Metamorfosen van Hitlers libido

explaining-hitler-ron-rosenbaum

“Klaarblijkelijk wordt er ook nog steeds, vanuit een bepaalde belanghebbende hoek, veel moeite gedaan om dwaalsporen en rookgordijnen te genereren  teneinde de Protocollen voor eens en voor altijd naar het rijk der fabelen te verwijzen.”

Aldus een van de passages uit het omstreden boek Hitlers diamanten dat onlangs door uitgeverij Aspekt uit de handel is genomen. Aanleiding was de commotie die ontstond na publicaties van Bart FM Droog over antisemitische passages in dit boek. Ik heb Hitlers diamanten niet gelezen, dus ik kan er moeilijk over oordelen, maar bovenstaande passage, die Bart FM Droog op zijn site citeerde, voorspelt weinig goeds voor de rest van dit boek. Inmiddels – zo las ik gisteren bij Bart FM Droog – heeft de vader van de uitgever, de heer Pierik sr., het volgende verklaard: ‘Het is gewoonweg niet goed gegaan met dit boek, het had nooit mogen worden uitgegeven. Er was geen sprake van kwade opzet.’ Dat laatste kan ik me ook moeilijk voorstellen. Vorige week heb ik de heer Pierik sr. nog uitgebreid gesproken in verband met mijn eigen nieuwe boek dat in het najaar verschijnt. Aspekt is volgens mij een uitstekende uitgever, maar dit was er kennelijk tussen door geglipt in tijden van corona.

Terug naar de vraag waar het om gaat. Wat waren de Protocollen van ZionAls je op internet zoekt naar meer informatie dan kom je vooral hele foute filmpjes tegen. Er zijn zelfs gestoorde complotdenkers die menen dat de grote Joodse samenzwering om de wereldmacht in handen te krijgen nog altijd opgaat. Zelfs de aanslagen van 9/11 zouden te verklaren zijn vanuit de Protocollen van Zion. Zo wordt beweerd dat er in de Twin Towers geen enkele Jood is omgekomen. Het was dus een Joods complot. De paranoia kent geen grenzen vooral als het gaat om de oorsprong van het kwaad.

In zijn boek The psychopatic God, Adolf Hitler (1977) stelt Robert G.L. Waite dat de eerste versie van de Protocollen van Zion waarschijnlijk in 1899 geschreven is door onbekende auteurs in ‘de Ochrana’, de geheime politie van de Russische tsaar. Maar de naam van degene, die de frauduleuze protocollen samenstelde, is nooit achterhaald. De Protocollen werden in Rusland gebruikt om haat te zaaien tegen de Joden. Ze kwamen ook in Duitsland en later zelfs in Amerika terecht. Ook Adolf Hitler liet zich erdoor inspireren. In 1935 werden de Protocollen van Zion verplichte literatuur op alle scholen van Duitsland.

Het is een van die wonderlijke verhalen over de mogelijke bronnen van Hitlers antisemitisme. Vreemd genoeg besteedt Piet Fontaine in zijn boek De onbekende Hitler (1992) geen enkele aandacht aan de Protocollen van Zion, terwijl hij toch een hele reeks – al dan niet – occulte bronnen, die voor Hitler van belang zijn geweest, de revue laat passeren. Het is ook de vraag wat bij Hitler werkelijk de doorslag heeft gegeven. Zeker is dat het antisemitische klimaat in Wenen, waar Hitler van 1907 tot 1913 verbleef van invloed is geweest op zijn haat tegen de Joden. Zo rond de eeuwwisseling was Wenen een smeltkroes van duistere ideeën en troebele ideologieën.

