Huub Mous
weblog
archief
over mijzelf
december 2024
november 2024
oktober 2024
september 2024
augustus 2024
juli 2024
juni 2024
mei 2024
april 2024
maart 2024
februari 2024
januari 2024
december 2023
november 2023
oktober 2023
september 2023
augustus 2023
juli 2023
juni 2023
mei 2023
april 2023
maart 2023
februari 2023
januari 2023
december 2022
november 2022
oktober 2022
september 2022
augustus 2022
juli 2022
juni 2022
mei 2022
april 2022
maart 2022
februari 2022
januari 2022
december 2021
november 2021
oktober 2021
september 2021
augustus 2021
juli 2021
juni 2021
mei 2021
april 2021
maart 2021
februari 2021
januari 2021
december 2020
november 2020
oktober 2020
september 2020
augustus 2020
juli 2020
juni 2020
mei 2020
april 2020
maart 2020
februari 2020
januari 2020
december 2019
november 2019
oktober 2019
september 2019
augustus 2019
juli 2019
juni 2019
mei 2019
april 2019
maart 2019
februari 2019
januari 2019
december 2018
november 2018
oktober 2018
september 2018
augustus 2018
juli 2018
juni 2018
mei 2018
april 2018
maart 2018
februari 2018
januari 2018
december 2017
november 2017
oktober 2017
september 2017
augustus 2017
juli 2017
juni 2017
mei 2017
april 2017
maart 2017
februari 2017
januari 2017
december 2016
november 2016
oktober 2016
september 2016
augustus 2016
juli 2016
juni 2016
mei 2016
april 2016
maart 2016
februari 2016
januari 2016
december 2015
november 2015
oktober 2015
september 2015
augustus 2015
juli 2015
juni 2015
mei 2015
april 2015
maart 2015
februari 2015
januari 2015
december 2014
november 2014
oktober 2014
september 2014
augustus 2014
juli 2014
juni 2014
mei 2014
april 2014
maart 2014
februari 2014
januari 2014
december 2013
november 2013
oktober 2013
september 2013
augustus 2013
juli 2013
juni 2013
mei 2013
april 2013
maart 2013
februari 2013
januari 2013
december 2012
november 2012
oktober 2012
september 2012
augustus 2012
juli 2012
juni 2012
mei 2012
april 2012
maart 2012
februari 2012
januari 2012
december 2011
november 2011
oktober 2011
september 2011
augustus 2011
juli 2011
juni 2011
mei 2011
april 2011
maart 2011
februari 2011
januari 2011
december 2010
november 2010
oktober 2010
september 2010
augustus 2010
juli 2010
juni 2010
mei 2010
april 2010
maart 2010
februari 2010
januari 2010
december 2009
november 2009
oktober 2009
september 2009
augustus 2009
juli 2009
juni 2009
mei 2009
april 2009
maart 2009
februari 2009
december 2008
november 2008
oktober 2008
september 2008
augustus 2008
juli 2008
juni 2008
mei 2008
april 2008
maart 2008
februari 2008
januari 2008
december 2007
november 2007
oktober 2007
september 2007
augustus 2007
juli 2007
juni 2007
mei 2007
april 2007
maart 2007
februari 2007
januari 2007
december 2006
november 2006
oktober 2006
september 2006
augustus 2006
juli 2006
juni 2006
mei 2006
april 2006
Ça va
15 september 2019
Hedenochtend, 9.30 uur
Kort voor zijn dood in 1956 schreef de katholieke Italiaanse filosoof Giovanni Papini een wonderlijk boek:
Il Diavolo
. Het is zo extreem katholiek dat zelfs de paus zich genoodzaakt zag het terstond op de Index te plaatsen. Toch werd het in meteen vertaald in het Nederlands. Volgens Robert Lemm was Papini’s visie op de duivel profetisch, omdat hierin de inflatie van hel en duivel wordt aangekondigd bij de hedendaags christenen of wat daar nog voor door wil gaan…’ Deze christenen’, zo schrijft Papini, ‘die hoe langer hoe meer christen worden, ontkennen niet het bestaan van de hel, maar zij geloven en verlangen dat zij ontvolkt zal wezen, bijna verlaten… leeg is de hel, en overbevolkt het paradijs.’ Volgens Robert Lemm lijkt Papini hiermee de jaren zestig aan te kondigen die hij zelf niet meer mee mocht maken: ‘de tijd van geforceerd optimisme, van flower power, all you need is love en het Tweede Vaticaanse Concilie. Het is de nieuwe mens, de mens van 1968, die op het einde van
Il Diavolo
de verzoening tot stand brengt tussen goed en kwaad.
