Roomse gluiperds, wat is er mooier?
Tja, daar had ik het toch even helemaal mis. Thom van der Goot is niet – net als ik – geboren in het gouden jaar 1947, maar een jaar eerder, in 1946. Thom is inmiddels al 71. Gisteren liet Thom mij per mail weten dat het misschien interessant zou zijn eens door te praten over onze gemeenschappelijke roomse geschiedenis. Ik was in mijn blog ook onvolledig geweest. Thom is in 1964 weggegaan van het seminarie van de franciscanen in Katwijk, maar in 1969 weer in Utrecht bij de franciscanen ingetreden.
In 1975 ging hij daar weer weg wegens Gijsen en Simonis (kort samengevat) en het verstikkende celibaat. In 1976 – een jaar eerder dat ik in Friesland kwam – is hij hier begonnen als consulent voor het amateurtoneel. Zo herinner ik hem ook wel: Jaap de Knegt en Thom van der Goot, dat waren de eerstgeborenen. Ze liepen rond op ‘het kantoor’ van de Fyske Kultuerried met een air van: ’Het theater, dat zijn wij!
Ongelooflijk, zo denk ik, dat Thom in 1969 nog eens een ‘roeping’ had. Toen had paus Paulus VI zijn encyclieken over het celibaat en de geboorteregeling al lang de wereld ingezonden, urbi et orbi. Het jaar 1967 was het keerpunt: het jaar van de grote uittocht. Toen daalde het aantal theologiestudenten in Nijmegen van 240 naar enkele tientallen. Iedereen ging toen psychologie af andere menswetenschappen studeren. De heiligenbeelden werden vervangen door de borstbeelden van Marx en de posters van Che Guevara. Kennelijk was de roeping bij Thom van er Goot sterk en hardnekkig.
Hoe dan ook, we hebben elkaar heel wat te vertellen over die roerige jaren, waarin het Rijke Roomse leven als een kaartenhuis instortte. Dat moet er maar eens van komen. Met Hans Brans, die een vergelijkbare achtergrond heeft als Thom, heb ik het daar ook wel eens over gehad. Alle roomse gluiperds kwamen uiteindelijk in de theaterwereld terecht. Uiteindelijk ben ikzelf ook een theaterdier. Ik hou ervan om op een podium te staan, om de mensen toe te spreken. Om je charisma te tonen als dorpspastoor. Soms denk ik wel eens dat ik de hele kluit hier in Friesland kan belazeren. Waarom doe ik dat dan niet? .
‘All the world is a stage,’ zei Shakespeare. De wereld is een schouwtoneel. Dat hebben de roomsen als besten begrepen. Wat wil je ook, met zo’n prachtige theatrale liturgie van de katholieke kerk! Dat is cultureel erfgoed waar je zuinig op moet zijn. Het theater is uitgevonden door de katholieke kerk. In de jaren zestig is die erfenis verdonkeremaand. Dat is een drama geweest. Dat drama werd een trauma dat is terug te vinden in de ziel van heel wat dramaturgen met een roomse jeugd. Zij wisten uit het web van de tragedie goud te spinnen.
Waarom hoor je tegenwoordig zoveel over seksueel misbruik in de theaterwereld, het mondiale schouwtoneel? Wat dacht u? Het theater is de opvolger van het die benauwende theemuts van het katholieke geloof. Daaronder zaten heel wat muffe luchtjes. Dat is nog steeds zo in de theaterwereld. Helaas. Begrijp me goed, ik suggereer hier niets verkeerds over Thom van der Goot. Ik zeg ook niet dat Thom van der Goot een roomse gluiperd is.
Hoewel, als ik zwaar getafeld heb, komen er wel eens beroerde herinneringen boven. Over de dolk in de rug van wijlen Jaap Castelein bijvoorbeeld. Toen Thom van der Goot in een brief, namens de culturele centra in Friesland, de Fryske Kultierried in diskrediet bracht, zodat Johanneke Liemburg haar wraakactie richting de Kultuerrried kon voltooien. Maar wie weet dat nog? Ik zie nog de diepe verontwaardiging in de ogen van Jaap Castelein. Hij voelde zich verneukt. En terecht!
Maar ja, het leven is vergeven en wat geweest is, is geweest. Wat je ook van het Rijke Roomse leven kunt zeggen, die benauwde theemuts van weleer had iets moois, net als de hedendaagse theaterwereld. Zo bezien is er niets veranderd. Toen, in de tijd van witte boorden en soutanes, en nu, in de benauwde tijd van #MeToo. Het is een wereld waar alles in zit. Seks, macht en geloof. Wat wil je nog meer? Je zou er alsnog katholiek om willen worden.