Herinneringen aan Vilnius
Staand v.l.n.r.: Freark van der Wal, Jessie van Konigsveld, Ramon van de Werken, Anne Feddema, Fons Hoiting en Hans Selie. Zittend v.l.n.r.: Jan Roos en Catrienus Spinder. Leeuwarden, 1993.
In 1992 exposeerden een groep kunstenaars uit Litouwen op verschillende plaatsen in Friesland op uitnodiging van de stichting Balticum Trajectum van Arina van Dijk. Het jaar daarop reisde een groep Friese kunstenaars naar Vilnius. Op deze manifestatie, Dutch spring geheten, waren twee tentoonstellingen te zien. Painting as a private domain, die door mij werd samengesteld, liet werk zien van schilders die voor het merendeel in de jaren tachtig voor het eerst hadden aangediend, te weten: Anne Feddema, Fons Hoiting, Jessie van Koningsveld, Jan Roos, Hans Selie, Catrienus Spinder, Freark van der Wal en Ramon van de Werken. De tweede tentoonstelling Picture Poets, die door Dirk Hakze werd samengesteld, toonde werk van vijf kunstenaars die naast beeldend werk zich ook bedienden van de (Friese) taal in poëzie en proza, te weten Wilco Berga, Deon Karsten, Kees van Leeuwen, Jelle Talman en Gerrit Terpstra. Bij de tentoonstelling verscheen een catalogus in de vorm van een doosje. Daarvoor schreef ik de volgende tekst die in het Engels werd vertaald (het origineel in het Nederlands is niet bewaard gebleven):
PAINTING AS A PRIVATE DOMAlN
Contemporary painting from Friesland
This exhibition deals with the work of eight artist, who not only live and work in Friesland, but also belong to the same generation. After the period of the sixties and seventies, in which art tended to efface her own bounderies, it was this generation which made a new start with painting. International tendencies with fresh labels as ’Neue Malerei’, ‘New Image Painting’ ‘Pattern Painting’ and ‘NeoExpressionism’ have in the past decennium created a new perspective for painting. The famous exhibition ‘A new spirit in painting’ in 1981 in London was not only turning point, but also a land mark for a new direction in international art.
This turning point is af ter all also recognisable in recent art in Friesland. The exhibition shows unmistakeble traces of this international developments, which marked 50 clearly the art of the eighties. On the other hand, every artist at this exhibition has found his own position. There is a preference for a very personal way of expression, which – conciously or not – seems to have a connection with the Frisian cultural tradition, in which there was always a hidden desire for freedom and indepandancy. Friesland has his own language, not only in words but perhaps also in a certain mode of artistic expression. Outsiders and autidacts, with personal interpretations of a vague kind of expessionism, played always an importent role in Friesland. In the culture of this excentric region of The Netherlands, there is a strong proneness to self-will and idiosyncracy. In short: Art as a private domain.
Friesland is a northern province and expressionism is not for nothing the art of the north. The expressionistic traditon in northern Europe found always his vernacular and rural exponents in the countryside. Just in the eighties neo-expressionism became an international movement, a new spirit in painting, with sometimes undertones of irony and cynicism but also a new respect for primitivism and the roots of regional culture. This exhibition aims to show the intersection of this two tendencies, at one hand: the hidden persistane of a regional tradition, at the other: the actual orientation in an international context.
For all the artist at this exhibition painting is the main medium of art. Although their work has no explicit resemblance, there is certainly a consonance in attitude. They all conceive painting unbiassed, as were it a young medium; untouched by academical rules. Certainly there are referencies to the past, but they express theirselves under the surface, indirectly and concealed. Everyone has his own idiom, his own pictures, his own imagary … But they all share the same preferenee for a private aesthetic domain.
The bold expressionistic gesture and the pictures of dock-labourars of Jan Roos is in sharp contrast with the apparently transient way of painting and the idyllic image of nature in the work of Fons Hoiting. Catrienus Spinder makes fanshaped paintings with decorative patterns and motifs derived from the the theme ‘Trouble in Paradise’. The superabundance in the work of Spinder finds a counterpoint in the paintings of Hans Selie, with their extreme simplicity in series of pictogramlike images of squares, keyho les, characters of the aphabet or pawns of a chessboard.
The explosion of fantastic and sometimes surrealistic imagary in the work of Anne Feddema is in opposition to the introvert and ambiguous paintings of Freark van der Wal with their almost alchemical synthesis of colour, paint and poetry. Jessie van Koningsveld’s quasi naive way of pain ting reflect a triviaI image of everyday life full of cliches and ironic undertones. Ramon van de Werken, finally, gives utterance to un almost unexhaustible drive of painting, not only in seriel themes as a random geometrical pattern or the pictorial reproduction of the forest, but also in dreamlike fantasies and bizarre images derived from private memory.
