Requiem voor Pépée

20001

Gisteren was mijn verjaardag. Bij deze wil ik iedereen hartelijk danken voor de felicitaties die ik heb mogen ontvangen. Ik ben nu 69. De laatste keer dat ik een verjaardag zonder Marijke vierde was in 1970, 46 jaar geleden. Ik werd toen 23 jaar.

Het was een rustige tijd. Ik was net begonnen met mijn studie kunstgeschiedenis. Twee eerdere studies – Bouwkunde en Nederlands – waren mislukt. Ik woonde destijds weer bij mijn moeder en fietste elke dag vanuit de Watergraafsmeer naar het Kunsthistorisch Instituut in de Johannes Vermeerstraat bij het Museumplein.

Op dinsdag 8 december, een week na mijn verjaardag, werd ik op de terugweg naar huis door een auto geschept. Het gebeurde op de Churchilllaan op de hoek van de Waalstraat. Ik viel op het asfalt en was een paar seconden buiten bewustzijn. Het werd zwart voor mijn ogen, maar het werd ook weer licht. Ik fietste zelf weer naar huis en de dokter constateerde de volgende dag een lichte hersenschudding

Op die zelfde dag van mijn ongeluk is ook bovenstaande foto gemaakt. Marijke had zich feestelijke gekleed voor de bruiloft van haar oudste broer. Zo herinner ik mij haar ook uit die tijd. Negen maanden later zou ik verliefd op haar worden.

Bij alle felicitaties die ik gisteren voor mijn verjaardag mocht ontvangen trof ik ook een reactie van Lucie de Blécourt. Zij moest in november 2010 afscheid nemen van haar toenmalige echtgenoot Wim Bors. Ik heb toen nog mogen spreken bij zijn uitvaart in Goutum. Lucie memoreerde woorden van Leo Ferré, met wie Wim en zij ooit bevriend waren:

‘On couche toujours avec des morts,’

Inderdaad, dat is mooi gezegd. In mijn huiskamer hangt nog altijd een litho van Wim die hij door Leo Ferré heeft laten signeren met een persoonlijke opdracht aan mij. Tot mijn schrik constateerde ik gisteren dat de inkt van die opdracht al bijna verbleekt is door het licht. Maar hij is nog altijd vaag te lezen:

‘A toi Huub, avec mes sentiments fraternels. Leo Ferré’

Ik ben meteen op internet gaan zoeken naar het chanson waarin Ferré dat zegt over het slapen met doden. Het is Pépée. Dat is ook de naam van zijn chimpansee die hij geadopteerd had als zijn kind en van wie hij veel gehouden heeft. ‘Hij had de oren van Serge Gainsbourg.’ Ferré schreef dit chanson als een requiem na de tragische dood van Pépée bij een ongeval in april 1968. De tekst eindigt als volgt:

‘J’voudrais avoir les mains d’la mort
Pépée
Et puis les yeux et puis le cœur
Et m’en venir coucher chez toi
Ça chang’rait rien à mon décor
On couch’ toujours avec des morts
On couch’ toujours avec des morts
On couch’ toujours avec des morts
Pépée’