Churchilllaan, hoek Scheldestraat, Amsterdam, gisteren, 14.00 uur
De eigenaardigheden van een stad liggen niet in de herkenningspunten van een ansichtkaart, maar in alledaagse details, zoals de structuur van gevels, het onopvallende ornament, de aard van het licht en de textuur van het plaveisel.
Lopend door Amsterdam word ik overspoeld door jeugdherinneringen. Die worden opgeroepen door straatnamen, buurten, huisnummers, maar ook door exacte data. Dat alles roept beelden op in mijn brein. Waar was ik toen? Of: Wanneer ben ik daar ook geweest?
Mijn geheugen is kennelijk topografisch gestructureerd. Gezichten van mensen vergeet ik onmiddellijk, maar breng me op een plek waar ik ooit geweest ben en ik herinner me alle details, vaak met de exacte datum erbij.
Gisteren liep ik door de Churchilllaan, zo kwam ik bij de kruising met de Scheldestraat. Precies op dit punt ben ik op 30 november 1970 met mijn fiets geschept door een auto. Het was de dag voor mijn verjaardag. Ik kwam met mijn hoofd op het asfalt terecht en ben toen een paar seconden buiten bewustzijn geweest. Langzaam zag ik het zwart worden voor mijn ogen. Daarna ging het licht weer op en ben ik gewoon naar huis gefietst. Ik ben toen wel een weekje op bed gebleven.
In die week heb ik ook een dagboek geschreven, maar dat ben ik helaas kwijtgeraakt. Ik kan me een droom herinneren uit die dagen. Het ging over een stoet rouwauto’s die – toen ze naderbij kwamen – geen bestuurder bleken te hebben. Ook de kist in de voorste auto was leeg en in de volgauto’s zat helemaal niemand.
De Rivierenbuurt. Soms denk dat mijn hele leven zich hier heeft afgespeeld.