Op 26 juni 1992 werd Marijke 41 jaar. Dat moest flink gevierd worden, zoals we dat deden in die tijd. Een sloot drank in huis en veel mensen over de vloer die met elkaar praatten, lachten en dansten dat het een lieve lust was… totdat de vogels gingen zingen. Daarna was de kamer plotseling helemaal leeg, maar wel vol met lege flessen, als op een tekening van Peter van Straaten. Gute Nacht Freunde... Nog één sigaretje dan ....und ein letztes Glas im Stehen.
Op zulk soort momenten, bij het scheiden van de markt, voelde Marijke zich helemaal senang. Ze had een scherpe tong, maar met een glaasje op kon ze hilarisch worden. Ze wilde dan dat de tijd voor altijd stil zou blijven staan, tot in het oneindige. Voor eeuwig in het hier en nu, dat waren we in die dagen. Soms leek ons huis wel de zoete inval. Nee, je kunt niet zeggen dat we toen niét geleefd hebben. De jaren negentig waren een tijd van feest vieren.
In 1992 was ikzelf 44 jaar en leek alles te hebben wat mijn hartje begeerde. Hoewel, soms waren er ook onbestemde gevoelens die mij zomaar overspoelden. Heimwee misschien naar een tijd die nooit meer terug zou komen. Ik was in de kracht van mijn leven, maar te midden daarvan sluimert de dood. Media vita in morte sumus. In midden van het leven zijn we in de dood. Homo bulla. De mens is een zeepbel. Dat besefte ik toen nog niet echt, maar er zat wel veel waarheid in die oude woorden.
Ik las veel in die tijd. Alles wat ik te pakken kon krijgen. Ik had ook een zee van tijd. Er zat nooit een systeem in wat ik las. Mijn moeder werd als kind altijd ‘een verwaaid nest’ genoemd. Ik vrees dat ik dat chaotische van haar in de genen heb zitten. Als ik terug kijk op die tijd, deed ik altijd maar wat. Ach, de jaren negentig, ze leken nog een eeuw te duren. Ik raakte de tijd zowat kwijt in die tijd. Marijke niet. Zij dacht altijd in het hier en nu. Maar ook aan de toekomst.
In 1992 werd ook ons huis opgeknapt. Dat was hoog nodig want het dak lekte als een gieter. Er kwam een serre hij en we kregen ook een nieuwe keuken en voor het eerst een echte badkamer. Eigenlijk ging de hele bovenverdieping over de kop. Maandenlang werklui over de vloer. Soms werd ik er gestoord van. Tussen de opgestapelde meubels keken we ’s avonds naar de Olympische Spelen. We zagen de grimas van Ellen van Langen na haar triomf op de 800 meter en hoorden elke keer weer die ontploffende aubade van Freddie Mercury: BARCELONA!!!