis uit moest. Dit kon zo niet langer.
Toen ik wakker werd herinnerde ik me opeens de tweede foto uit Rasteau en het verhaal dat er achter zit. We liepen daar op het kleine kerkhof en verbaasden ons over de prachtige graven en de vele bloemen. Opeens zagen we een grafschrift dat ons deed lachen. ‘Au Revoir’ stond er in de steen gebeiteld. Bij dat graf heb ik deze foto genomen. In mijn herinnering wees Marijke met haar vinger naar het graf, maar toen ik de foto terugvond in het album, zag ik dat dit niet zo is. Ze kijkt recht in de camera.
Ik stond op om een ontbijt te maken. Toen ik het deurtje van de glazenkast in de serre opendeed, gebeurde me hetzelfde wat me op de dag na haar overlijden overkwam. Ik bukte om iets op te rapen, stond op en stootte met mijn hoofd tegen het deurtje dat losschoot en op de grond viel. Het deurtje heeft een beschilderde glazen ruit met de voorstelling van een zeilschip. De vorige keer ging het goed. Het glas bleef heel. Maar nu ging het mis. De glazen ruit viel in zeven stukken uiteen. En ja.. ik heb gevloekt.
Ik heb het al eerder gezegd, het spookt hier in huis. ‘s Nachts springt er een hert rond en overdag valt er een ruit stuk. Maar ik ben er niet meer bang voor. U zult misschien wel denken: gaat het wel goed met die jongen? Jawel, het gaat goed. Marijke was de luidruchtige kracht die pal achter me stond. Dat is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven. Nooit staakt zij haar wild geraas. Morgen zal ik weer staan zingen onder de douche. ‘Neem me mee, Marijke! Neem me mee… naar de Middellandse Zee!’