Volgens de traditionele katholieke geloofsleer doet de duivel nog steeds zijn werk tot aan de wederkomst van Christus. Zijn grootse list is om ons te doen denken dat hij niet bestaat. Hij zou zelfs te herkennen zijn in het toenemend ongeloof van de moderniteit, waar psychologen en sociologen zo naarstig een verklaring voor zochten. Het Tweede Vaticaanse Concilie bracht een definitieve breuk teweeg met het scholastieke denken van weleer, met als gevolg de afschaffing van de polaire oppositie tussen goed en kwaad, tussen God en de duivel. Of zoals Robert Lemm het in zijn boek over Léon Bloy – die andere vergeten katholieke apologeet – het ooit kernachtig formuleerde: ‘Men wilde illuminatio zonder purificatio.
Zo zijn ook hel en verdoemenis uiteindelijk uit de Rooms-Katholieke Kerk verdwenen. ‘De Hel, dat is niet meer liefhebben.’ schreef Bernanos. Niemand kan zeggen dat hij daarin ongelijk had en ook Reve had dat zeker niet gedaan. Met zijn op William Blake gebaseerde visie op de verzoening tussen hemel & hel, God & duivel, was Reve eigentijdser dan hij misschien zelf wilde weten. Wat hem in het katholicisme aantrok was het irrationele, het tegenstrijdige, de gedachte dat de grootste waarheid zich kon omkeren in het tegendeel, de enantiodromie zoals Jung dat noemde. Het hoogste goed kon nog iets van het kwaad bevatten en zelfs in het diepste kwaad kon de liefde van God zich schuilhouden.
Het katholicisme is een geloof van tegenstrijdigheden, zo stelde Reve in zijn essay Zelf Schrijver worden (1986) . Alleen al over de aard van het bestaan, dat zich achter de dood schuil houdt, bestaan er volgens Reve binnen het katholicisme van oudsher drie verschillende voorstellingen die elkaar met vernietigende kracht tegenspreken, maar waar zelfs de kerkvaders en concilies gedurende vele eeuwen geen aanstoot aan namen. Die tegenstellingen werden volledig geaccepteerd, omdat – zo stelt Reve letterlijk: ‘de duisterheid, dubbelzinnigheid en tegenstrijdigheid in zichzelve van de verwoording de kenmerken van elke openbaring zijn, die de religieuze mens, wonderlijk niet als storend treffen. Deze schijnt intuïtief te beseffen dat de verwoording verwijst naar een waarheid, die nooit en te nimmer verwoordbaar kan zijn, en dat de letterlijke inhoud van die verwoording wel een functie heeft, maar niet iets is dat men, tegen de rede in zoude moeten geloven.’
Reve had ook niets met een Laatste Oordeel met zijn scheiding van geesten: de goeden rechts en de kwaden links. Als er ooit een Verlossing zou zijn, dan was die bestemd voor alle mensen, alle schepselen zelfs tot de dieren aan toe. De geschiedenis van de religie is het verhaal van de bezwering van het kwaad. Met de komst van de christelijke God werd de goddelijke soevereiniteit van het kwaad beteugeld. Met de kruisdood van Christus had God de Vader zijn soevereine geweld tegen zichzelf gericht en het kwaad als zodanig geabsorbeerd en onschadelijk gemaakt. Met het primitieve offer nam de mens nog deel aan het soevereine geweld van de goden. Dat offer bleef in het christendom in afgezwakte vorm nog eeuwenlang voortbestaan. Zo ontstond het christelijk substituut voor het heidense offer, waarin het sacrale nog volop aanwezig was, maar dat gaandeweg in een onttoverde wereld op de achtergrond raakte. Secularisering is in feite de teloorgang van het sacrale in het definitieve afscheid van het offer.
In de Romantiek diende voor het eerst het verlangen zich aan naar de sacrale dimensie van het leven, die als verloren werd beschouwd of die op het punt stond te verdwijnen. ‘Als het sacrale uit de wereld is verdwenen,’ schreef Baudelaire, ’kunnen er alleen nog minnaars van prostituees en minnaars van de wolken bestaan.’ Juist in seksualiteit, die van God was losgebroken, werd het sacrale gemist. Reve beschouwde de seksualiteit in al zijn verschijningsvormen niet als banaal, laag, smerig of zondig, maar primair als een sacraal gebeuren, sterker nog: als ‘een geheiligd sacrament.’ Daarmee kwam de seksualiteit in een ander register terecht, voorbij de christelijke moraliteit. Dit amorele domein voor de romantische verbeelding was voor Reve een gebied voorbij goed en kwaad. Het verlangen naar het numineuze en het sacrale, het aanhoudend zoeken naar de afwezige God, met wie hij zich seksueel verenigen wilde in een nieuwe incarnatie, de hang ook naar een sadomasochistische wreedheid en een voortdurende obsessie met de dood zijn kenmerkende elementen voor zijn eigenzinnige mystiek, waarin het katholicisme zich voor even leek te vernieuwen.
Dit delen:
LinkedIn
WhatsApp
X
Bluesky
Facebook
Threads
Mastodon
Vorige post:
Eeuwige roem voor Kolonel Sjaarda
Volgende post
Wat Leeuwarden nodig heeft is love!