Laat alle poezen tot mij komen
Ik heb twee katten in huis. Dat is te zeggen: een kater en een poes. Die poes heet Mira en ze is nu tien jaar oud. Eigenlijk wilde ik dat ze ‘Paris’ had geheten, genoemd naar Paris Hilton, maar Marijke was het destijds daar niet mee eens. Achteraf bezien kan niet worden ontkend dat Paris toch een betere naam was geweest. Mira is namelijk zeer vrouwelijk, op het nuffige af. Ze moet ook voortdurend geaaid worden en ze draait bevallig met haar kontje als ze door de kamer huppelt.
Ze is ook zeer wispelturig en druk. Soms denk ik wel eens dat een pilletje ritalin haar geen kwaad zou doen, maar eerlijk is eerlijk: het geeft wel wat leven in huis. Vooral ’s nacht kan Mira behoorlijk zitten spoken. Soms hoor je dan een harde klap beneden en dan blijkt dat ze weer wat heeft omgegooid. Ze komt ‘s nachts ook wel eens op mijn kussen liggen en knort dan zo luid, dat ik er wakker van word. Nee, Mira is een typetje met uitzonderlijke gewoontes.
Zo heeft ze sinds enige tijd de onhebbelijke gewoonte ontwikkeld om achter in mijn boekenkast te kruipen. Mijn boekenkast staat in de gang, dus daar kan ik niet altijd zicht op houden. Als je van opzij achter de boeken kruipt kom je in een smalle corridor terecht tussen de boeken en de muur. Voor een poes moet dat heel spannend zijn. Soms slaapt ze daar ook. Dat weet ik, want dan zie ik ‘s ochtends een bult in de boekenkast.
Op haar slaapplek heeft ze dan de boeken in een flauwe bocht naar buiten geduwd. Ik duw die boeken dan altijd keurig weer terug. Niks aan de hand dus, maar soms gaat het mis. Dan ligt er ’s ochtends een boek in de gang. Een boek dat Mira naar buiten heeft geduwd. Een boek waar ze kennelijk de pest aan heeft. Zo ben ik zeer geïnteresseerd geraakt in haar antipathieën tegen specifieke boeken. Boeken die kennelijk niet voor de poes zijn.
Laatst nog was dat The beat of a different drum. The life and science of Richard Feynman. Dat is een mooie biografie die Jagdish Mehra in 1994 publiceerde over het leven van de natuurkundige Richard Feynman die baanbrekend onderzoek deed op het terrein van de kwantumfysica. Mira houdrt niet van zulk soort pittige kost, Maar waar ze vooral niets van moet hebben zijn theologische verhandelingen en boeken over de wereldreligies.
Dat is niet zo vreemd, want de onderste rij in mijn boekenkast, waar ze natuurlijk bij voorkeur ligt, is over een lengte van vier planken aan dit soort onderwerpen gewijd. Zo is het onvermijdelijke onlangs dan ook gebeurd. Toen ik ’s ochtends beneden kwam, lag de Koran in de gang. Ik heb dat boek jaren geleden gekocht. Ik geloof kort na 9/11, omdat ik destijds vond dat ik me maar eens wat meer in de islam moest gaan verdiepen.
Ik kan niet zeggen dat ik de Koran nog dagelijks raadpleeg. De Bijbel trouwens ook niet. Het zijn boeken die je nu eenmaal in de kast hebt staan, maar die je nooit helemaal zult lezen. Net als Het Kapitaal van Karl Marx. Ook zo’n klassieker die niemand echt gelezen heeft. Voor Mein Kampf van Adolf Hitler geldt hetzelfde, maar dat is een verboden boek en verboden boeken lees je nu eenmaal niet zo makkelijk.
Afijn, mijn Koran lag van de week dus zomaar op de vloer in de gang. Het is een dik boek van 637 pagina’s. Dus dat moet best een harde klap zijn geweest. Toch heb ik niets gehoord ‘s nachts, wat op zich al een wonder is, want ik slaap doorgaans zeer licht. Mijn editie van de Koran is uitgegeven door de Oriental & Religious Publishing Organisation in Pakistan, onder auspiciën van wijlen Hazrat Mirza Bashir-ud-din Maimud Ahmad. Het de is zesde druk uit 1994. De vertaling is van ‘De Ahmadiyya Gemeenschap’ in ’s Gravenhage en het boek is gedrukt bij C. Haasbroek BV in Alphen aan de Rijn.
Het is een Koran in twee talen: in de linker kolom staat de Nederlandse tekst en in de rechter de Arabische. Ik heb dit boek destijds antiquarisch gekocht en de vorige eigenaar staat voorin ook vermeld: Tom Bruning. Er staat ook een datum bij: 18-03-01. Dat is een half jaar voor 9/11. Het zou me niet verbazen als deze oorspronkelijke eigenaar zijn Koran op de dag na de aanslagen in Amerika de deur uit heeft gedaan.
Ik vroeg me af of Mira misschien heiligschennis had gepleegd door dit heilige boek zomaar op de grond te gooien. Op het verbranden van de Koran staat de doodstraf. Zo staat het immers in de sharia. Ook het scheuren van pagina’s uit de Koran kan tot grote gevolgen leiden. Maar geldt dat ook voor het zomaar op de grond gooien van de Koran? En zo ja, geldt dat ook voor een poes? Wat zegt de sharia daarover? Dat zou ik graag willen weten.
Volgens mij heeft noch de Koran, noch de sharia iets specifieks te melden over de bestraffing van een poes als zij dit heilige boek ontheiligd heeft door het op de grond te gooien. Hoe kan het ook anders, de Koran is er voor alle mensen, maar ook voor alle dieren en dus ook voor de poes. Laatst hoorde ik een imam beweren dat de profeet het zelf al gezegd schijnt te hebben: ‘Laat alle poezen tot mij komen.’