‘Een van de problemen van de moderne tijd bestond erin dat heel lang de zin van een onbepaalde dimensie van transcendentie werd geïdentificeerd met een bepaald ‘iets aan gene zijde’, en daarmee was afgedaan. Tegelijkertijd werden pijnlijk de krachten gemist die uit de betrekking tot zo’n dimensie rijkelijk kunnen voortvloeien. Was het een transcendente onwetendheid die de druk vergrootte om alle dromen in dit ene, eindige leven te moeten realiseren, omdat er geen hiernamaals meer was? De poging om alle, maar dan ook alle, mogelijkheden in dit eindige leven te realiseren is altijd tot mislukken gedoemd – was het die transcendente onwetendheid die het lijden ondraaglijk maakte dat daarmee gepaard ging? Heeft dat de mensen nog meer de melancholie in gedreven?
Melancholie is echter niet alleen het ongelukkig-zijn als gevolg van de onvervulbaarheid van dromen met een oneindige intensiteit, maar ook de verlossing van de hoop op vervulling in dit eindige leven. Het besef van de onvervulbaarheid bevrijdt ons van de smartelijke inspanning om alles in dit vermeend enige leven te moeten ‘proppen’. De komende tijd van melancholie kan daarom ook een tijd worden van nieuwe vrijheid.’
Uit: Wilhelm Schmid, Ongelukkig zijn. Een aanmoediging (2012)