Baudet & de angst voor het eigene

In het voorjaar van 2012 draaide als voorfilmpje in de bioscoop een commercial voor de Europese Unie. Het filmpje 
was getiteld Hidden Treasures of Europe– verborgen schatten 
van Europa. Via YouTube is het gemakkelijk terug te kijken.. Als de commercial begint horen we een synthesizer enkele 
akkoorden spelen die aan Bach doen denken. Al snel nemen 
elektronisch gefabriceerde strijkers de melodie over, ondersteund door een ritmische drum. We zien een bergmeer en 
horen kerkklokken. De tekst ‘Zweden?’ komt in beeld, gevolgd door de tekst ‘Montenegro’. Twee pubermeisjes bekij-en hun mobiele telefoon. De tekst ‘Frankrijk?’ verschijnt in 
beeld. En vervolgens: ‘Servië’. Zo gaat het nog even door. 
’Spanje?’ ‘Kosovo’. Drukke kantoorgebouwen. ‘Duitsland?’ 
’Turkije’. En zo verder. Het eindigt bij een Helleense tempel. 
’Griekenland?’ Nee: ‘Albanië’. Een schattig meisje zegt ‘hallo’ 
en huppelt vrolijk op de tempel af. Een blakende zon schijnt 
op het gras. Het scherm wordt blauw, de tekst ‘so similar, so different … so European’ verschijnt in beeld. Een landkaart 
van Europa plus Turkije doemt op met daaronder de slottekst: ‘growing together’ .

Aldus schrijft Thierry Baudet in zijn boek Oikofobie, de angst voor het eigene (2013). Onlangs las ik dit boek vanuit de gedachte dat je je altijd moet verdiepen in het gedachtegoed van mensen waar je het volstrekt niet mee eens bent. Tenminste, zo had ik dat ingeschat. Als ik Thierry Baudet tekeer hoor gaan tegen de kartelvorming van de politieke elite en de ziekelijke drang naar vervreemding en ontworteling in het streven naar de eenwording van Europa, dan denk ik: wat moet ik met die man?

Maar nu ik zijn boek heb gelezen moet ik tot mijn schrik erkennen, dat ik het op veel punten met hem eens ben. Er zit een vreemde parallel tussen Baudets boek Oikofobie en mijn boek De Fries die in de toekomst sprong. Wat moeten wij zo nodig met Europa?  Wat moeten wij met die al maar uitdijende supranationale bureaucratische autoriteit die voorschriften uitschrijft voor de kromming van komkommers of het maximale geluid dat grasmaaiers mogen maken?

Na de invoering van de Euro is de Europese Unie blijven hangen in een onmogelijke staat van wording met een verdere integratie op bestuurlijk niveau tot een federatief verband als ogenschijnlijk enige uitweg, Zo was dat ook altijd bedoeld, al werd dat zelden openlijk uitgesproken. Maar willen wij dat wel? Thierry Baudet laat zien dat er ook een weg terug is. Stap voor stap. Hij toont dat aan met een lucide denktrant die niet zelden aan Pim Fortuyn doet denken, zonder daarbij de vervallen tot de platte demagogie van Geert Wilders.

Het belangrijkste argument vóór de Europese eenwording is natuurlijk de lange periode van vrede die Europa sinds 1945 heeft gekend. ‘Le nationalisme, c’est la guerre!’ riep Mitterand. Maar Baudet weet met een reeks van argumenten – die ik hier niet allemaal ga herhalen (lees het boek!) – deze retoriek te ontkrachten. Is het niet veeleer de angst voor het eigene dat ons drijft, veel meer dan de angst voor het vreemde? Oikofobie is het tegendeel van xenofobie.

Ik heb altijd gemeend dat Friezen lijden aan xenofobie, maar na Baudets analyse van het fenomeen oikofobie ben ik eerder geneigd het omgekeerde te denken. De hedendaagse Fries lijdt aan oikofobie. Hij wil het meest eigene wat hij bezit verkopen aan Europa. Dat was ook de drijfveer in dat dwaze project Leeuwarden-Fryslân 2018. Iepen mienskip was een doekje voor het bloeden. De Fryske mienskip werd te grabbel gegooid. Ook Friezen moesten Europeanen worden. Dat was de onderliggende ideologie.

Sterker nog: Friezen werden in het jubeljaar 2018  in het frame geduwd van model-Europeanen. Zoals wij het hier deden was een voorbeeld voor Europa! Wij doen het één, zonder het ander te laten. Friezen zijn kosmopolitische nationalisten. So similar, so different…. so European. In het propagandafilmpje, dat Baudet in zijn boek verkettert, had het hedendaagse Fryslân het sluitstuk kunnen zijn, de apotheose. Our gift yo Europe! Connecting communities! 

