Hjir bin ik, wêr bisto ?

In december 2000 stond Wêr bisto van Twarres al enige weken aan de top van de landelijke hitparade. Het dreigde zelfs internationaal een megasucces te worden. Dat vond niet iedereen leuk in Friesland. Er waren zelfs mensen die zich geneerden voor dit succes. De Friese studentenvereniging Bernlef was zelfs een actie begonnen ‘Stop Twarres’. De tekst van Wêr bisto zou een belediging zijn voor de Friese taal en cultuur. Ze hadden zelfs aangekondigd dat zij de single in de oudejaarsnacht op de Grote Markt in Groningen publiekelijk zouden verbranden.

Die actie was van Bernlef natuurlijk ludiek bedoeld, maar de achterliggende gedachte stuitte mij behoorlijk tegen de borst. Ik ben dan ook acuut in de pen geklommen om volk en heitelân voor eens en altijd duidelijk te maken, waarom we hier met een meesterwerk van doen hadden. Dat werd me niet door iedereen in dank afgenomen (zie: hier). Ik zou geen verstand van popmuziek hebben, werd mij verweten door mensen die het weten kunnen. Anderen beweerden dat ik niet meende wat ik schreef. Het zou ironisch bedoeld zijn.

Het is ook nooit goed, dacht ik bij mezelf. Hoe dan ook, de ‘kwestie Twarres’ leidde bij veel Friezen tot een hevig gevoel van smaakonzekerheid. Ik heb dat altijd als valse schaamte opgevat. Voor wie destijds mijn pleidooi voor Twarres gemist mocht hebben, hieronder alsnog de tekst die verscheen in de Leeuwarder Courant van 22 december 2000. Of ik het nu serieus bedoelde of niet, er zat veel waarheid in wat ik schreef, al besefte ik dat destijds misschien nog niet ten volle. De liefde is sentimenteel, maar dat is ook de waarheid. Het is het enige dat telt.

*****

Negen weken staat Wêr bisto al aan de top. Zelfs België is inmiddels in de ban van Twarres. Waarom spreekt juist dit simpele liedje zo aan? Zijn het de exotische klanken van de Friese taal die voor de buitenwacht een onpeilbare diepte suggereren? Of is het gewoon de tijdloze melancholie van het liefdesverdriet die hier komt bovendrijven? Hoe het ook zij, dit megasucces roept vragen op, niet alleen over magie van popmuziek, maar ook over de tijdgebonden, emotionele onderstroom van de massa.

Populaire muziek heeft vermogen om onbestemde gevoelens op te roepen die een sluimerend bestaan kunnen leiden bij het grote publiek. Zo wordt beweerd dat de Berlijnse Muur in 1989 niet zo snel gevallen was als heel Duitsland niet in de ban was geweest van een eenvoudig liedje dat wekenlang op de radio te horen was. Stimmen im Wind van Juliane Werding bracht aan beide zijden van de muur een stroom van emoties op gang die een uitweg zocht in de actualiteit: Sei nicht traurich Susann, es fängt alles erst an!

Aan bet begin van de jaren zestig gaven de Beatles uitdrukking aan een opwindend, onderhuids gevoel van een nieuwe generatie aan de vooravond van andere tijden. Muziek kan een onbenoembaar voorgevoel uitdrukken maar ook een mengsel van spijt, heimwee en rouw, kortom een verscholen melancholie waarvoor geen aantoonbare reden in de werkelijkheid aanwezig lijkt, maar die plotseling en onstuitbaar de kop op steekt. Zo kan een kortstondig verlangen naar een onbereikbaar verleden opeens doorbreken aan het oppervlak van de tijdgeest als alles juist volop in beweging lijkt en de blik alom op de toekomst is gericht.

Vanuit die optiek lijkt Wêr bisto een beetje op Yesterday van de Beatles, waarin achteraf een gevoel uit 1965 exact gevangen lijkt. Beide liedjes hebben iets tegendraads. Beide zijn ook zeer eenvoudig van opzet en zelfs wat ouderwets. De intro is uiterst simpel. Met een paar akkoorden wordt de toon gezet. Daarna is het de combinatie van stem en tekst die het moet doen.

Het arrangement leunt zwaar op violen die traag om de woorden heen meanderen. Maar belangrijker is de tekst zelf. In dat opzicht heeft de hit van Twarres alles in zich van de klassieke evergreen. Er wordt een vraag gesteld – wêr bisto? – waarop de luisteraar geen antwoord krijgt. It is te lang lyn. Hoezo, te lang geleden? Gezien de leeftijd van de performers kan dat toch geen eeuwigheid zijn geweest. Ook de tekst van Yesterday roept een onbeantwoorde vraag op. Why she had to go, I do’nt know. De verloren geliefde wordt zelfs vrijgepleit van schuld. Want do dochst gewoan neat ferkeard, zingt Twarres. I did something wrong, zingt Paul McCartney.

Kortom, In beide gevallen een verdriet aangeroerd waar je niet volledig toegang toe krijgt. De kracht van Wêr bisto wordt mede bepaald door het zingen in close harmony. Ook dat is ouderwets, maar hier zeer effectief. De meerstemmigheid van de melodie lijkt de stroom van gevoelens meer diepgang te geven. Het simplisme van de tekst is zo radicaal dat een bewustzijnsverlagend effect optreedt. Gedachten lijken als vanzelf te komen, voortglijdend op golven van onverwerkte emoties: Hjir bin ik / Wêr bisto. Dat is het summum van eenvoud waarbij een basisregel van de evergreen wordt toegepast: het nadrukkelijk gebruik van beknopte zinnen met de persoonlijke voornaamwoorden ‘ik’ en ‘jij’ als terugkerende bakens in de tekst.

Ook dat was een recept van Paul McCartney, dat later door Abba opnieuw werd uit gevonden.Ronduit briljant is de volgende frase: ik sjoch dy / ik hear dy / ik fiel dy. Deze opeenvolging van drie zinnetjes van drie woorden, waar ‘ik’ en ‘dy’ steeds op dezelfde plaats opduiken heeft bijna een hypnotiserende uitwerking. Het lijkt een rituele bezwering die een trance suggereert. Een klassiek voorbeeld als See me / feel me / touch me / heal me!, dat The Who ooit toepaste, haalt het niet bij deze magische herhaling van een paar simpele Friese woorden. De litanie wordt besloten met een subtiele doorbreking van het ritme in de tijdloze slotregel: Eltse kear opnij (2 x). Daarmee bijt de tekst van het liedje in zijn eigen staart. Evenals bij Time after time van Cindy Lauper blijft die herhaling van woorden hangen als een soort mantra, een meditatieve reeks klanken die het bewustzijn opschonen om de onderliggende emotie een plaats te geven.

Doorslaggevend ten slotte is het universele karakter van de tekst. De woorden roepen een terugkerende verlatenheid op, een gevoel dat vraagt om telkens opnieuw gevoeld te worden. Daarmee ontstijgt Wêr bisto het gekoesterde zelfbeklag op de drempel van de volwassenheid dat menigeen nog altijd in zich draagt. Bovendien heeft de tekst een existentiële dimensie. Niet voor niets heeft Wêr bisto na het Waarheen van Mieke Telkamp de weg naar de crematoria inmiddels gevonden. Maar dit liedje lijkt meer te suggereren dan de verwerking van een afscheid. Het is een eigentijds gevoelsdocument. Twee ijle stemmen in de wind. Prille melancholie die opeens door het asfalt heen breekt. Sterker nog, het is kunst.