Wenen is de geboortestad van zionisme en nazisme. Het Wenen van Wittgenstein die zich ooit afvroeg of er een brug te slaan was tussen taal en werkelijkheid?  Het is ook het Wenen van Freud, de stad van de psychoanalyse, de stad ook waar Hitler ooit kunstenaar wilde worden. De stad van de atonale muziek van Schönberg en de functionele architectuur van Adolf Loos, gebouwen zonder enig ornament, want dat was een misdaad. Het Wenen dat door Karl Kraus ooit is bestempeld tot ‘het onderzoekslaboratorium voor wereldvernietiging’. 

Psychiaters hebben vele pogingen ondernomen om het raadsel van Hitler te ontrafelen door op zoek te gaan naar de geheimen van zijn seksuele verlangens. Vaak is er gedacht dat er een verband bestaat tussen Hitlers moordlust en zijn gestoorde seksleven. In hoeverre is de psychiatrie in staat om dit soort vergaande verbanden te leggen? Omgekeerd kun je stellen dat het ontlopen van dit soort mogelijke verbanden haast onmogelijk is. Dat de Tweede Wereldoorlog niet door Hitlers getroebleerde seksualiteit is veroorzaakt, wil nog niet zeggen dat Hitlers pathologische persoonlijkheid  en zijn wijze van omgang met anderen – inclusief het Duitse volk – niet van belang zijn geweest voor het uitbreken daarvan.

Bij sommige onderzoekers is het verlangen om een seksuele verklaring voor het raadsel Hitler te vinden op zichzelf haast een seksueel verlangen geworden. Het blijft een schimmige materie, vooral omdat er zo weinig met zekerheid vaststaat. Hitler zou een pervers seksleven hebben gehad, zo wordt beweerd. Anderen beweren juist dat hij niet in staat was tot seks en zich alleen kon overgeven aan voyeurisme. Weer anderen gaan ervan uit dat hij aseksueel moet zijn geweest of slechts een  teelbal had. Maar altijd weer is er dat intrinsieke verband tussen Hitler en seks. De rampzalige ontwikkeling van zijn karakter zou alles te maken hebben gehad met de wonderlijke metamorfosen van zijn libido. 

In zijn boek Explaining Hitler, In search of the origin of evil (1998) gaat Ron Rosenbaum zelfs zover dat hij hierin een echo herkent ‘van de van de romantische overtuiging dat de bevrijding van seksuele 
onderdrukking ons zou bevrijden van de duistere Middeleeuwen, de duistere 
impulsen binnenin onszelf.’ Hitler wordt zo het onderzoeksobject bij uitstek, waarin we een verklaring zouden kunnen vinden die ons kan bevrijden van de ‘duisternis van onverklaarbaarheid.’ Het is immers een onverdraaglijke gedachte dat er een Hitler in elk mens schuil zou gaan.

Hitler moet compleet gestoord zijn, waardoor we onszelf weer normaal kunnen voelen. Zelden heeft een Hitler-verklaarder dan ook de verleiding kunnen weerstaan om een seksueel geheim tot de 
verborgen variabele in de raadselachtige psyche van Hitler te verheffen. Zo werd seks de sleutel om de abnormaliteit van Hitler te kunnen begrijpen. Of zoals professor Herman von der Dunk het ooit eens treffend verwoordde: ‘De enige onderdaan, die Hitler niet onder controle had, hing tussen zijn benen.’

Nu moet gezegd dat Hitler er alles aan heeft gedaan om voeding te geven aan deze broeierige belangstelling voor zijn seksualiteit, die waarschijnlijk ook allesbehalve normaal moet zijn geweest. Maar wat is normaal? Wat schokkend was in 1930 is tegenwoordig in elke pornofilm voor een miljoenenpubliek toegankelijk. De zogeheten perversiteiten, waar Hitler van werd verdacht, waren destijds een duister continent voor de verbeelding van menig kleinburger, maar zijn in onze tijd van het internet afgedaald tot een verzonken pornografisch cultuurgoed voor de massa’s.

