Een perfecte dag in Amsterdam
Uitzicht op de Dam, vanuit de Egtenzaal van de Nieuwe Kerk, gisteren rond het middaguur
Gisteren was het dan zover, het symposium over Het Kwaad in Amsterdam. Het begon alom half tien ’s ochtends. Toen ik aankwam bij de Nieuwe Kerk op de Dam, werd ik aangesproken door een kennelijk verwarde man met een soort bivakmuts over zijn hoofd. Hij vroeg mij waar de Nieuw Kerk was, waar we op dat moment beiden voor stonden.
Ik aarzelde. Nee dacht ik, dit zal mij toch niet overkomen. Een lezing houden over de vervagende grenzen tussen psychotisch geweld en radicalisering en vooraf geconfronteerd worden met een loslopende psychoticus. Al gauw bleek het een practical joke te zijn van mijn vriend Gwan, die prompt zijn bivakmuts afdeed. Ik mocht hem als introducee meenemen op het symposium. Evenals ik had Gwan in Amsterdam de nacht doorgebracht. Hij bij zijn zoon, ik bij mijn dochter.
Gwan is forensisch psycholoog en therapeut en weet veel meer van psychiatrie dan ik. Niettemin hebben we ons beiden de hele dag uitstekend vermaakt. De lezingen waren van hoog niveau en we hadden samen genoeg gespreksstof. Alleen de opkomst viel wat tegen, zeker gezien de actualiteit van het onderwerp.
Bram de Swaan mocht de spits afbijten met een keynote-lezing van een uur. Het werd grotendeels een samenvatting van zijn laatste boek Compartimenten van vernietiging. Tot slot maakte hij enkele interessante opmerkingen over de actuele situatie in Amerika, die hij – evenals meerdere sprekers na hem – vergeleek met wat er in de jaren dertig in Duitsland gebeurde.
De Swaan noemde Donald Trump ‘een geniaal haatzaaier’, maar belangwekkend genoeg om met aandacht te blijven volgen. Vijftig jaar geleden zou zo’n opmerking gekwalificeerd worden als een ‘belediging van een bevriend staatshoofd’. Voor de leus ‘Johnson moordenaar!’ kon je in de jaren zestig worden opgepakt en achter slot en grendel belanden. De tijden veranderen.
Ook over Friese beweging had De Swaan nog een opmerking in petto. Na zijn boek over de talen van Europa zou hij de enige, en gekoesterde vijand van de Friese Beweging zijn geworden, wat deze beweging nog een bestaansrecht verleende. Ik kan herinneren dat hij na zijn lezing destijds in De Bres in Leeuwarden inderdaad behoorlijk wat kritiek uit de zaal te verduren kreeg.
Het was een lange dag. Pas som half vier ‘s middags mocht ik zelf, als laatste spreker, mijn verhaal houden. Ik was een half uur aan het woord over het onderwerp Jihad of verstandverbijstering. De tekst van mijn lezing verschijnt binnenkort op de site van de stichting Psychiatrie en Filosofie. Mijn betoog was een beknopte bewerking van het gelijknamige essay dat ik deze zomer heb geschreven als inzending voor de Van Helsdingen Prijsvraag. Dit essay zal hopelijk dit jaar nog als boek uitkomen.
De uitslag van die Van Helsdingen Prijsvraag zal binnenkort bekend worden gemaakt, maar ik reken nergens op. Ik vond dit al mooi genoeg. Spreken in Amsterdam met uitzicht op de Dam. De reacties op mijn verhaal waren positief. De afsluitende discussie met de zaal viel wat tegen, zoals gebruikelijk met dit soort plenaire debatten .
Om zes uur begon het afsluitend sprekersdiner in Arti et Amicitiae op het Rokin. Gwan was daar ook bij uitgenodigd. De gesprekken aan tafel waren boeiend. Met een dag vol indrukken stapten we samen op de trein, totdat in Zwolle onze wegen uiteengingen.
Na twaalven was ik weer thuis De katten keken mij verwilderd aan en vroegen zich af waar ik al die tijd gebleven was. Met een licht gevoel van melancholie kon ik niet anders zeggen: het was een perfecte dag in Amsterdam.
Zie ook de site van de Stichting Psychiatrie en Filosofie