Het geweld zelf is religie geworden
Aan het einde van de stormachtige periode tussen 1880 en 1920, toen avant-gardekunst en terroristisch geweld Europa gelijktijdig overspoelden, vond – toevallig of niet – in Europa ook de eerste schoolshooting plaats. Dat was op 20 juni 1913 in een meisjesschool in Bremen, waar vijf meisjes variërend van zeven tot acht jaar werden neergeschoten door een overspannen onderwijzer. De dader werd nooit berecht maar verdween in een gesticht, waar hij in 1932 overleed. In boeken over de geschiedenis van de psychiatrie, zoals die van Foucault en Shorter, wordt geen melding gemaakt van dit soort gewelddadige incidenten. De opkomst van de psychiatrie wordt doorgaans gerelateerd aan de opkomst van de middenklasse in de tweede helft van de negentiende eeuw. Freuds denkbeelden bleken een codificatie te zijn van het zoeken naar zelfinzicht van de burgerij, dat ook in het ontstaan van de moderne kunst herkenbaar is. ‘De psychoanalyse’, zo stelt Shorter in zijn boek Een geschiedenis van de psychiatrie (1997), ‘verhield zich tot de therapie als het expressionisme tot de kunst: allebei waren het schitterende voorbeelden van het zoeken naar inzicht.’
Dit is een passage uit mijn boek Jihad of verstandsverbijstering dat binnenkort verschijnt. In de Leeuwarder Courant van vrijdag j.l. las ik een interview met Birgit Pfeifer naar aanleiding van haar proefschrift ‘School shooting. Existential concerns and impliciet religion.’ Haar betoog raakte mij, vooral haar stelling: ‘Het is niet de religie die gewelddadig is, maar het geweld zelf dat religie is geworden.’ Ik herkende in dit betoog een parallel met mijn boek Jihad of verstandsverbijstering . Interviews met Birgit Pfeiger verschenen vorige wee in meerdere dagbladen. In Metro-nieuws las ik het volgende:
Pfeifer spitte duizenden pagina’s van dagboeken, afscheidsbrieven en notities van school shooters (bijvoorbeeld de daders van de shooting op Columbine High School) en lone wolves (bijvoorbeeld Anders Breivik) door. „Wat ik heb opgemerkt is dat ze stuk voor stuk worstelen met levensvragen. Ze maken hun eigen verhalen, waarin zij de helden zijn. Sommigen noemen zich God en praten zichzelf aan dat ze het recht hebben te beslissen over wie mag leven en wie moet sterven. Ze zijn onoverwinnelijk en onsterfelijk.” Daarnaast constateerde Pfeifer dat de daders allemaal de sterke behoefte hebben hun werkwijze te delen. Ook zien ze zichzelf als een martelaar die zich opoffert voor de strijd tegen het kwaad. Deze drie elementen, respectievelijk de transcendente ervaring, het delen van rituelen en het creëren van een mythe, zijn ook kenmerken van traditionele godsdiensten. De shooters bedenken als het ware hun eigen impliciete religie.
Mijn boek Jihad of verstandsverbijstering richt zich op het grijze gebied dat recentelijk is ontstaan tussen verschillende vormen van psychotisch geweld en terroristisch geweld. Maar vooral ook op het vreemde zwijgen van de psychiatrie over dit soort nieuwe manifestaties van het kwaad. In mijn boek wijs ik uitdrukkelijk op de transcendente ervaringen die massshooters, religieus geïnspireerde terroristen en psychotische geweldplegers met elkaar gemeen hebben. In het geseculariseerde Nederland is het een beetje een taboe om dit zo openlijk te beweren. Auteurs als Jessica Stern en Karen Amstrong hebben hier eerder op gewezen.
Van de week heb ik Birgit Pfeifer benaderd en haar op deze parallel gewezen. Ik stuurde haar ook de korte videofilm waarin ik het persoonlijk verhaal vertel dat aan mijn boek ten grondslag ligt. Deze videofilm is gemaakt door het kunstenaarsduo Martin en Inge Riebeek en is momenteel te zien in het Fries Museum in Leeuwarden. Ook de inhoud van deze videofilm komt aardig overeen met de centrale stelling van het proefschrift van Birgit Pfeifer.
Still uit de videofilm The Essential van Martin en Inge Riebeek, nu te zien in het Fries Museum (zie trailer: hier)
Gisteren stuurde Birgit Pfeifer mij de tekst van haar proefschrift toe. Ik ben zeer benieuwd en ga het lezen. Wellicht kom ik hier binnenkort op terug. Deze materie is uiterst actueel, niet alleen door de recente massshooting in Amerika, maar ook door het onbegrip dat de secularisering teweeg heeft gebracht voor de religieuze dimensie die zich niet alleen kan aandienen in psychotische ervaringen, maar ook geweldsexplosies van adolescenten die in een existentiële crisis verkeren. Of er nu sprake is van psychotisch geweld, massshooting, schoolshooting of islamitisch geïnspireerd terrorisme, in al dit soort geweldsexplosies steekt een religieuze dimensie telkens weer de kop op.
Achteraf bezien wordt het steeds onbegrijpelijker dat het Fries Museum mij niet de ruimte heeft willen bieden om een lezing te houden over dit thema, maar dan toegespitst op de relatie tussen terrorisme en esthetica zoals die ook in mijn boek aan de orde komt. Het museum is een glazen stolp die over de werkelijkheid wordt geplaatst, zeker als die werkelijkheid in datzelfde museum als kunst wordt getoond. Het museum is een compleet gedesinfecteerde ruimte, waar de kunst alleen autonoom mag zijn, ook al gaat die kunst over de gewelddadige wereld van nu.
Als u dit niet begrijpt…. Call Kris Callens! Hij kan het u allemaal haarfijn uitleggen en geeft u tot slot ook nog een slap handje.
Zie ook mijn blog: In het Fries Museum is kunst kunst.