Corona & de disciplinering van seks
‘Door het nieuwe coronavirus (COVID-19) zijn er ook veel vragen over seks: wat kan wel en waar moet u nu extra op letten? Bekijk onderstaande adviezen over seksualiteit in tijden van corona. Ga bewust om met lichamelijk en seksueel contact.
Adviezen voor thuis
Adviezen rondom seksualiteit voor (jong)volwassen en ouderen:
1. Door de 1,5 meter-regel kunt u alleen seks hebben met uw vaste partner
Seks met uw vaste partner kan, als u dat beiden wilt. U bent immers toch al veel dichtbij en het is praktisch onmogelijk om elkaar fysiek te ontwijken. Heb geen seks met uw partner als die is geïsoleerd vanwege (vermoedelijk) een infectie met het coronavirus. Seks met uzelf of met anderen op afstand kan wel (denk aan erotische verhalen vertellen, samen masturberen).
2. Geen vaste partner? Maak goede afspraken en beperk het risico op het coronavirus
Het is logisch dat u als single ook lichamelijk contact wilt hebben. Het is wel extra belangrijk dat u bij intimiteit en seks het risico op het coronavirus zo klein mogelijk houdt. Bespreek samen hoe u dat het beste doet. Houdt u aan de regels rondom het nieuwe coronavirus.’
Bron: RIVM, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
‘De bekentenis is de algemene matrix geweest die de produktie van het ware vertoog over de seks beheerst en dat is ze ook in onze tijd nog. Wel heeft zij grote veranderingen ondergaan. Lange tijd lag ze stevig ingebed in de praktijk van de biecht. Maar geleidelijk aan, met het protestantisme, de Contra-Reformatie, de pedagogiek van de achttiende en de medische wetenschap van de negentiende eeuw, heeft zij haar uitsluitende en rituele lokalisatie verloren; zij heeft zich uitgezaaid; ze is ingezet in een reeks van verhoudingen: tussen kinderen en ouders, tussen leerlingen en opvoeders, tussen patiënten en psychiaters. delinquenten en deskundigen. De beweegredenen en de uitwerkingen die men ervan verwacht, zijn gevarieerder geworden, evenals de vormen die zij aanneemt: verhoren, consultaties, autobiografische verhalen, brieven; zij zijn opgetekend, getranscribeerd, in dossiers bijeengebracht, gepubliceerd en van commentaar voorzien. Maar bovenal, de bekentenis ontsluit zich, zo niet voor andere gebieden, dan toch voor nieuwe methoden om ze te doorvorsen. Het gaat er niet meer om enkel te zeggen wat er gebeurd is – de geslachtsdaad – en hoe, maar om in en rondom die daad de gedachten te reconstrueren die haar hebben verdubbeld, de dwangvoorstellingen waarmee zij gepaard gaat, de beelden, de verlangens, de modulaties en de kwaliteit van de lust die erin schuilen. Het is ongetwijfeld voor het eerst dat een maatschappij zich voorover heeft gebogen om vertrouwelijke mededelingen over de individuele lusten te stimuleren en te aanhoren.’
Uit: Michel Foucault, De wil tot weten, geschiedenis van de seksualiteit, deel 1. (1976)