Out of the blue
‘Symbiogenese’, een idee dat is bedacht door de Rus Konstantin Merezhkovsky (1855-1921), verwijst naar het ontstaan van nieuwe organen en organismen door symbiotische samensmeltingen. Het is, zoals ik zal aantonen, een fundamenteel aspect van de evolutie. Alle organismen die groot genoeg zijn om door ons te worden gezien, bestaan uit microben die eens onafhankelijk waren en zich later tot grotere organismen hebben samengevoegd. Bij deze samenvoeging zijn vele hun eerdere identiteit kwijtgeraakt.’
Dit schrijft de microbiologe Lynn Margulis (1938-2011) in De symbiotische planeet (1999). Ik las dat boek al weer enige jaren geleden. Daarna was ik een tijdlang gefascineerd door het fenomeen symbiogenese. De ideeën van Lynn Margulis deden me sterk denken aan die van Louis Le Roy, hoewel ik Le Roy nooit over Margulis heb gehoord. Vanavond is de microbiologe Rosanne Hertzberger de eerste Zomergast van dit seizoen in het gelijknamige televisieprogramma. Zij zal onder meer een fragment laten zien van Lynn Margulis, zo las ik gisteren in de krant. Ik ben benieuwd. Verwacht het onverwachte.
Wat dat betreft kwam bovenstaande foto voor mij allesbehalve verwacht. Terwijl ik wat rondsurfde op internet, kwam hij opeens tevoorschijn op de site Webwerkt. Hij blijkt gemaakt te zijn door Jan Bensliman. Als cameraman van Omrop Fryslân maakt hij foto’s van mensen bij wie hij op bezoek is geweest en plaatst die op zijn site. Ik kan me niet herinneren dat ik deze foto ooit eerder heb gezien, maar dat kan aan mij liggen. Na enig zoeken kwam ik erachter dat hij op 3 september 2013 genomen moet zijn. Samen met Henk te Biesebeek was Jan Bensliman toen bij mij op bezoek voor een interview over het Fries Museum (zie mijn blog: All the world is a stage)
Zo’n beeld dat opeens opduikt uit het verleden heeft iets vreemds. Ik was er niet op berekend om dit zomaar terug te zien. Als in een droom, out of the blue. Zo te zien was Marijke er ook niet echt op gekleed om op de foto te gaan. Er zijn wel eens florissantere foto’s van haar gemaakt. Van mij ook trouwens. Hoe dan ook, dit beeld is nog altijd in de wereld, terwijl Marijke daaruit verdwenen is. Het zal nooit meer zijn zoals het was. Dat laat dit beeld mij genadeloos zien.
De dood boezemt de mens angst in omdat wij menen dat bij de dood het ik verdwijnt en de wereld blijft voortbestaan. Maar – zoals Schopenhauer vermoedde – is wellicht het omgekeerde het geval. Bij de dood verdwijnt de wereld, maar het ik blijft voortbestaan. Wat wij als werkelijkheid ervaren is een illusie. De dood trekt die sluier weg. Misschien is er dan toch iets achter die sluier wat blijft voortbestaan. Op internet waar tegenwoordig alles bewaard lijkt te worden sluimeren ook beelden uit het verleden die zomaar op een zomeravond binnen komen vliegen. Pas op, het is de tijd waarin ramen en tuindeuren open staan. Het is de tijd van de ongenode zomergasten.
Van de week vloog er op een avond bij zomaar een gigantische libelle de serre in. Hij was wel 15 cm lang en leek op een gevechtshelikopter. Gefascineerd keek ik naar zijn constructie. Elk onderdeel van de anatomie was uiterst kwetsbaar maar ook zeer effectief. Een ideaal ontwerp zou je zeggen. De libelle bleef zich zoemend voortbewegen onder het doorschijnend dak van de serre. De libelle deed amechtige pogingen om een uitweg naar buiten te vinden. Hij had niet door dat de glazen schuifpui wagenwijd openstond. Uiteindelijk heb ik hem uit zijn lijden verlost en de wijde wereld ingestuurd.
Ik realiseerde mij dat libellen – net als vlinders – zich ontpoppen uit een cocon. Deze kleine helikopter moest zich dus zeer recentelijk in mijn tuin hebben ontvouwd. Hoe is dat alles in zijn gegaan? De natuur is een proces van voortdurende transformatie. Alles is veranderlijk. Niets blijft zoals het is. Omdat dit zo vanzelfsprekend is, zijn we het misschien wel vergeten. Dood leven, dood leven… alles verandert. Alles transformeert in zijn tegendeel. Ovidius had het al door: het leven een metamorfose.
Ooit sprak ik een kunstenares die de metamorfose van een libelle in wekelijkheid had gezien. Ze lag de hele dag op haar buik in de tuin om dit fascinerende proces op video vast te leggen. Het leek alsof er een ingenieuze constructie werd uitgeklapt. Alle onderdelen waren al aanwezig en opeens werd de onderlinge samenhang zichtbaar. Net als alle organismen is de libelle een product van de evolutie, maar het blijft een raadsel dat zo’n ‘intelligent ontwerp’ alleen kan voortkomen uit toeval in combinatie met natuurlijke selectie. De libelle lijkt ontworpen of op zijn minst gebouwd uit onderdelen die apart moeten zijn ontstaan.
De fascinerende transformatieprocessen, die de levende natuur in petto heeft, gaan gepaard met toeval, domme pech, tragische gebeurtenissen en schitterende ongelukken, maar ook met een uiterst ingenieuze intelligentie die onder alles lijkt schuil te gaan. Het zijn processen die zich voltrekken zonder dat je er weet van hebt. Soms teder en ontroerend, maar vaak ook onverschillig en wreed, zoals alleen de natuur kan zijn. Zoals ook het zomaar binnen komen vliegen van een ongenode zomergast. Bestaande brokstukken voegen zich aaneen, verliezen hun naam en aard, en wat eens was leeft zo telkens opnieuw voort in andere gedaanten.
Het zijn de ogenschijnlijk toevallige metamorfosen van de zomeravond. Het leven ontstaat zomaar. De dood evenzeer. Als in een droom, out of the blue. Het zijn gebeurtenissein van voorbijgaande aard, veranderingen van het bestaande dat in nieuwe vormen blijft voortbestaan. Misschien is alles wat in de natuur zomaar lijkt te gebeuren wel te herleiden tot dat ene principe: de symbiogenese. Kijken dus vanavond, het raadsel van de natuur wordt ontsluierd !