De productie en distributie van het filmpje Hidden Treasures of Europe hebben volgens Baudet tezamen zo’n vijfhonderdduizend euro gekost. Maar dat is natuurlijk nog maar een schijntje in vergelijking met de geldsmijterij  voor Lwd-Fryslân 2018. Nog afgezien van de. dikke bedragen die aan de strijksok zijn blijven hangen. Friesland ging in de uitverkoop, en daar moet je wat voor over hebben. Zelfs de teloorgang van het eigene.

Baudet is een neo-nationalist en ik vraag me af wat hij van dit megalomane, miljoenen verslindende project Lwd 2018 gevonden heeft. Of überhaupt, wat hij van de hedendaagse Friezen vindt. Ik ben bang dat hij niet zo gauw komt spreken bij de herdenking van de slag bij Warns, zoals hij dat in 2014 nog deed bij de IJzerwake van de nationalisten in Vlaanderen. (zie: hier)  In de ogen van Baudet zijn de Friezen ontworteld. Zij hebben hun oikos verraden voor het grootkapitaal en de ideologie van het kosmopolitische Europa. Zoals Hitler en Mussolini droomden van een een transnationaal Europa, zo zijn Friezen in de ban geraakt van de crypto-fascistoïde, Europese eenwording met behoud van eigen identiteit. Maar ondertussen heeft de dictatuur van Berlijn en Rome plaatsgemaakt voor de bureaucratie van Brussel.

In feite is het hele betoog van Thierry Baudet op te vatten als een tirade tegen het modernisme, dat hij als de bron ziet van al het kwaad. Zelfs de moderne kunst moet het ontgelden. De schoonheid heeft zijn gezicht verbrand! Deze felle kritiek op het modernisme (met het postmodernisme als een perfide voortzetting hiervan) zou de gestaalde Friese nationalist bekend in de oren moeten klinken. Dat doet het ook. Ik denk dat er tal van herkenningspunten zijn.

In mijn boek De Fries in de toekomst sprong heb ik de naoorlogse worsteling proberen te beschrijven van de Friezen die kozen voor de moderne tijd, maar tegelijk het eigene niet wilden loslaten. Oikofobie was de schaduw die het Friese modernisme van begin af aan vergezelde. Maar ook het internationale modernisme had een hybride karakter. Er was altijd de schaduw van het heimwee naar het verleden, naar het eigene van hûs en hiem. Dat wordt nog wel eens vergeten.

Zo bezien vraag ik me af of Thierry Baudet niet een al te eenzijdige opvatting heeft van wat het modernisme in feite is geweest. Er was van begin af aan een tegenbeweging die paradoxaal genoeg eigen was het modernisme zelf. Wat dat betreft is Thierry Baudet eerder een ‘retro-modernist’ dan een ‘anti-modernist’. Hij ontvlucht zijn angst voor de kosmos en verdringt die in de verheerlijking van de oikos. Maar hij wil tegelijk ook vooruit, maar dan wel  op zijn manier. Dat wil zeggen: op een conservatieve manier.

Dat is zoets als je hoofd omdraaien terwijl je vooruit wilt, een beweging die niet zelden tot een soort mentale nekkramp leidt. Het is een intrinsiek tegenstrijdige beweging die uiteindelijk in zichzelf verstrikt raakt. De Friese beweging wilde dan ook telkens weer aan die mentale nekkramp ontsnappen. Vaak tegen beter weten in. In mijn boek De Fries die in de toekomst sprong heb ik dit dilemma als volgt beschreven:

In de nieuwe richting die Fedde Schurer kort na de oorlog had aangewezen zat dan ook een zeker spanningsveld. Toch was er ook een gezamenlijk perspectief. Het nieuwe regionale bewustzijn in de tijd van de wederopbouw en het verlangen om de kunst los te koppelen van volksziel en volkskunst vonden elkaar in een diep gevoelde bezorgdheid over een dreigende massificatie en ontheemding van de cultuur. Het was de pastorale betrokkenheid van de elite met de amorfe massamens die losgeslagen van zijn wortels zijn traditionele waarden uit het oog dreigde te verliezen. Die bezorgdheid sloeg in de jaren zestig bij de voorhoede van zorgzame volksopvoeders om in onverholen angst en bij sommigen zelfs in regelrechte paniek. De polarisering tussen oikos en kosmos was voor de Friese Beweging in die tijd een ontwikkeling die zich te snel en te ingrijpend voltrok. Men reageerde door zich tijdelijk terug te trekken en nieuwe doelstellingen te formuleren: reculer pour mieux sauter.

Precies dat laatste is de richting die Thierry Baudet nu opnieuw heeft uitgevonden. ‘Zich terugtrekken om daardoor verder vooruit te kunnen springen’. De Britten willen dat. Donald Trump wil dat. De Catalanen willen dat. Thierry Baudet wil dat ook in de nationale politieke arena, waar het populisme hoogtij viert en de kritiek op de Europese eenwording steeds meer weerklank vindt. En toch, misschien heeft hij niet alleen het gelijk aan zijn zijde, maar ook de loop van de geschiedenis. Europa is een fictie. Fryslân is een feit.