Het tweede decennium van de vorige eeuw was de tijd bij uitstek voor doemdenkers met apocalyptische stemmingen. In 1912 zonk de Titanic op zijn eerste oceaanreis met 1500 mensen aan boord. In Mexico en China braken revoluties uit in 1910 en 1911, het jaar ook van de Tweede Marokko-crisis. De Balkanoorlogen volgden in 1912 en 1913. De Russische Revolutie brak uit in 1917, en de Duitse Novemberrevolutie in 1918. En dan hebben we het nog niet eens over de rampzalige gevolgen van de Spaanse griep die in heel Europa veel slachtoffers eiste. Ook in Nederland vonden op kleinere schaal rampen plaats, zoals de watersnood in Zeeland in januari 1916.
Kortom, het einde van de wereld leek nabij in de ogen van menig dominee, die op de kansel dan ook hel en verdoemenis predikte. De Eerste Wereldoorlog werd door hen veelal als ‘een wrake Gods’ ervaren, mede omdat de wereld steeds goddelozer werd. De wereld werd ook letterlijk goddeloos. In Italië steeg het aantal onkerkelijken in de periode tussen 1901 en 1911 van 36.000 naar 874.000. Ook in Amerika, Engeland en Frankrijk speelden zich vergelijkbare ontwikkelingen af. In Frankrijk steeg het aantal onkerkelijken in die periode zelfs naar 20 %. Tussen 1910 en 1917 steeg in Nederland dat aantal van 300.00 naar 500.00. In Amsterdam waren in 1917 in totaal 66.902 mensen niet meer aangesloten bij een kerkgenootschap. Dat was maar liefst 11 % van de bevolking.
Tussen al dat rumoer deed de Fries Piter Jelles Troelstra – socialistisch voorman en godslasteraar- een greep naar de macht. Volgend jaar is dat honderd jaar geleden, nota bene in het jaar dat Leeuwarden de culturele hoofdstad van Europa wordt. Maar wat doet de Europese culturele hoofdstad aan de herdenking van Troelstra? Niet veel, vrees ik.
Leeuwarden heeft ook nooit zoveel met Troelstra opgehad. Het lelijkste beeld van Friesland staat op de meest prominente plek. Pal naast de Oldehove in Leeuwarden staat sinds 1962 het standbeeld van Troelstra. Het werd vervaardigd door een van de meest vooraanstaande Nederlandse beeldhouwers uit de vorige eeuw. Hildo Krop (1884 – 1970) was decennialang de stadsbeeldhouwer van Amsterdam, waar hij bruggen en gebouwen verrijkte met prachtige beelden en versieringen. Het was de tijd van de zogeheten Amsterdamse school, jaren waarin de sociale woningbouw in de hoofdstad een wereldfaam bereikte.
Begin jaren zestig, toen hij werkte aan zijn beeld voor Troelstra, kreeg Hildo Krop van de gemeente Amsterdam de opdracht een standbeeld van Berlage te maken. Het was immers Berlage die de plannen tekende voor de wijk in Amsterdam-Zuid, waar de meeste beelden van Krop nu nog zijn te vinden. Ook dat werd een fiasco. Dit standbeeld, dat is te zien aan de Vrijheidslaan in Amsterdam, oogt bijna even treurig als Krops beeld van Troelstra naast de Oldehove. Spanningsloos, uitdrukkingsloos, verkeerd van houding en maat. Het lijkt wel of Troelstra hier als redenaar staat te schutteren.
Wie kent niet zijn begeesterde houding, met de beide vuisten omhoog, op die beroemde foto aan de vooravond van de vermeende revolutie. Toen kon Troelstra eruit zien als Lenin. Hier lijkt het alsof hij zijn tekst kwijt is, voor eeuwig starend naar de straatstenen. Het is een slecht beeld geworden van een groot kunstenaar. Een opdracht die hij te laat heeft gekregen.
