Willem en Ingrid
Tja daar sta je dan samen na al die jaren op het Zaailand. Willem en Ingrid zijn studiegenoten van mij. Samen met Willem begon ik in 1970 aan de studie kunstgeschiedenis in Amsterdam. Ingrid begon een jaar later en kort daarop leerde ze Willem kennen. Ongeveer in dezelfde tijd werd ik verliefd op Marijke. In april 1972 ging ik samen met Willem op excursie naar Venetië. Zij lazen nog onlangs hierover op mijn blog en namen contact met mij op.
Net als Marijke wachtte Ingrid destijds met smart op brieven uit Venetië. Er was weer eens een poststaking in Italië. Toen die eindelijk voorbij was, kwamen die brieven opeens allemaal tegelijk. Onze liefdes gingen gelijk op. Willem en Ingrid trouwden eind februari 1974. Marijke en ik een week later, op 1 maart. Op hun bruiloft hebben we nog gedanst op American Pie van Don McLean.
Zij woonden toen in Amsterdam-Zuid, niet ver van de Saffierstraat, waar wij woonden. Nu wonen zij in de Rivierenbuurt, dichtbij het Scheldeplein. Ingrid heeft nog altijd een plant die Marijke haar gaf toen wij uit Amsterdam vertrokken. Hij groeit nog steeds. Dat had Marijke moeten weten. Haar plant in Amsterdam!
In 1977 vertrokken wij naar Leeuwarden. Daar zijn Willem en Ingrid nog één keer bij ons op bezoek geweest. Dat was in 1978, toen wij in Aldlân woonden. Daarna verloren we elkaar uit het oog. De enige keer dat ik Willem nog wel eens zag, was in het ‘oude’ Stedelijk Museum, waar hij in de bibliotheek werkte. Daar werkt hij nog altijd, maar je kunt er nu niet meer naar binnen kijken zoals vroeger. Ingrid heeft een baan op het Instituut voor Filosofie bij de UVA.
We hadden elkaar gisteren heel wat te vertellen. Verhalen over Marijke natuurlijk. Over haar grote mond en ontwapenende lach. Maar ook over onze avonturen samen met Erik en Karel in Venetië. We hebben met zijn vieren daar zelfs nog Peggy Guggenheim geïnterviewd. We spraken over de jaren dat je nog kon studeren tot je een ons woog.
Hoe vaak hebben we tussen de middag niet gevoetbald op het Museumplein. Willem had een gave techniek en presteerde het een keer om de bal met de hak – achterover zijn hoofd heen – tegen de paal te schieten die als doel fungeerde. We spraken over Hessel Miedema en verder over al die jaargenoten die uitwaaierden over het hele land. Waar zijn ze gebleven allemaal? Willem ziet er nog wel eens een in het Stedelijk.
Willem en Ingrid trakteerden mij op een lunch bij De Dikke Van Dale aan de stille kant van de Nieuwestad. Toen we terugliepen naar de parkeergarage, kwamen we weer door het Fries Museum, waar zij eerder die ochtend de tentoonstelling van Alma Tadema hadden gezien. Nu stond er een grote rij bij de kassa. Allemaal onze leeftijd. Vijftig tinten grijs. Ik zei nog tegen Willem: ‘We behoren nu zelf tot de doelgroep. Daar hebben we het allemaal voor gedaan.’
Bij het afscheid leek het of er in al die jaren niets veranderd was. Hoog boven het Zaailand moet Marijke ons gezien hebben. Het is niet onopgemerkt gebleven.