Ik wil graag voor de bespreking van de nota die nu voorligt twee punten naar voren brengen
PUNT 1: Kunst beleid is vooral een kwestie van mensen kansen geven.
Dat is de belangrijkste les die ik geleerd heb toen ik 25 jaar geleden wethouder van cultuur in Leeuwarden was. Je moet een goed oog hebben voor de mensen die wat voor je stad of voor je regio kunnen betekenen. Het zijn die mensen die het moeten doen. Bijna alle belangrijke culturele evenementen zijn niet vanuit beleid geinitieerd maar door mensen van vlees en bloed die ideeen hadden. Zij maken het verschil.
Om er slechts enkele te noemen
- Joop Mulder met Oerol, van niets tot een internationaal festival met 1000 den bezoekers.
- Ton Broekhuis met Noorderlicht , van een eenvoudige fototentoonstelling tot festivals die over de hele wereld werden door verkocht en in zijn glorie dagen tot één van de vijf belangrijkste fotofestivals ter wereld behoorde.
- Theatermaker Jos Thie, goed voor vele prachtige voorstellingen.
- Danser en choreograaf Grietine Molenbuur; het zelfde verhaal met Duende .
- Hoite Pruiksma en klassieke muziek, idem dito.
Het zijn allen mensen die er helemaal voor gaan, echt wat in hun mars hebben, en zich voor meer dan 60 a 70 uur per week met hun vak en passie bezighouden.
Dus ik zou zeggen: Beleid maken en prioriteiten stellen is prima, moet je zeker doen.
Maar als dat betekent dat je initiatieven uit bepaalde kunstsectoren niet meer kan beoordelen en honoreren ben je fout bezig. Dan doe je niet alleen de personen in kwestie tekort, maar vooral de culturele impact die hun energie kan opleveren voor je stad of voor je regio.
Je moet daarom – CONCLUSSIE 1 – de Friese Kunstinfrastructuur niet op slot zetten en exclusief reserveren voor pop en theater. Maak het als je blieft open voor alle sectoren en voor iedereen met goede ideeen en plannen. En daarmee kom ik op mijn tweede meer specifieke punt, de beeldende kunst.
Het Friese belang van Beeldende Kunst
Beeldende kunst zou in mijn ogen juist in Friesland eigenlijk per definitie nooit tot een nonprioriteit gemaakt mogen worden. Je doet daarmee de komende generaties vreselijk tekort. Immers; het erfgoed van vroeger, dat wordt NU getoond, kijk bijvoorbeeld naar de mooie tentoonstelling over Saskia en Rembrandt die nu in het Fries Museum te zien is.
Maar, net zo belangrijk, het is goed om je te realiseren dat het erfgoed van straks nu, vandaag de dag, gemaakt wordt.
Bovendien heb je voor de Friese identiteit, dwz het gemeenschappelijk gevoel waar Friezen vandaan komen, waar ze nu staan en waar ze heen gaan, beeldende kunst nodig. Je hebt representaties nodig van het Friesland van nu, van haar landschap, van haar dorpen, van haar bewoners.
Jan Mankes, Gerrit Benner, Willem van Althuis zijn slechts enkele sprekende voorbeelden van hoe dat werkt. De beelden, schilderijen en tekeningen die zij gemaakt hebben spelen een rol in ons mentale voorstellingsvermogen van wat Friesland is en waarom dit een bijzonder stukje van de wereld is. En dat geldt niet alleen voor de Friezen zelf, het biedt ook aan de niet Friezen een referentie kader over Friesland.
Met alle respect voor de popcultuur; ik weet zeker dat in 2080 niemand meer de popliedjes van nu zal meeneurien. Maar ik weet zeker dat we dan wél met veel plezier en interesse zullen kijken naar schilderijen en tekeningen die NU gemaakt worden. Beeldende kunst is in staat om door de tijd heen blijvende betekenis te genereren en dat geldt al helemaal voor Friesland, waar veel kunstenaars aan verknocht zijn.
Je hebt dus ook plekken nodig waar het nieuwe erfgoed getoond, gestimuleerd en besproken kan worden, zoals bv het museum Belvedere. Gestart vanuit de ontembare energie en visie van Thom Mercuur, overgenomen door Han Steenbruggen en zijn team. Ook weer mensen die het verschil maken. Cultuur beleid is mensen kansen geven. Het is echt onvoorstelbaar wat 4 fte’s en vele vrijwilligers voor elkaar hebben gekregen. Belvedere is de plek waar de Beeldende Kunst (die voor een groot deel over Friesland gaat) gevierd wordt. En dat moet zo blijven.
Daarom terug naar de nota. Door NU de Beeldende Kunst uit de Friese Kunst infrastructuur te schrijven, dat wil zeggen: niet als prioriteit aan te melden en alleen via betrekkelijk vage programmalijnen te kunnen honoreren, wordt het STRAKS veel lastiger dit museum ook met provinciaal geld te ondersteunen. Dit museum is beheerder van veel bestaand Fries erfgoed en is de kraamkamer van toekomstig Fries erfgoed. En dat moet zo blijven. Met een beperkte provinciale subsidie zit je voor een dubbeltje op de eerste rij.
Als je het in marketing termen zou formuleren kan je ook zeggen dat de Beeldende Kunst gemaakt door Friese kunstenaars het merk dat Friesland heet op een fantastische wijze versterkt. En museum Belvedere geeft daarbij met slechts 4 fte’s één van de mooiste visite kaartjes van Friesland af en staat misschien wel op de derde plaats na de 11 stedentocht en na bekende Friezen zoals Abe Lenstra, Doutzen Kroes of Jelle Zijlstra.
Maar die inspanning is, met de huidige begroting, voor het museum niet vol te houden.
Er komt een keer een moment dat dat knapt. Dan gaat de zaak failliet of dan raken mensen overspannen omdat je roofbouw op hen hebt gepleegd. En áls dat zou gebeuren is dat zonde voor het museum, zonde voor de Beeldende Kunst in Friesland, maar ook zonde voor Friesland als geheel en voor de manier waarop Friesland, letterlijk en figuurlijk, gezien wordt, nu en in de toekomst, door onszelf maar ook door de buitenwereld.
En het is aan de Staten van Friesland, en de zaak waar jullie voor staan, om er voor te zorgen dat dat niet gebeurt. Daarom, nogmaals, beperk je niet tot pop en theater en schrap de Beeldende Kunst niet uit de Kunst Infrastructuur. Je doet daarmee Friesland tekort.