Modeshow op het balkon
Het is zomer 1966. Marijke zit op de leuning van het achterbalkon van haar ouderlijk huis aan de Pythagorasstraat. Ze is net vijftien geworden. Op de achtergrond is de gashouder aan de Ringdijk te zien die kennelijk tot de nok toe vol zat en boven de huizen uittorent. De geraniums vormden het domein van haar vader. Die werden zeer zorgvuldig door hem onderhouden. Elke avond plukte hij er de dode blaadjes uit. Ook Marijke hield van geraniums. Ze kocht ze elk jaar voor de bloembakken in onze achtertuin.
Het lijkt erop of ze op deze foto een mini-jurk draagt, maar ik heb daar zo mijn twijfels over. Ten eerste waren er volgens mij nog geen mini-jurken in 1966. Die kwamen pas het jaar daarop in de mode, tijdens The Summer of Love. De echte doorbraak van de mini-jurk was het huwelijk van een van de Beatles, Paul McCartney, toen hij in 1969 trouwde met een in witte mini-jurk geklede Linda Eastman, zo lees ik op Wikipedia.
Nee, de mini-jurk op deze foto lijkt me eerder een pyjama. Bovendien bestaat er een tweede foto die waarschijnlijk diezelfde dag is genomen en waar Marijke duidelijk een pyjama draagt, maar nu een lange. Ik denk dat haar moeder die dag twee pyjama’s voor haar gekocht had. Die kon ze dan thuis passen en degene die ze niet mooi vond, bracht haar moeder dan terug naar de winkel. Zoiets deed ze wel meer. Het is dus een modeshow op het balkon. Ik weet niet welke pyjama Marijke gehouden heeft. Beide leverden in ieder geval een mooi plaatje op.
Marijke was fotogeniek. Ze wist ook hoe ze kijken moest als ze op de foto ging. Eind jaren zestig is meerdere keren door een fotograaf gevraagd voor een fotoshoot, maar ze heeft altijd nee gezegd. Ik weet niet waarom. Of misschien ook wel. Ze wist altijd precies hoe ver ze te ver kon gaan. Voor je het weet kom je in de Playboy terecht, en wat dan?… zei ze wel eens. Ooit kon ze komen werken bij een modefotograaf die een studio had op de Willemsparkweg. Dat had ze graag gewild, maar haar moeder vond dat niet goed. Ze moest eerst haar INAS-opleiding afmaken. Daarna kwam het er niet meer van.
Ze werd een wilde meid, leerde alle discotheken kennen van Amsterdam, ging om met Provo’s en Kabouters, rookte marihuana en slikte zo nu en dan wat LSD. Altijd ging dat goed, maar één keer ging het mis. Ze werd veroordeeld tot een maand voorwaardelijke gevangenisstraf omdat ‘een vriendje’ haar er ingeluisd had met een pakketje marihuana dat ze kreeg toegestuurd uit Afghanistan. Ze zat zelfs een nacht vast in een politiecel op het hoofdbureau in de Marnixstraat. Op dat strafblad is ze altijd trots geweest. Het was haar relikwie uit the sixties. Altijd op de rand… walking on the wild side…
Met sommige van haar vriendjes uit die tijd liep het slecht af. Ze raakten aan de harddrugs of verdwenen zomaar van het toneel. Jan verongelukte tijdens een brommervakantie in Frankrijk, Frans overleed aan een overdosis. En Woutje pleegde uiteindelijk zelfmoord door zijn polsen door te snijden en van de trap af te vallen. Dat gebeurde even verderop in de Pythagorasstraat nummer 24, in het voormalig ouderlijk huis van Vincent. In 1980 is Marijke nog op de Woutjes begrafenis geweest waar pater van Kilsdonk de uitvaart leidde.
De tweede helft van de jaren zestig was een roerige tijd, ook voor Marijke. Dat was tussen haar vijftiende en twintigste jaar. Op die leeftijd was ze zeer mager en juist daarom uiterst geschikt als fotomodel. Ze was het mooiste meisje van de buurt. In alles was ze wat ik in die tijd niét was. Het is dan ook een godswonder dat ze uiteindelijk in mijn armen belandde.
Zie ook: The day before you came