‘Dit gevoel, zo verfijnd en vervuld van goddelijkheid, deze zalige melancholie van sommige van Plotinus’ teksten, brengt ons tot de kern van zijn denken: “Vaak ontwaakte ik uit mijn lichaam en ben ik mijzelf binnengegaan.” Eenzame meditatie, verliefd op de wereld voor zover die slechts een kristal is waarin de goddelijkheid weerspiegeld wordt, geheel doordrongen van het stille ritme van de sterren, maar bezorgd over de God die ze bestuurt, denkt Plotinus als een kunstenaar en voelt hij als een filosoof, volgens een ratio vol licht en ten overstaan van een wereld waarin het heldere denken adem heeft. ‘
Albert Camus, Metaphysics and Neoplatonism, 1935
Dit boek gaat over de rouw in al zijn denkbare gedaantes. Onder rouw versta ik niet alleen de gevoelens die ontstaan na het verlies van een geliefd persoon en het proces van herstel dat daarop volgt – of zou moeten volgen. Ik richt mij ook op de rouw die zich kan aandienen bij andere vormen van verlies: een ideaal, een ideologie, een geloof of zelfs iets wat je zelf niet kunt benoemen omdat het zich schuil houdt in het onbewuste. Al deze varianten van somberheid zijn op te vatten als vormen van rouw die hun oorzaak vinden in een verlies. Het was Freud die zo’n honderd jaar geleden voor het eerst een verband legde tussen rouw en melancholie (in casu: depressie). Beide zag hij als reacties op een verlies. De gedachte dat ook een depressie samenhangt met een verlieservaring was tot dan toe ongebruikelijk.
Zo kwam een breed spectrum van het fenomeen rouwen bloot te liggen, niet alleen in het denken, maar ook in de vele gradaties van het gevoel die in samenhang met de rouw te onderscheiden zijn. Dit boek gaat over denken en voelen, de verschillen daartussen, maar vooral over de brug die deze twee registers van de menselijke geest verbindt. In de fraaie woorden die Camus wijdt aan Plotinus – en die ik als motto koos voor mijn betoog – wordt deze brug zichtbaar. Plotinus denkt als een kunstenaar en voelt als een filosoof. Zo zou ik willen schrijven over de rouw, al was het maar omdat het denken daarover alleen op deze wijze mogelijk is.
(Fragment uit een betoog in wording)