Iets anders. Eergisteren werd ik ontboden door Siem van der Woude van Tresoar. Hij is bezig een serie lezingen voor te bereiden over een historisch thema. Deze formule gaat al bijna vijftien jaar mee en trekt in het algemeen veel publiek. Het begon ooit met een lezingenreeks over Immanuel Kant i.s.m. met de Leeuwarder Courant. De deze week overleden filosoof Jeroen Buve – mijn vroegere achterbuurman – was een van de initiatiefnemers van deze lezingenreeks.
In 2017 waren de lezingen gewijd aan ‘500 jaar Reformatie ‘ Voor 2018 wordt het thema ‘Revolutie in Fryslân’. Men wil dan aandacht schenken aan de revolutie van de Patriotten in 1787 en aan de ‘revolutiepoging’ van Troelstra in 1918. Als laatste revolutie denkt men aan de culturele omwenteling van de jaren ’60, Voor die lezing heeft men mij op het oog. In de voetsporen van Troelstra dus.
Alhoewel, dat is wat mij betreft zeer betrekkelijk. In mijn boek De Fries die in de toekomst sprong heb ik bewust niet over de veranderende klassenverhoudingen in Friesland willen schrijven. Vanuit die optiek is al veel over Friesland geschreven. Troelstra en Domela Nieuwenhuis zijn zowat ‘Friese heiligen’ en de laatste was zelfs ‘ús ferlosser’. Maar ze behoorden duidelijk tot een andere tijd. Hun invloed op de vernieuwingen in de jaren zestig was ook vrijwel nihil.
Het was eerder zo dat de jonge generatie van dit soort iconen van het socialisme niets meer wilde weten. De eigentijdse icoon Fedde Schurer, die in 1968, overleed, kwam zelfs in het kamp van de reactionairen terecht. Fokke Sierksma en Lolle Nauta, die politiek gezien ook links waren, begrepen de vernieuwingen veel beter.
De omwenteling van de jaren zestig vond zijn oorsprong ook niet in de klassenstrijd, maar in een complex van factoren, zoals de generatiebreuk van de babyboomers die een gezagscrisis creëerde, de opkomst van de televisie die alom de mondigheid bevorderde, en de razendsnelle secularisatie die – mede met de anticonceptiepil – de poorten opende voor de seksuele revolutie. Honderd jaar na dato is Pieter Jelles Troelstra een wat stoffige en half vergeten revolutionair uit een ver verleden.
Maar ook de culturele revolutie van the sixties is volgens sommigen aan een grondige revisie toe. De term ‘cultuurmarxisme’ duikt opeens overal op in een tijd die gefascineerd lijkt door etnische, nationale of regionale identiteit. De mentaliteit van de babyboomer zou diep zijn ingedaald in de haarvaten van de onze cultuur. Te diep. Het gedachtegoed dat in ’68 werd gebrouwen, zou ten onrechte voor ‘het gewone denken’ worden gehouden.
En zo wordt het spook van Marx weer wakker gekust, maar nu in een tegengestelde gedaante. De revolutie komt tegenwoordig van rechts, omdat niemand meer weet wat links is. Hoezo revolutie? We zijn ons kompas kwijt. Sinds de opkomst van het populisme is de ideologische polariteit tussen links en rechts een fossiel uit het verleden geworden. De uitersten zijn elkaar gaan raken. ‘Ontwaakt! verworpenen der Aarde!’ Maar wat betekent die revolutionaire strijdkreet als een vloedstroom van mondiale verworpenen de banen van ons proletariaat afpakken?
Honderd jaar na dato zou Troelstra deze omgekeerde wereld wellicht niet meer kunnen begrijpen. Laat staan dat zijn kleine geboortestad Leeuwarden de culturele hoofdstad van Europa zou zijn.
***
UPDATE, 09.30 uur :
Een mens kan niet alles weten. Andries van Weperen wees mij op het project Troelstra is Terug, Locatietheater voor het voortgezet onderwijs, dat gepland staat voor februari tot en met mei 2018. Zie: troelstraisterug.nl