Ik geloof
We willen God terug. God! Kom van dat dak af. Ik waarschuw niet meer. Ja ja, we gaan demonstreren. God, kom terug! Zelfs Thierry Baudet is vóór, maar die is wel voor meer dingen, zelfs voor het slachten van olifanten op Tweede Paasdag om zo de kleine spaarders te redden. Weg met die knoflooklanden. Luiwammesen zijn het! Potverteerders. Nee, geef mij maar de Jordaan, want dat is mooier dan Parijs. Afgelikte lolly’s, wat heb je eraan? Wat moet ik met die snolllen? Ik wil rollebollen. Maar die Baudet wil het nog steeds niet horen, zelfs niet met die uitgelubberde flaporen van hem. Ooit hoorde hij bij de bende van Oss, maar toen kwam Jan Nagel aan mijn doodskist. Vijftig Plus? Ik wil een kus! Ach, laat ook maar. Het hoeft ook niet meer. Het offer is opnieuw volbracht. Niemand had het in de gaten, maar het is gebeurd, zo waar als mijn vorm-naam Franciscus is. Jazeker. Ik ben gevormd door de bisschop. Hubertus Johannes Franciscus…. Franciscus! De naam van de paus! Die derde naam heb ik zelf gekozen toen ik van Pastoor Nolet alles moest leren over het Concilie van Nicea. De hernieuwing van de doopbeloften, dat is het vormsel. En bij de doop wordt de duivel uitgedreven die ik nu wil omarmen in een nieuw sacrament. Een wonder voor vijf cent! Integratie en individuatie, dat zijn de sleutelwoorden voor de toekomst van Europa. Ienemienemutte. Tien pond Rutte! Schoft! Een kurk in je reet dat je ploft. ’s Nachts midden op de bruiloft. Maar ik dwaal af. Timmermans moet weer gaan timmeren in Bethlehem. Onbevlekt en onbevangen en de oranje leeuwinnen worden wereldkampioen. De Heilige Maagd met vaginale kramp is ons ontstegen. En in de hemel is geen bier. Alleen alcoholvrij. God is van de blauwe knoop. De Schepper wordt nooit dronken. Alleen stoned, maar dat is Hij van nature al vanaf het begin der tijden. Eight miles high! Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Maar hoe moet het nu verder? Hé verdomd, ik hoor een stem. Het is Flip Bloemendaal van het Polygoon-journaal. We gaan de goede tijd tegemoet! Ik zie beelden! Een ober rekent af op het Campo Santo in Siena. Op het Piazza Navona wordt een foto genomen. Het gaat regenen boven Angoulême en er valt een porseleinen stilte. Tussen Gent en Brugge hoor ik de noordenwind in een chanson van Brel. Het is zomaar een zaterdag in juli. In de Dokkumer Ee drijft bij wijlen een kurk voorbij. De woorden gaan vanzelf. Er klopt iets niet. Ik zit in een nieuwe kamer met uitzicht op een rotonde. Ik geloof. Ik geloof. Ik geloof….! Wat kan ik anders! Ik geloof in de liefde, want meer is er niet! Minder Marokkanen! Ja, ja… daar komt zelfs Wilders mee weg. Meer liefde! Meer! Meer! Meer !!!