Een vlucht in de spiritualiteit
Flight into spirituality, gemengde techniek op doek, 55 x 40 cm
‘Terugkijkend was dat vluchten in spiritualiteit een vorm van emotioneel zelfbehoud. Let maar eens op, als er een jong iemand overlijdt in je kennissenkring, gaat iedereen ineens zeggen dat hij of zij regenbogen zag. En het was ook zo: ik kwam in Australië een supermarkt binnen en ineens draaiden ze daar ons trouwnummer Love is all around van The Trogs, een nummer uit 1965. (…) Het is niet zo dat ik alle spiritualiteit nu als onzin bestempel, maar toen zwelgde ik erin. Het is logisch, een logisch gevolg wanneer je je zoiets traumatisch overkomt als de dood van een geliefde.’
Aldus de schrijver Kluun (pseudoniem voor Raymond van der Klundert) in een mooi interview dat zaterdag was te lezen in Volkskrant Magazine. Wat rouwen betreft is Kluun een ervaringsdeskundige. Zijn eerste vrouw Judith verloor hij in 2001. Zij was 36 jaar en overleed aan kanker. Deze ervaring verwerkte hij in zijn debuutroman Komt een vrouw bij de dokter (2003). Ondanks de slechte recensies die dit boek in Nederland kreeg, is het de best verkochte Nederlandse debuutroman aller tijden. In totaal werden er meer dan 1,2 miljoen exemplaren van verkocht en werd het boek in meer dan 30 talen vertaald. Dat is wat je noemt van de dood een deugd maken.
Wat Kluun schrijft over die vlucht in de spiritualiteit, herken ik. Ook ik maakte na het overlijden van Marijke allerlei wonderlijke toevalligheden mee, onverklaarbare coïncidenties, vreemde fenomenen die Jung heeft benoemd met het woord ‘synchroniciteit’. Het toeval krijgt betekenis op het moment van gebeuren. Zo zag ook ik regenbogen op zulke betekenisvolle momenten. Ik hoorde muziek in de supermarkt die aan Marijke deed denken. Sterker nog, ik voelde haar aanwezigheid soms bijna fysiek. Dat laatste wordt nu minder, maar toch zijn er nog steeds momenten dat ik de merkwaardige gewaarwording heb dat zij fysiek contact met mij zoekt. Soms streel ik gedachteloos met mijn vingers over mijn hand en dan denk ik opeens: Daar is Marijke! Zij is het die streelt. Absurd natuurlijk. Maar die gedachte is dan al gedacht.
Ik heb niet dat ik er in zwelg, zoals Kluun kennelijk heeft gedaan. Bovendien was ik altijd al gevoelig voor spiritualiteit. Mijn vader was zeer religieus en mijn moeder was nogal bijgelovig van aard. Wie verwacht er dan nog wat van mij? Wat religie betreft ben ik eerder een zoeker dan een gelover, en dat zal ook altijd wel zo blijven. Toch kan ik het tegenwoordig niet laten om als ik in Amsterdam ben even in de kapel op het Begijnhof naar binnen te glippen en daar een kaarsje op te steken. Vroeger deed ik dat zelden of nooit. Alleen als Marijke en ik samen op reis waren en een kerk bezochten werden er kaarsjes gebrand. Dat was voor ons beiden een ritueel rudiment uit onze roomse jeugd. De dood activeert dit soort rudimenten. God mag dan dood zijn, de behoefte aan rituelen is er niet minder om geworden.
Gisteren ben ik opnieuw begonnen met mijn essay Jihad of verstandsverbijstering dat ik van de zomer heb geschreven. Een aantal mensen heeft die tekst nu gelezen, en met al het commentaar dat ik van hen heb mogen ontvangen, moet ik nu nodig aan de slag. Er moet een nieuw ‘frame’ komen, een autobiografisch kader, zodat het essay een soort raamvertelling wordt. Mijn groeiende belangstelling voor transcendentie na het overlijden van Marijke zal daarbij zeker een rol kunnen spelen.
Het rouwproces als kader voor een essay over terreur. Het klinkt misschien vreemd, maar die twee hebben iets met elkaar van doen. Wie niet van het leven uitgaat, maar de dood als vertrekpunt neemt, ziet alles opeens totaal anders. Je bent dan letterlijk tot alles in staat. Dat hoeft geen vlucht te zijn in de spiritualiteit. Het is eerder een kritische verkenning ervan.
P.S. Over synchroniciteit gesproken. Ik zocht een mooi muziekje als afsluiting van dit blog en dacht als eerste aan Love is all around van The Troggs, het trouwliedje van Kluun dat hij hoorde in een supermarkt in Australië. De tekst daarvan begint nota bene met de volgende woorden: ‘I feel it in my fingers.’
Zie je wel. Daar is Marijke!