Het is 15 juli j.l.. We aten in Restaurant Post Plaza in Leeuwarden met restaurantbonnen van Albert Heijn. Jurriaan nam een foto met zijn I-phone en maakte er vervolgens met een app bovenstaand ‘schilderij’ van. Het was vreemd genoeg een heel gelukkige tijd. Marijke herstelde gestaag en we maakten al weer plannen om samen op vakantie te gaan.
Met de wereld ging het minder. De dag daarvoor was er in Nice een verschrikkelijke terreuraanslag gepleegd. Op de Boulevard des Anglais reed een vrachtwagen in op de menigte die had staan kijken naar het vuurwerk t.g.v. de nationale feestdag. Minstens 86 mensen werden gedood. De chauffeur reed twee kilometer over de boulevard en werd achter het stuur door de politie doodgeschoten.
Het gebeuren liet mij niet los. Ik begon te schrijven en te schrijven…. en ik raakte in een flow. Dat ging vier weken zo door. Het resultaat was een essay van 123 pagina’s dat ik als titel meegaf: Jihad of verstandsverbijstering/Psychiatrie & filosofie in tijden van terreur. Het gaat over het grote zwijgen van de hedendaagse psychiatrie over het nieuwe grensgebied tussen acute psychoses, snelle radicalisering en terroristisch geweld.
Die tekst heeft inmiddels een wonderlijke weg afgelegd en is al heel wat mensen onder ogen gekomen. Eergisteren kreeg ik te horen dat ik in februari a.s. een lezing van een half uur mag houden op een symposium in Amsterdam dat aan dit onderwerp wordt gewijd. Nadere berichten hierover volgen nog.
Het kan raar lopen in het leven. Op 15 juli, bij dat etentje in Post Plaza, hadden we geen idee wat ons nog boven het hoofd hing. The future’s not ours to see. En dat is maar goed ook. Marijke zou deze uitnodiging heel mooi gevonden hebben. Misschien vindt ze dat nu ook wel. Waar ze ook mag zijn, of waar ik haar ook vinden mag.
Ik laat haar nog niet gaan. Soms heb ik het idee dat ook zij mij nog niet loslaat.