Être une heure, une heure seulement
Être une heure, une heure quelquefois
Être une heure, rien qu’une heure durant
Beau, beau, beau et con à la fois
Het is het refrein van La Chanson de Jacky. Brel schreef het in 1965. Het was een lied over zichzelf, over hoe hij werkelijk was. Over zijn jeugd misschien, de vrouwen uit zijn. jeugd. Brel’s vader was directeur van een kartonfabriek en Brel zelf groeide op als een braaf jongetje dat door zijn oude tantes graag in de wang geknepen werd. Brel heeft meerdere chansons over zijn jeugd geschreven. Mon enfance is wellicht de bekendste, maar ook Fils de.. .en Quand ma maman reviendra. Ze zijn doortrokken van een bitter soort nostalgie. Maar La chanson de Jacky is eerder cynisch van toon. Het gaat vooral over het ouder worden en de liefde voor een oudere vrouw, als de liefde een vertoning wordt.
Brel stond in 1965 aan de vooravond van zijn afscheid als chansonnier, dat hij kort daarop zou aankondigen. Hij was toen pas 37 jaar, maar hij had het helemaal gehad met al die optredens voor een publiek dat hij vaak verachtte. Hij zag het al voor zich, dat hij zou afzakken tot een tweederangs vedette en voor het burgerlijke publiek in het Casino van Knokke Le Zoute dezelfde taarten van dames op leeftijd zou moeten amuseren die hem als kind in de wang hadden geknepen.
Op 30 mei 1964 trad Brel op in café-restaurant ‘Het Huis met de Pilaren’ in Bergen Noord-Holland. Dat concert zou later dat jaar integraal worden uitgezonden door de VPRO-televisie. Ook toen ergerde Brel zich dood aan het publiek, dat niet het fatsoen kon opbrengen om stil te zijn en gewoon doorging met keuvelen en drinken. Na afloop brieste hij dat hij nooit meer in zo’n ‘provinciale kuttent voor dove ouwe taarten’ zou optreden. Zijn honorarium van 12.000 gulden smeet hij woedend op de grond alvorens hij er samen met zijn roadmanager ‘Jojo’ als een speer vandoor ging. Dat optreden was tot stand gekomen dankzij bemiddeling van Ernst van Altena, die veel van Brel’s chansons in het Nederlands heeft vertaald.
In de winter van 1968 – vijftig jaar geleden – heb ik een lezing bijgewoond van Ernst van Altena. Het ging over zijn vriend Jacques Brel. Die lezing vond plaats in de jeugdsociëteit Omega die zich toen nog op de zolder van de Clara Fey school bevond. Dat was een nonnenschool op het Linnaeushof in de Watergraafsmeer, waar ook Marijke op school is geweest. Van Altena sprak bij die gelegenheid over de chansons van Brel, maar ook diens jeugd en zijn haat-liefde verhouding met Vlaanderen. Het was Van Altena die Brel begin jaren zestig had overtuigd om een paar chansons in het Nederlands te zingen. Dat zou een mooie uitbreiding kunnen zijn van zijn taalgebied.
Zo ontstond onder meer Mijn vlakke land, dat Brel zong in een eigenaardig soort Nederlands, dat Van Altena woord voor woord voor hem in een fonetisch schrift moest noteren. Van Altena sprak ook over La chanson de Jacky, dat eigenlijk een afscheidslied was. Een afrekening ook. Veel chansons van Brel zijn afrekeningen met oude liefdes, vrouwen die hem hadden willen temmen. Maar het wilde paard, dat hij ooit was, kon door niets en niemand getemd worden.
Ik ben nu zeventig en nog steeds draai ik elke avond onder het eten een elpee van Brel. Zijn chansons zijn levenslessen voor mij. Lessen over het leven en de dood. Lessen over de mannelijkheid, waar ik zelf vaak moeite mee heb. Lessen over het afscheid van God, waar ik mijn hele leven mee bezig ben geweest. Lessen over het verlangen naar een geluk dat nooit zal komen. Lessen over de nostalgie naar een jeugd die voorgoed voorbij is. Lessen over een liefde die nooit beantwoord wordt, maar die je wel moet koesteren. Lessen over spijt, wrok en de dingen die niet meer teruggedraaid kunnen worden. Lessen over nederigheid en mildheid, maar ook over wreedheid want ook de liefde is soms wreed.
Niet voor niets opende Brel zijn afscheidsconcert in het Parijse Olympia, in mei 1966, met het chanson Cheval, dat duidelijk een afrekening was met zo’n vrouw, waar hij diep in zijn hart niets meer van wilde weten. Dat legendarische concert in Olympia is voor een deel op YouTube te zien (zie hier). La chanson de Jacky is misschien wel het meest romantische chanson van Brel. Het doet me altijd aan Slauerhoff denken. Ook Brel werd verteerd door het verlangen om verre reizen te ondernemen, om te vluchten voor de burgerlijke beschaving van het oude Europa.
Brel droomde van een far west. Hij verlangde terug naar het geluk van zijn vroege jeugd, maar droomde ook over verre kusten en opiumtenten in China. Hij had evenals Slauerhoff een fascinatie voor verlaten eilanden in verre oceanen. Uiteindelijk zou hij de daad bij het woord voegen en evenals Gauguin naar Les Marquises vertrekken. Zowel Brel als Slauerhoff kwamen door een akelige ziekte al vroeg aan hun eind, zoals een ware romanticus betaamt.
In La chanson de Jacky is Brel op zijn best. Het lied is in meerdere talen vertaald en werd in het Engels gezongen door Scott Walker. Ook in het Nederlands, onder meer door Henk van Ulsen, waarbij de vertaling uiteraard werd verzorgd door Ernst van Altena.