Deze foto werd in Vilnius genomen. In het midden staat Augustinas Savickas. Anne Feddema staat rechts en ik links. We waren op atelierbezoek bij allerlei kunstenaars. Augustinas Savickas was van de oude garde. Een expressionist in hart en nieren, maar wel met heel mooi werk. Hij was een van de belangrijkste kunstenaars van Litouwen. In 2012 overleed hij op 93-jarige leeftijd, zo las ik op Wikipedia. Hij leek wel wat op Anne, maar dan dertig jaar ouder. Ook zijn atelier had de sfeer van dat van Anne, uiterst geordend en met veel boeken. Anne en ik kochten beiden een schilderijtje van hem. Het waren tweelingzusjes, maar niet eeneiig. Bij mij thuis hing het mijne lange tijd boven de schoorsteen. Inmiddels heb ik het voor een mooi prijsje verkocht via Catawiki. Augustinas Savickas, die in 2012 overleed, heeft inmiddels internationaal naam gemaakt. ( zie: hier)
Mijn schilderijtje van Augustinas Savickas. Haar tweelingzus is in bezit van Anne Feddema.
Vier jaar geleden heb ik dit blog al eens eerder gepubliceerd. Toen ontspon zich op de facebook-side van Anne Feddema een gesprek tussen Anne en mij over onze reis destijds naar Vilnius, waarbij onder meer de vraag aan de orde kwam of de (kort daarna overleden) Jelle Breuker mee was op die reis. Anne dacht van wel en ik van niet. Achteraf denk ik dat Anne gelijk had. Aanleiding voor ons facebook-gesprek was een bezoek van Anne aan het Rijksmuseum, waar bij met zijn hoofd tegen een glazen draaideur opsprong. Anne schreef daarover onder meer het volgende:
‘Het leek wel of ik een hoek van Mike Tyson kreeg…hoewel ik dat naar alle eerlijkheid niet kan vergelijken natuurlijk…Ik bleef staan…alsof er niets was gebeurd. Maar de knal die erbij klonk…het leek wel of die los van mij werd geregistreerd en echoot tot op heden waarschijnlijk nog door de fietstunnel. Dan komt de medewerker ook nog even terug…waarschijnlijk iets gehoord…ja hoor…en wijst op een enorm polshorloge…daaaaaaag…en dan moet je de tentoonstellingen nog bekijken…Adriaen van der Velde en Japanse houtsneden uit het begin 20e eeuw…geloof mij…ik was al in hoger sferen voordat ik binnen kwam. Nu bijkomen…gelukkig heb ik nog Moussaka over. Later meer vrienden.
Huub Mous Geen eiland, maar Feddema zelf was op ramkoers !
Anne Feddema Dat zit geramd Huub Mous.
Huub Mous Nu deze stunt nog eens herhalen bij het Fries Museum. Maar dan met scherven en al!
Anne Feddema Ik denk dat ik daar van binnen naar buiten wil i.p.v. andersom.
Huub Mous Nee, naar binnen is mooier. Met als laatste uitroep: ‘Op myn stjerbêd wol ik in draaidoar ha!’
Anne Feddema Dan vind IK mooier…Myn stjerbêd moat in draaidoar hahahahahahaha.
Pieter de Vries Dacht dat alleen in criminele kringen sprake was van draaideuren, maar nu dus ook in artistieke. Een primeur, Anne: draaideurartiest.
Huub Mous Ik ken hem niet anders. Hij was altijd al doorgedraaid, ook toen ik hem voor het eerst zag op dat kleine kamertje in de Kazerne in Leeuwarden. 1985?
Anne Feddema Zo klein was het daar werkelijk niet hoor Huub…jaar kan zeker kloppen…en de enige keer dat ik werkelijk doordraaide…was in Litouwen toen jij diapositief was…’ Er zijn grenzen Anne ‘…ik hoor het je nog zeggen.
Anne Feddema Overigens was Jelle Breuker daar ook bij.
Anne Feddema En de Walrus uit Sneek.
Huub Mous Jelle Breuker was daar niet bij. Walrus wel, tenminste zijn werk, als je Dirk Hakze uit Sneek bedoelt. Die avond was Lithuanian wodka de spelbreker. ‘Don’t fuck with Lithuanian toilets’, waren jouw historische woorden. Waarop ik de volgende ochtend alleen nog maar zeggen kon: ‘Anne er zijn grenzen.’ Dat kamertje in de Kazerne was overigens best wel klein. Naar bed kon je alleen met een laddertje.
Tekening van Anne Feddema, Vilnus 1993
Anne Feddema Jelle Breuker was wél mee met die reis…die avond misschien niet…wel Roel Falkena…dat laddertje was een toonladdertje waar ik sterren mee plukte. Walrus was ook in Litouwen…heb nog een hele discussie met hem gevoerd over de prijzen van mijn werk…ach wat een reis…en jij met je Panzerfaust en Vlammenwerper.
Anne Feddema Ik ben later op de terugreis nog gedropt in Potsdam voor nog eens drie weken extra voormalig Oostbloksfeer…toen ik weer terug was moest ik weken acclimatiseren.
