Waarom Meccano?
Je moet er snel bij zijn. Als je een droom niet onmiddellijk in het geheugen prent, schiet hij weer weg in een onpeilbare diepte. Vannacht had ik zeker wel tien dromen, maar de meeste ontglipten me op de valreep. Een paar flarden slechts zijn me bijgebleven. Zo koop ik in een snoepwinkel voor tien euro Engelse drop. Ik heb er enorme zin in en wil het allemaal achter mekaar gaan opeten. Als ik dit aan de winkeljuffrouw vertel, haalt ze haar neus op: ‘Bah wat decadent!’ Het verbaast mij, dat zij zich een moreel oordeel permitteert over het consumeren van hetgeen zij zelf verhandelt. We raken in discussie over allerlei zaken die met dit onderwerp verwant zijn, zoals het drugsbeleid van de Nederlandse regering, het gedogen van koffieshops en het verkopen van alcohol aan minderjarigen. Snoep is goed, zeg ik nog. Het is goed voor je adamsappel. Ze kijkt me niet begrijpend aan. Ik wijs met mijn wijsvinger in mijn keel, trek aan het vel dat mijn adamsappel bedekt en laat een welluidende boer aan de haag mijner tanden ontsnappen met een zo indringend geluid dat het tot in de verre omtrek hoorbaar is. Omstanders gaan zich ermee bemoeien en onderwijl ben ik allang begonnen aan het verorberen van mijn Engelse drop. Verrukkelijk, het is op voor ik er erg in heb. Ik word niet eens misselijk. En dan een tweede droomfragment. In een volle en rokerige zaal wordt een lezing gehouden over de grensvervaging tussen het kunstobject en het het gebruiksvoorwerp en de fascinatie voor de ‘readymade’ in de kunst van de twintigste eeuw. Op het podium speelt een popgroep muziek uit de jaren zestig. Er wordt een gitaar aan diggels geslagen en vervolgens in het publiek gegooid, waarna een grote consternatie in de zaal ontstaat. Mensen slachten elkaar zowat af om de kapotte gitaar te bemachtigen. Ik wring me tussen de menigte, raap de gitaar zomaar op van de grond en loop vervolgens naar buiten waar ik Arno Brok tegenkom, de oud-burgemeester van Sneek en tegenwoordig Commissaris van de Koningin in Friesland. Hij vertelt me dat er vier Meccano-poorten komen aan de grenzen van Friesland. De belangrijkste toegangswegen van Friesland zullen gemarkeerd worden door een dergelijke Meccano-poort. Er is een prijsvraag uitgeschreven onder Friese kunstenaars en een jury van deskundigen zal uit de inzendingen een keuze maken. De Provincie heeft besloten dat iedereen in de jury mag zitten behalve ik. Waarom, dat kan Brok mij niet vertellen. Hij denkt dat het iets te maken heeft met mijn geboortedatum. Ik ben op 1 december 1947 geboren. Een maand later, en het was geen enkel probleem geweest. Ik zelf heb er geen problemen mee. ‘Waarom Meccano?’ vraag ik aan Brok. ‘Rem Koolhaas bouwt ook met Meccano’, zo laat hij mij weten. ‘Meccano heeft de toekomst en we moeten met onze tijd meegaan’. Ik heb niets met Meccano en met toegangspoorten al helemaal niet. Veel mensen denken met weemoed terug aan de tijd dat ze als kind nog met Meccano speelden. Alles kon je in elkaar schroeven, rode en groene stukjes ijzer, maar je had ook van die goudkleurige tandwielen die wonderlijk in elkaar grepen. Om die kleine, maakbare wereld te gedenken, had een comité van zestigplussers het initiatief genomen tot oprichting van de vier Meccano-poorten. Het budget is overigens zeer beperkt, wat Brok heel jammer vindt. ‘Maar het idee, dat is prachtig’, zegt hij. Ik neem nog wat Engelse drop en voel me langzaam misselijk worden, een gewaarwording die vreemd genoeg niet een onaangename uitwerking op mij heeft. Integendeel, ik voel me kiplekker. De drop wordt duur betaald, hoor ik mezelf nog zeggen, voordat ik de hele inhoud van mijn maag op het plaveisel kots, waar mijn braaksel zich langzaam vermengt met het water van een grote plas, want het was inmiddels behoorlijk gaan regenen.