Geli Raubal (1908-1931)

De meeste verhalen over Hitlers perversiteiten concentreren zich rond zijn halfnicht Geli Raubal, met wie hij van 1928 tot 1931 een relatie had. Zij pleegde op 18 september 1931 onder verdachte omstandigheden zelfmoord in Hitlers flat in München. Hitlers politieke ster was snel aan het rijzen in die dagen, dus dit drama kwam hem zeer ongelegen. Hitler raakte in een diepe depressie, waarvan hij overigens – zoals vaker in zijn leven – als herboren herstelde. Hij moet intens veel van Geli gehouden hebben, meer in ieder geval dan van zijn latere geliefde Eva Braun. Zijn biograaf John Toland laat weten dat Hitler aan zijn secretaresse Christa Schröder heeft verklaard dat hij Eva ‘heel aardig’ vond…. ‘maar in mijn leven heb ik alleen echte passie kunnen voelen voor Geli. Ik denk er niet over om met Eva te trouwen. De enige vrouw aan wie ik mij voor het leven had kunnen binden zou Geli zijn geweest.’

Geli’s zelfmoord had Hitler in problemen gebracht en zijn tegenstanders hebben er alles aangedaan om de deze affaire te gebruiken om hem in diskrediet te brengen. Rosenbaum maakt een vergelijking met de Chappaquiddick-affaire van Ted Kennedy in juli 1969, die deze kansrijke presidentskandidaat destijds een breuk in zijn carrière bezorgde. Maar die vergelijking gaat mank, want bij Kennedy waren er geen seksuele perversiteiten in het spel. Ted Kennedy liet na om de verdrinkingsdood van Mary Jo Kopechne tijdig bij de politie te melden. Wat Hitler overkwam was veel compromitterender. Er gingen zelfs geruchten dat het geen zelfmoord was, maar dat hij Geli Raubal eigenhandig had vermoord. Dat laatste wordt tegenwoordig door serieuze historici uitgesloten, maar zoals bij alles wat met Hitler van doen heeft zijn er altijd komplotdenkers die het tegendeel beweren. 

Maar er was wel iets raars aan de hand. Uit getuigenverklaringen werd duidelijk dat Geli Raubal niet meer opgewassen was tegen de seksuele eisen die Hitler aan haar stelde. Begin 1929, zo meldt Rosenbaum, schreef Hitler aan Geli Raubal een brief waarin hij zichzelf volledig 
blootgaf, dat wil zeggen: ‘hij uitte gevoelens die konden worden verwacht van een man met masochistische, koprofilitische neigingen, grenzend aan wat Havelock Ellis “undinisme” noemt: het verlangen om te worden beplast om zo de seksuele bevrediging te bereiken.’

Zo’n passage brengt beelden van de plas- en poepseks in Pasolini’s Salò o le 120 giornate di Sodoma in herinnering, een film die gaat over de duistere relatie tussen fascisme en de ontsporingen van de seksualiteit die bij Markies de Sade een irrationeel en immoreel vertrekpunt kregen in de westerse cultuur. Die obscure fascinatie voor sadisme, seks en geweld was de nachtzijde van de Verlichting. De droom van de rede brengt monsters voort, scheef Goya in diezelfde tijd toen de moderne wereld van start ging en de Romantiek een aanvang nam. Het was de tijd waarin het hemels baldakijn van de religie op instorten stond en God tenslotte zelfs dood werd verklaard. De tijd ook waarin alle middelen opeens geoorloofd werden om de schoonheid van de ondergang te redden.

Zelfs de kunst werd faustisch, zoiets als een misdaad, een verzet tegen de klassieke eenheid het ware, het goed en het schone. Het taboe was opeens geen morele of esthetische richtlijn meer, eerder een grens die tot elke prijs overschreden moest worden om nieuwe schuilplaatsen van de schoonheid bloot te kunnen leggen. Doodsdrift werd een verlangen naar een ultieme ontknoping. Lust, dood en duivel vormen dan ook de patronen waarmee Mario Praz de ontdekkingen van een nieuwe, huiveringwekkende, a-morele en zelfs immorele esthetica voor het eerst in kaart heeft gebracht.