Huub Mous Wat de Walrus betreft kun je gelijk hebben, maar wat Jelle Breuker betreft zeker niet. Roel Falkena was erbij, klopt. Hij schoof me nog een papiertje toe tijdens mijn lezing (zonder dia’s) in mijn steenkolenengels. ‘Niet te lang!’ stond op het papiertje. Toen was jij al in andere sferen door die wodka die die avond geserveerd werd in cola-glazen. Op atelierbezoek bij een doorgedraaide Litouwse kunstenaar die assemblages met verbrande poppenkoppen maakte wilde jij er inderdaad een vlammenwerper op zetten. In Potsdam stapte je uit de bus. Daar ben je ook nog geweest met Malatini zaliger. Andere tijden. Das war einmal.
Anne Feddema Breuker was werkelijk mee Huub…op een gegeven moment weet ik nog heel goed dat hij zei.. Ik haw hjir in lekker blikje fisk en dat nim ik mei nei myn keamer om op te iten…Hij was er werkelijk bij…je kunt het misschien nog nagaan…of ik vraag het Catrinus Spinder…die herinnert het zich waarschijnlijk wel…als de doorgedraaide vodkadoppen dit niet hebben vertroebeld.
Huub Mous We hadden een volle bus, dus er waren ongeveer 50 mensen mee, maar daar waren ook musici bij (Post uit Friesland) en een ruige rockgroep waarvan me de naam niet te binnen wil schieten, en filmmakers ( Ernie Daamen bijvoorbeeld) . Ik herinner mij het hele klein barretje in dat idiote hotel of kazerne wat het ook was. Daar waren elke avond ook rondborstige Litouwse deernes die graag met ons mee wilden naar het rijke Westen en daar veel in natura voor over hadden. Daar zaten we elk avond volkomen opgepropt de bar leeg te drinken. Jacob Haagsma was mee van de Leeuwarder Courant. Ik zie hem nog vol belangstelling die grote vierkante catalogus van jou doornemen. We waren nog op het Litouwse televisiejournaal. Maar Jelle? Het is mij ontgaan. Hij moet zich dan heel stil gehouden hebben.
Anne Feddema Ik kan je nog wel wat mensen opnoemen…Phill Mills…Anton Rolink Tom Holkenborg…Arina van Dijk…Jan Switters…Ernst Langhout…Freark van der Wal…die band heette Nerve…
Anne Feddema Dan was Tjipke Hibma ook mee en Jan Roeper…die waren van Post uit Friesland…ze brachten een rare Amerikaanse drummer mee die Steve heette…ik vertelde een anekdote over Miles Davis…Davis behandelde eens een ( blanke ) vrouw…met opzet als een voetveeg…toen iemand daar iets van zei…antwoordde hij…’ She wants me to be her evil nigger..’….En die Steve meteen…’ Ooh no…Miles wouldn’t do that…’ met zo’n kauwgumaccent.
Huub Mous Inderdaad, Steve herinner ik mij… een wonderlijk arrogante kwal. Dirk Hakze herinner ik mij nu ook. Hij was de ‘curator’ van de tweede tentoonstelling. Wij waren van ‘Het schilderij als privédomein’ met o.a. Ramon van de Werken, Hans Selie, jij, Catrienus Spinder, Jessie van Konigsveld ( was niet mee) en Freark van der Wal. Ik werd daar ontvangen met het ontzag alsof ik een soort Rudi Fuchs, was. Volkomen belachelijk natuurlijk, maar wel leuk voor je ijdelheid. Ramon had hasj bij zich en dat liep op de terugweg nog bijna verkeerd af bij de Russische grens. In Vilnius liepen nog soldaten rond met open bajonet op het geweer. Het was of de stad nog onder een glazen stolp leefde. Er was vrijheid maar de mensen beseften het nog niet echt. Ik herinner mij dat na een van de popconcerten een Litouwse jongen ontroerd naar mij toekwam en zei: ‘Thank you for your culture!’, terwijl ik niets met die popmuziek te maken had. Later is in Romein nog een tentoonstelling van Litouwse kunstenaars te zien geweest, ook georganiseerd door de stichting Balticum Trajectum van Arina van Dijk. Waar zou die gebleven zijn?
Anne Feddema Rudi Fuchs kwam daar overigens later ook en verklaarde dat hij de eerste Nederlander was daar die contact kreeg met Litouwse kunstenaars…dat…weten wij…was niet zo.
Anne Feddema Jelle Talman was er ook nog bij.
Huub Mous Mijn geheugen begint te broeien. Ik herinner me nu meer namen Fons Hoiting en Jan Roos zaten ook in onze tentoonstelling. Kees van Leeuwen, Deon Karsten en inderdaad Jelle Talman waren ook mee. Jelle Talman was bloedzenuwachtig voor we weggingen. ‘Komen we om, dan komen we om,’ riep hij. Phil Mills, zo heette de musicus van Nerve. Ik herinner me nog een etentje met de waarnemend ambassadeur die de manifestatie geopend had. Hij zat eigenlijk in Stockholm, maar deed Litouwen er toen even bij. Hij vertelde aan tafel dat hij in Litouwen altijd een pistool op zak had al voorzorg voor de maffia. Er hing een wonderlijke sfeer rond dit hele gebeuren. Het was nooit zo geweest en het zou ook nooit meer zo worden.