De geheime, duistere, maar in zekere zin ook sublieme schoonheid van de horror, het afschuwwekkende, het onmenselijke, dat alles heeft Pasoloni willen verkennen in zijn film Salò. Maar misschien nog meer dan deze klassieker van Pasolini roept het de tragische geschiedenis van Geli Raubal en de perversiteiten van Hitler beelden op van Bad Timing, een film van Nicholas Roeg die zich afspeelt in het Wenen, waar Freud de doodsdrift ontdekte. (zie mijn blog: Dood creëert levenslust)

In deze film gaat het niet om de reputatie van een opkomend politicus, die op het spel staat, maar om de reputatie van een jonge, veelbelovende psychiater die zich waarschijnlijk heeft overgegeven aan een duistere vorm van seks, die grenst aan de necrofilie. Die giftige cocktail van lust en doodsdrift zit in ieder mens, zo lijkt deze film te willen zeggen. Zelfs in de psychiater die ons moet genezen. Zelfs in de rechercheur die het kwaad aan het licht moet brengen. Bad timing is een verontrustende film, vooral omdat er een verband wordt gesuggereerd tussen Eros, Thanatos en de bron van het kwaad.

De gedachte dat de bron van Hitlers kwaad herleid kan worden tot zijn verstoorde seksualiteit moet iets te maken hebben met de gedachte van Wilhelm Reich, dat het onvermogen om tot een echt orgasme te komen de ware oorzaak is van al het kwaad in de wereld. Je moet bereid zijn jezelf onder te dompelen in de draaikolk van het leven. Pas dan zou de zin van het leven te ervaren zijn, door voort te drijven in de orgastische stroom van energie die het libido verbindt met het universum. Dat was de uiterste consequentie van het vitalistische credo dat al honderd jaar lang als een stormwind door de de westerse cultuur zijn weg zocht. Er is geen metafysica. Wie de de stroom beleeft heeft geen transcendentie meer nodig. Leven is de stroom. Zoiets moet Hitler wellicht hebben ervaren tijdens zijn orgastische redevoeringen voor uitzinnige menigten. Wat hij in bed niet kon bewerkstelligen, lukte hem maar al te goed bij de massa die hij keer op keer in vervoering bracht. 

De emancipatie van de mens, ze beweerde Wilhelm Reich, ligt in zijn seksuele bevrijding. Dat adagium, dat zijn oorsprong vindt in de Romantiek, zou pas in de jaren zestig volop worden ontdekt. Hitler is het tegenbeeld van dit streven naar bevrijding. Hij is de duistere keerzijde van de Romantiek, die paradoxaal genoeg ook in de Romantiek zelf is terug te vinden. Het is Zwarte Romantiek van lust, dood en duivel, die de seksuele fantasmagorieën van van Markies de Sade verbindt met de doodsdrift van de vernietigingskampen.

Sinds de Verlichting was Duitsland ‘das Land der Dichter und Denker‘, het land van Heine, Goethe en Schiller. De Verlichting had juist hier de verwachting gewekt dat het verstand de mens ooit voor de uitwassen van het kwaad zou kunnen  behoeden. Maar ook dat was een misvatting die de Romantiek aan het licht heeft gebracht. Het tegendeel bleek waar te zijn. De weg naar de hel is geplaveid met rationele argumenten.

In haar boek Het kwaad in het moderne denken (2019) stelt de Amerikaanse filosofe Susan Neiman het als volgt: ‘Auschwitz heeft ons begrippenapparaat zo radicaal op zijn kop gezet, omdat het een mogelijkheid in de menselijke natuur aan het licht bracht waar we liever niet mee waren geconfronteerd. Eigenlijk hadden de omstandigheden in Duitsland moeten leiden tot werkelijke beschaving en niet tot een hoogontwikkelde vorm van barbarij.’